Operation Manual

18
Tips en trucs
Grillen
In dit hoofdstuk vindt u informatie over
grillen in het algemeen
thermogrillen 4
vlakgrillen (Grill, groot + en Grill, klein ()
Attentie!
Schade door hoge temperaturen: In de binnenruimte ontstaat
een zeer hoge temperatuur. Laat de deur van het apparaat
tijdens het grillen gesloten. Nooit met een geopende
apparaatdeur grillen.
Aanwijzingen
Gebruik voor het grillen bij voorkeur de braadslede met
inzetrooster
Leg het inzetrooster in de braadslede en plaats beide op de
inschuifhoogte die in de grilltabel wordt opgegeven
Leg het te grillen gerecht altijd midden op het rooster
Let er bij het grillen van meerdere vleesstukken op dat het
soort, de dikte en het gewicht van het vlees hetzelfde is
Gebruik het rooster voor bijzonder grote hoeveelheden.
Plaats het rooster op de inschuifhoogte die in de grilltabel
wordt opgegeven. Om verontreiniging te voorkomen plaatst u
de braadslede een niveau lager.
Thermogrillen
De functie Thermogrillen 4 is zeer geschikt voor gevogelte of
vlees (bijv. gebraden varkensvlees met zwoerd), dat knapperig
gegrild moet worden.
Keer grote stukken na ca. de helft tot twee derde van de grilltijd
om.
Steek bij eend en gans het vel onder de vleugels en bouten
vast, zodat het vet er goed uit kan braden.
Bij thermogrillen kan al naargelang het te grillen gerecht de
binnenruimte sterker verontreinigd raken. Maak de
binnenruimte na gebruik daarom altijd schoon, zodat het vuil
niet inbrandt.
De gegevens in de tabel zijn richtwaarden, die gelden voor de
geëmailleerde braadslede met inzetrooster. De waarden
kunnen al naargelang het soort en de hoeveelheid gerechten
variëren.
Stel de eerste keer de laagste opgegeven temperatuur in. In
principe levert de laagste temperatuur de meest gelijkmatige
bruining op.
Laat de gerechten van de grill na afloop nog ca. 10 minuten
rusten in de uitgeschakelde, gesloten oven. Bij de opgegeven
grilltijd is de aanbevolen rusttijd niet inbegrepen.
De opgaven gelden voor het inschuiven in de onverwarmde
oven en voor vlees dat direct uit de koelkast komt.
Wild
Reevlees/bout zonder been (1,5 kg) 1 160 - 170 90 - 120 1 190 - 210
Wild zwijn (1,5 kg) 1 160 - 170 100 - 120 1 190 - 210
Hertenvlees (1,5 kg) 1 160 - 170 100 - 120 1 190 - 210
Konijn 1 160 - 170 70 - 80 1 180 - 200
Vis
Vis, heel (300 g) 1 160 - 170 20 - 30 1 190 - 210
Vis, heel (700 g) 1 160 - 170 30 - 40 1 180 - 200
CircoTherm®
hetelucht
3
Boven- en
onderwarmte
%
Vlees Inschuif-
hoogte
Tempera-
tuur in °C
Braadtijd in minu-
ten
Inschuif-
hoogte
Tempera-
tuur in °C
* Oven voorverwarmen
** Stoofvlees gesloten braden
*** bij een hoog gerecht inschuifhoogte 1 gebruiken
Korst te dik en/of vlees te droog Houd een lagere temperatuur of een kortere braadtijd aan.
Controleer de inschuifhoogte.
Korst te dun Verhoog de temperatuur of schakel na afloop van de braadtijd de grill even in.
Het vlees is van binnen niet gaar Neem de toebehoren die niet nodig zijn uit de binnenruimte.
Houd langere braadtijden aan.
Controleer met behulp van een vleesthermometer de kerntemperatuur van het vlees.
Waterdamp in de binnenruimte slaat neer
op de apparaatdeur
Wanneer het apparaat aan is, verdwijnt de waterdamp geleidelijk. Bij zeer veel water-
damp kunt u kort en voorzichtig de apparaatdeur openen, zodat hij sneller verdwijnt.