Operation Manual

47
5. Het On-Screen Menu
Verhoogde ventilatiesnelheid [Ventilatiemodus]
Met deze functie kunt u twee snelheden kiezen voor de ventilatie: verhoogde ventilatiesnelheid en normale ventilatiesnelheid.
Auto ......... De ingebouwde ventilatoren draaien met een snelheid die afhankelijk is van de interne temperatuur.
Hoog......... De ingebouwde ventilatoren draaien met een verhoogde snelheid.
Wanneer u voor een snelle afkoeling wil zorgen binnenin de projector, dan moet u dit vakje aanvinken.
OPMERKING: Opteer voor de verhoogde ventilatiesnelheid wanneer u de projector gedurende meerdere dagen wenst te gebruiken.
Bron selecteren en instellen [Bronkeuze/fabrieksinstellingen]
De projector kan zo afgesteld worden dat er een automatische bronselectie gebeurt telkens de projector aangescha-
keld wordt.
Laatste: de projector selecteert steeds de laatste of de vorige ingang telkens de projector aangeschakeld wordt.
Automatisch: Z oekt actief een bron in deze volgorde: Computer 1 Computer 2 (digitaal) Computer 2
(analoog) Video S-Video Computer 1. De eerst gedetecteerde bron wordt weergegeven.
OPMERKING: Voor de modellen VT590, VT490, VT59 en VT49 is de volgorde van de bronnen de
volgende: Computer Video S-Video Computer.
Computer 1: Geeft de RGB-bron (Computer 1 IN) weer telkens de projector aangeschakeld wordt (uitsluitend
VT695/VT595)
Computer 2 (digitaal): Geeft de digitale DVI-connector Computer 2 weer telkens de projector aangeschakeld wordt
(uitsluitend VT695/VT595)
Computer 2 (analoog): Geeft de RGB-bron (Computer 2 IN) weer telkens de projector aangeschakeld wordt
(uitsluitend VT695/VT595)
Computer: Geeft de RGB-bron (Computer IN) weer telkens de projector aangeschakeld wordt (uitsluitend
VT590/VT490/VT59/VT49)
Video: Geeft de Videobron (VIDEO IN) weer telkens de projector aangeschakeld wordt.
S-Video: Geeft de S-Videobron (S-VIDEO IN) weer telkens de projector aangeschakeld wordt.
Formaat van het signaal selecteren [Signal Select]
[Computer*], [Computer 1] en [Computer 2 (analoog)]
Kies [Computer*], [Computer 1] en [Computer 2 (analoog)] voor een RGB-bron zoals een computer of [Component]
voor een computer of voor een videocomponentbron zoals een DVD-speler. Normaliter volstaat het om [RGB/Com-
ponent] te selecteren opdat de projector automatisch de signaalcomponent detecteert. Toch is het mogelijk dat de
projector er niet in slaagt om het signaal te herkennen. In dat geval volstaat het om zelf [Component] te selecteren.
[Video en S-Video]
Met deze functie kunt u manueel de standaard videocomponenten selecteren. Normaal gezien volstaat het om [Auto]
te selecteren. De projector spoort dan automatisch het componentensignaal op.
Om de videostandaard te kiezen voor Video en S-Video werkt u met het menu dat u bekomt door op het aanklikdrie-
hoekje te drukken. Er moet zowel een selectie gemaakt worden voor Video als voor S-Video.
Activeren van de deinterlace-modus [Deinterlace]
Activeren of desactiveren van een interlace-functie voor een TV-signaal.
Activeren Dit is de standaardinstelling.
Desactiveren Selecteer deze optie wanneer er ikkeringen of storingen in de videosignalen waar te nemen zijn.
OPMERKING: Deze functie is niet beschikbaar voor de signalen RGB, 480p, 576p en HDTV.