Operation Manual
17
Grillen
In dit hoofdstuk vindt u informatie over
■ grillen in het algemeen
■ thermogrillen 4
■ vlakgrillen (
Attentie!
Schade door hoge temperaturen: In de binnenruimte ontstaat
een zeer hoge temperatuur. Laat de deur van het apparaat
tijdens het grillen gesloten. Nooit met een geopende
apparaatdeur grillen.
Aanwijzingen
■ Gebruik voor het grillen bij voorkeur de braadslede met
inzetrooster
■ Leg het inzetrooster in de braadslede en plaats beide op de
inschuifhoogte die in de grilltabel wordt opgegeven
■ Leg het te grillen gerecht altijd midden op het rooster
■ Let er bij het grillen van meerdere vleesstukken op dat het
soort, de dikte en het gewicht van het vlees hetzelfde is
■ Gebruik het rooster voor bijzonder grote hoeveelheden.
Plaats het rooster op de inschuifhoogte die in de grilltabel
wordt opgegeven. Om verontreiniging te voorkomen plaatst u
de braadslede een niveau lager.
Thermogrillen
De functie Thermogrillen 4 is zeer geschikt voor gevogelte of
vlees (bijv. gebraden varkensvlees met zwoerd), dat knapperig
gegrild moet worden.
Keer grote stukken na ca. de helft tot twee derde van de grilltijd
om.
Steek bij eend en gans het vel onder de vleugels en bouten
vast, zodat het vet er goed uit kan braden.
Bij thermogrillen kan al naargelang het te grillen gerecht de
binnenruimte sterker verontreinigd raken. Maak de
binnenruimte na gebruik daarom altijd schoon, zodat het vuil
niet inbrandt.
De gegevens in de tabel zijn richtwaarden, die gelden voor de
geëmailleerde braadslede met inzetrooster. De waarden
kunnen al naargelang het soort en de hoeveelheid gerechten
variëren.
Stel de eerste keer de laagste opgegeven temperatuur in. In
principe levert de laagste temperatuur de meest gelijkmatige
bruining op.
Laat de gerechten van de grill na afloop nog ca. 10 minuten
rusten in de uitgeschakelde, gesloten oven. Bij de opgegeven
grilltijd is de aanbevolen rusttijd niet inbegrepen.
De opgaven gelden voor het inschuiven in de onverwarmde
oven en voor vlees dat direct uit de koelkast komt.
Vlakgrillen
Bestrijk de gerechten naar wens licht met olie.
Keer de gerechten van de grill na ca. de helft tot twee derde
van de grilltijd om.
De opgaven in de tabel zijn richtwaarden. De waarden kunnen
al naargelang het soort en de hoeveelheid gerechten variëren.
Ze gelden voor het inschuiven in de onverwarmde oven en voor
vlees dat direct uit de koelkast komt.
U kunt het grillresultaat beïnvloeden door de positie van het
rooster te veranderen:
Aanwijzing: De braadslede altijd in de normale toestand (niet
omgekeerd) gebruiken.
Gerechten van de grill Inschuifhoogte Temperatuur in °C Grilltijd in minuten
Rosbief, medium (1,5 kg) 2 220 - 240 40 - 50
Lamsbout zonder been, medium 2 170 - 190 120 - 150
Varkensvlees
Gebraden varkensvlees met zwoerd 2 170 - 190 140 - 160
Varkensschenkel 2 180 - 200 120 - 150
Gevogelte (ongevuld)
Halve kippen (1 - 2 stuks) 2 210 - 230 40 - 50
Kip, heel (1 - 2 stuks) 2 200 - 220 60 - 80
Eend, heel (2 - 3 kg) 2 180 - 200 90 - 120
Eendenborst 3 230 - 250 30 - 45
Gans, heel (3 - 4 kg) 1 150 - 170 130 - 160
Ganzenborst 2 160 - 180 80 - 100
Ganzenbout 2 180 - 200 50 - 80
Positie van het
rooster
Gebruik
Het inzetrooster met de verlaging naar bene-
den in de braadslede leggen: geschikt voor
gegrilde gerechten die overwegend doorbak-
ken moeten zijn
Het inzetrooster met de verlaging naar boven
in de braadslede leggen: geschikt voor
gegrilde gerechten die overwegend saignant
tot medium moeten zijn