Operation Manual
88
Foutmeldingen
Bij enkele foutmeldingen kunt u zelf voor een oplossing zorgen.
Lamp in de binnenruimte vervangen
U kunt de ovenlamp vervangen. Temperatuurbestendige
halogeenlampen, 25 W, 240 V, kunt u krijgen bij de
klantenservice of uw speciaalzaak.
: Kans op een elektrische schok!
De ovenlamp nooit vervangen wanneer het apparaat
ingeschakeld is. Haal de netstekker uit het stopcontact of
schakel de zekering in de meterkast uit.
Aanwijzing: Neem de nieuwe halogeenlamp altijd met een
droge doek uit de verpakking. Hierdoor wordt de levensduur
van de lamp verlengd.
Zo gaat u te werk
Aanwijzing: Om de lamp in de binnenruimte te vervangen dient
u het toestel te demonteren. Houd u aan de aanwijzingen in het
installatievoorschrift.
1.Zekering in de meterkast uitschakelen of de netstekker uit het
stopcontact halen.
2.Apparaatdeur openen.
De bevestigingsschroeven aan de rechter- en linkerkant van
de oven losdraaien. Neem de aanwijzingen in het
installatievoorschrift in acht.
3.Voorzichtig verwijderen.
4.De schroef van de lampafscherming aan de linkerzijwand van
buiten losdraaien en de afscherming afnemen. (Afbeelding A)
De halogeenlamp uitnemen. (Afbeelding B)
5.De nieuwe halogeenlamp inbrengen (Afbeelding C)
De magnetron wordt niet ingescha-
keld.
De deur is niet helemaal gesloten. Controleer of er resten van een gerecht of een
voorwerp tussen de deur klem zitten. Zorg
ervoor dat de dichtingsvlakken schoon zijn. Con-
troleer of de deurdichting gedraaid zit.
De toets
ƒ is niet ingedrukt. De toets ƒ indrukken.
De gerechten worden langzamer
warm dan gewoonlijk.
Te klein magnetronvermogen ingesteld. Hoger vermogen kiezen.
Er is een grotere hoeveelheid dan gebruike-
lijk in het apparaat gedaan.
Dubbele hoeveelheid bijna dubbele tijdsduur.
De gerechten zijn kouder dan gewoonlijk. De gerechten tussentijds omroeren of keren.
Er klinkt een signaal. De dubbele
punt op het display knippert.
Het apparaat bevindt zich in de demonstra-
tiemodus.
1. De toets °±² indrukken.
2. De toets n drie seconden lang ingedrukt
houden.
De demomodus is gedeactiveerd.
Storing Mogelijke oorzaak Oplossing / aanwijzing
Foutmelding Mogelijke oorzaak Oplossing / aanwijzing
Op het display verschijnt de foutmel-
ding "Er1" of "Er4".
De temperatuursensor is uitgevallen. Neem contact op met de servicedienst.
Op het display verschijnt de foutmel-
ding "Er11". "De toets klemt"
De toetsen zijn vervuild of het mechanisme
klemt.
Druk meerdere keren op alle toetsen en
neem contact op met de klantenservice
indien dit niet helpt.
Op het display verschijnt de foutmel-
ding "Er19".
Er is sprake van extreme oververhitting (eventu-
eel brand in de binnenruimte). Te hoog magne-
tronvermogen.
Deur niet openen, de netstekker uit het
stopcontact halen of de zekering in de
meterkast uitschakelen, laten afkoelen.
Op het tekstdisplay verschijnt de fout-
melding "Er17", "Er18" of "E305".
Technisch defect. Neem contact op met de servicedienst.
%
$
&