Operation Manual
7
■ Bij gebruik van de magnetron wordt het apparaat niet warm.
Toch wordt de koelventilator ingeschakeld. Hij kan ook
doorlopen wanneer de magnetronfunctie beëindigd is.
■ Bij het deurvenster, de binnenwanden en op de bodem kan
condenswater optreden. Dit is normaal, de werking van de
magnetron wordt hierdoor niet gehinderd. Veeg het
condenswater na de bereiding weg.
Het apparaat in- en uitschakelen
Met de functiekeuzeknop schakelt u de magnetron-
compactoven in en uit.
Inschakelen
1.Op de functiekeuzeknop drukken.
Het apparaat gaat aan. Het symbool
~ is verlicht.
2.Kies een nieuwe functie:
■ toets 90, 180, 360, 600 of 900 W voor een
magnetronvermogen
■ toets ° ±²= serie-instelling
■ Een functie en temperatuur instellen.
■ Toets n = automatische programma's
U kunt in de afzonderlijke hoofdstukken nalezen hoe u instelt.
Uitschakelen
De functiekeuzeknop terugdraaien naar de stand Û en
indrukken. De oven gaat uit. Er wordt een aflopende wekker of
de restwarmte in de binnenruimte weergegeven.
Voor het eerste gebruik
In dit hoofdstuk leest u
■ hoe u de tijd instelt
■ hoe u het apparaat voor het eerste gebruik schoonmaakt
Tijd instellen
Op het klokdisplay knippert ‹:‹‹.
1.De klokfunctietoets indrukken.
De symbolen
KJ en 3 zijn verlicht. Op het klokdisplay
verschijnt
‚ƒ:‹‹.
2.Met de draaiknop de actuele tijd instellen.
Uw instelling wordt na 3 seconden automatisch overgenomen.
Tijd wijzigen
Om de tijd achteraf te veranderen, drukt u zo vaak op de
klokfunctietoets tot de symbolen
KJ en 3 verlicht zijn. Met de
draaiknop de actuele tijd wijzigen.
Binnenruimte opwarmen
Om de geur van het nieuwe te verwijderen, warmt u de lege,
gesloten oven op. Ideaal hiervoor is een uur met boven- en
onderwarmte
% bij 240 °C.
Let erop dat zich geen verpakkingsresten, zoals korreltjes
piepschuim, in de binnenruimte bevinden.
Ventileer de keuken zolang de oven opwarmt.
1.Met de functiekeuzeknop de boven- en onderwarmte %
instellen.
2.Met de temperatuurkeuzeknop 240 °C instellen.
3.De toets ƒ indrukken.
4.Na 60 minuten de oven uitschakelen.
Hiervoor de functiekeuzeknop naar
~ terugdraaien.
Maak de afgekoelde binnenruimte schoon met warm zeepsop.
Toebehoren reinigen
Reinig de toebehoren voor het eerste gebruik grondig met
warm zeepsop en een zacht schoonmaakdoekje.
Apparaat bedienen
In dit hoofdstuk leest u
■ welke functies er voor uw oven beschikbaar zijn
■ hoe u een functie en temperatuur of grillstand instelt.
U heeft verschillende mogelijkheden om de oven in te stellen.
Hier geven wij u uitleg over de manier waarop u de gewenste
functie en temperatuur of grillstand instelt. U kunt voor uw
gerecht de tijdsduur en eindtijd instellen. Lees hierover het
hoofdstuk Elektronische klok na.
Voor uw oven kunt u kiezen uit de volgende functies. Als u
instelt, verschijnt er altijd een voorgestelde temperatuur.
Functie Temperatuurbereik in °C
3
Hete lucht 30-250
%
Boven- en onderwarmte 30-250
4
Thermogrillen 100-250
+
Grill sterk (3)
gemiddeld (2)
zwak (1)