Operation Manual
26
Ovenlamp vervangen
Een defecte ovenlamp dient te worden vervangen.
Reservelampen kunt u krijgen bij de klantenservice of uw
speciaalzaak: E14, 220 - 240 V, 40 W, hittebestendig tot
300 °C. Gebruik uitsluitend originele ovenlampen.
ã=Kans op een elektrische schok!
Maak het apparaat stroomloos. Activeer de zekeringsautomaat
of draai de zekering van de meterkast van uw woning eruit.
1. Theedoek in de koude binnenruimte leggen, om schade te
voorkomen.
2. Glazen afscherming naar links draaien en afnemen.
3. Ovenlamp vervangen door een van hetzelfde type.
4. Glazen afscherming er weer inschroeven.
5. Theedoek eruit nemen en de zekering inschakelen.
Aanwijzing: Gebruik rubberhandschoenen wanneer de glazen
afscherming er niet afgedraaid kan worden. Of bestel een
demontagehulp bij de klantendienst (Bestelnr. 613634).
Deurdichting vervangen
Is de deurdichting defect, dan moet deze worden vervangen.
Vervangende afdichtingen zijn verkrijgbaar bij de
klantenservice.
Deurdichting verwijderen
De deurdichting is met negen punten bevestigd.
1. Deurdichting op vier plaatsen (Afbeelding A) losmaken
(Afbeelding B).
2. Deurdichting op de andere vijf plaatsen (Afbeelding C) door
licht te draaien losmaken (Afbeelding D).
Deurdichting inbrengen
1. Deurdichting op vier plaatsen (Afbeelding A) inhangen
(Afbeelding B).
2. Deurdichting op de andere vijf plaatsen (Afbeelding C)
inhangen door licht te draaien (Afbeelding D).
3. Bevestiging van de deurdichting controleren.
Bij het inschakelen van een functie
verschijnt
• of œ op het temperatuurdisplay
Apparaat is niet volledig afgekoeld Wachten tot het apparaat afgekoeld is,
vervolgens de functie opnieuw
inschakelen
Apparaat is automatisch uitgeschakeld. op
het temperatuurdisplay knippert
‹‹‹
Apparaat is als beveiliging tegen
oververhitting uitgeschakeld
Functieschakelaar in de stand
Û
terugdraaien
Bij het braden of grillen ontstaat een walm Vet op het grillelement verbrandt Verder grillen of braden tot het vet op het
grillelement verbrand is
Rooster of braadslede verkeerd
ingeschoven.
Rooster in de braadslede leggen en
samen op een lagere inschuifhoogte
plaatsen.
In de binnenruimte treedt meer
condenswater op
Normaal verschijnsel (bijv. bij gebak met
zeer vochtige vulling of een groot
braadstuk)
Apparaatdeur tijdens het gebruik af en toe
kort openen
Geëmailleerde toebehoren vertonen matte,
lichte vlekken
Normaal verschijnsel door afdruipend
vlees- of vruchtensap
Niet mogelijk
Deurruiten zijn beslagen Normaal verschijnsel, dat ontstaat door
temperatuurverschillen
Apparaat bij 100 °C opwarmen en na
5 minuten weer uitschakelen
Storing Mogelijke oorzaak Oplossing
$ %
& '