Operation Manual
80
Magnetronvermogen en bedieningselementen
Wanneer u op een toets drukt, is de betreffende indicatie
verlicht.
Volledig te verzinken bedieningsknop
De draai-, temperatuur en functiekeuzeknop zijn indrukbaar.
Om in en uit te schakelen op de daarvoor bestemde
keuzeknop drukken.
Functiekeuzeknop
Met de functiekeuzeknop stelt u de functies in. Hier krijgt u een
overzicht van de functies van uw apparaat.
Aanwijzingen
■ Wanneer u op de functiekeuzeknop drukt, gaat het apparaat
aan. Het symbool
~ is verlicht.
■ De magnetron functioneert alleen wanneer u op de knop
drukt. Het symbool
~ is verlicht.
Inschuifhoogtes
De toebehoren kunnen op 4 verschillende hoogtes in de
binnenruimte geschoven worden.
Aanwijzing: U kunt vormen ook op de bodem van de oven
plaatsen (hoogte 0).
Toebehoren
Bij de levering van uw apparaat zijn de volgende toebehoren
inbegrepen:
Binnenruimte
Uw apparaat heeft een koelventilator.
Koelventilator
De koelventilator wordt zonodig in- en uitgeschakeld. De warme
lucht ontsnapt via de deur.
Attentie!
De ventilatiesleuven niet afdekken. Anders raakt de oven
oververhit.
Aanwijzingen
■ Na gebruik loopt de koelventilator een bepaalde tijd lang na.
■ Bij gebruik van de magnetron wordt het apparaat niet warm.
Toch wordt de koelventilator ingeschakeld. Hij kan ook
doorlopen wanneer de magnetronfunctie beëindigd is.
■ Bij het deurvenster, de binnenwanden en op de bodem kan
condenswater optreden. Dit is normaal, de werking van de
magnetron wordt hierdoor niet gehinderd. Veeg het
condenswater na de bereiding weg.
Het apparaat in- en uitschakelen
Met de functiekeuzeknop schakelt u de magnetron in en uit.
Inschakelen
1.Op de functiekeuzeknop drukken.
Het apparaat gaat aan. Het symbool
~ is verlicht.
2.Kies een nieuwe functie:
■ Toets 90, 180, 360, 600 of 1000 W voor een
magnetronvermogen
■ Toets °±² = serie-instelling
■ Een functie en temperatuur instellen.
■ Toets n = automatische programma's
Hoe u instelt, kunt u in de afzonderlijke hoofdstukken nalezen.
Temperatuurknop Temperatuurknop
Temperatuur instellen (zie het hoofd-
stuk: Apparaat bedienen)
Instellingen in het menu Basisinstellin-
gen wijzigen (zie het hoofdstuk: Basisin-
stellingen)
n
Automatische programma's kiezen
ƒ
Hiermee start u de ovenfunctie.
„
Hiermee onderbreekt u de ovenfunctie
resp. wist u de instelling
Functies Toepassing
3
Hete lucht Om cakes in vormen, biscuit- en
kwarktaarten en gebak, pizza's en
klein gebak op de bakplaat te bakken.
4
Heteluchtgrill Voor gevogelte en grotere stukken
vlees.
=
Circulatiegrill Voor het braden van stukken vlees.
+
Grill, groot Voor grote hoeveelheden platte, kleine
gerechten van de grill (bijv. steaks,
worstjes)
(
Grill, klein Voor kleine hoeveelheden platte,
kleine gerechten van de grill
(bijv. steaks, toast)
n
Programma's 4 ontdooiprogramma's
11 bereidingsprogramma's
Functie en tijdsduur zijn afhankelijk
van het gewicht vastgelegd.
Bedieningselemen-
ten
Gebruik
Rooster
Voor servies, taartvormen,
grillstukken en diepvriesgerechten.
U kunt het rooster tot twee derde
naar buiten trekken zonder dat het
kantelt. Zo kunt u de gerechten er
gemakkelijker uit halen.
Emaillen bakplaat
Voor gebak en koekjes.
Aanwijzing: Schuif de bakplaat met
de schuine kant tot aan de aanslag
in de oven.
Attentie!
De emaillen bakplaat is niet
geschikt voor gebruik met de
magnetron.