Installation Guide
Table Of Contents
- Inbouwoven
- nl
- Inhoudsopgave
- 1 Veiligheid
- 2 Materiële schade vermijden
- 3 Milieubescherming en besparing
- 4 Uw apparaat leren kennen
- 5 Accessoires
- 6 Voor het eerste gebruik
- 7 De Bediening in essentie
- 8 Tijdfuncties
- 9 Magnetron
- 10 Magnetronprogramma's
- 11 Kinderslot
- 12 Snel voorverwarmen
- 13 Basisinstellingen
- 14 Reiniging en onderhoud
- 15 Rekjes
- 16 Apparaatdeur
- 17 Storingen verhelpen
- 18 Afvoeren
- 19 Servicedienst
- 20 Zo lukt het
- 20.1 Algemene aanwijzingen voor de bereiding
- 20.2 Aanwijzingen voor het bakken
- 20.3 Aanwijzingen voor de bereiding bij braden, stoven en grillen
- 20.4 Bereiding met magnetron
- 20.5 Bereiding van diepvriesproducten
- 20.6 Bereiding van kant-en-klare voedingsproducten
- 20.7 Selectie van gerechten
- 20.8 Bijzondere bereidingswijzen en andere toepassingen
- 20.9 Testgerechten
- 21 Montagehandleiding
Uw apparaat leren kennen nl
9
Knop Naam Gebruik
Boven Op het display naar boven navigeren
Beneden Op het display naar beneden navigeren
4.4 Hoofdmenu
In het hoofdmenu vindt u een overzicht van de functies van uw apparaat.
Om het hoofdmenu te openen, drukt u op de toets .
Functie Naam Gebruik
Verwarmingsmetho-
den
Gewenste verwarmingsmethode en temperatuur voor uw gerechten kiezen
Magnetron Met de magnetron kunt u snel gerechten bereiden, verwarmen of ontdooien
Magnetroncombinatie Magnetron op een verwarmingsmethode instellen
Magnetronprogram-
ma's
Gerechten met de magnetron bereiden
Instellingen Apparaatinstellingen individueel aanpassen
4.5 Verwarmingsmethoden
Hier vindt u een overzicht van de verwarmingsmethoden. U krijgt aanbevelingen over het gebruik van de verwar-
mingsmethoden.
Bij temperaturen boven 275 °C verlaagt het apparaat de temperatuur na ca. 40 minuten tot ca. 275 °C.
Symbool Verwarmingsmetho-
de
Temperatuur Gebruik
Hete lucht 40-200°C Op één niveau of meerdere niveaus bakken of braden.
De ventilator verdeelt de warmte van het ronde verwarmings-
element aan de achterkant gelijkmatig in de binnenruimte.
Thermogrillen 50-250°C Gevogelte, hele vis of grotere stukken vlees braden.
Het grillelement en de ventilator schakelen afwisselend in en
uit. De ventilator wervelt de hete lucht rond het gerecht.
Grill, groot 50-290°C Voor het grillen van platte stukken, zoals steaks, worstjes of
toast, en voor het gratineren.
Het hele oppervlak onder de grill wordt heet.
Grill, klein 50-290°C Voor het grillen van kleine hoeveelheden steaks, worstjes of
toast en om te gratineren.
Het middelste oppervlak onder de grill wordt heet.
Servies voorverwar-
men
30-70°C Voor het opwarmen van servies.
Hetelucht Eco 40-200°C Voor het gezond bereiden van geselecteerde gerechten op
één niveau, zonder voorverwarmen.
De ventilator verdeelt de warmte van het ronde verwarmings-
element aan de achterkant in de binnenruimte.
Het meest doeltreffend is de verwarmingsmodus tussen
125-200 °C.
Deze verwarmingsmethode wordt voor het bepalen van het
energieverbruik in de circulatieluchtmodus en de energieklas-
se gebruikt.
Apparaat drogen 150°C Na het gebruik van de magnetron de binnenruimte drogen
4.6 Magnetronvermogen
Hier vindt u een overzicht van de magnetronvermogens en het gebruik ervan.
De magnetronvermogens zijn standen en komen niet altijd overeen met het precieze aantal watt dat door het appa-
raat wordt gebruikt.