Operation Manual

nl Apparaat bedienen
6
AirFresh-functie
Druk zo lang op de toets - tot 3 verschijnt. De
ventilator loopt ca. 5 minuten per uur.
Wilt u de AirFresh-functie beëindigen, druk dan op de
toets #.
Verlichting
U kunt de verlichting onafhankelijk van de ventilator in-
en uitschakelen.
Druk op de toets A.
Lichtsterkte instellen
Houd de toets A ingedrukt tot de gewenste helderheid
verkregen is.
Verzadigingsindicatie
Wanneer het metalen vetfilter of het actief koolfilter is
verzadigd, klinkt na uitschakeling van de ventilator
gedurende 4 seconden een signaal. Op het display
verschijnt ook het symbool: ª
Uiterlijk op dit moment dienen de metalen vetfilters
schoongemaakt te worden.
In het hoofdstuk Reinigen en verzorgen kunt u lezen hoe u
het metalen vetfilter schoonmaakt.
Terwijl de verzadigingsindicaties knipperen, kunnen ze
worden gereset. Hiervoor op de toets – drukken.
Geluidssignaal
Geluidssignaal inschakelen
Druk wanneer de ventilator uitgeschakeld is ca.
3 seconden tegelijkertijd de toetsen # en + in. Ter
bevestiging klinkt een signaal.
Geluidssignaal uitschakelen
Herhaal de handeling „Geluidssignaal inschakelen”.
Bedieningspaneel variant 2
Bedieningspaneel
Ventilator instellen
Inschakelen
Druk op de toets #.
De ventilator start in de stand ƒ.
Druk op de toets + of - om de intensiteit van de
ventilator te wijzigen.
Uitschakelen
Druk op de toets #.
Intensief-stand
Bij sterke geur- en dampvorming kunt u de intensief-
stand gebruiken.
Druk op de toets ˜. Op het display verschijnt ˜ƒ. Druk
op de toets - om weer naar de intensiefstand ˜‚ te
schakelen.
Na ca. 6 minuten schakelt de elektronica automatisch
naar een lagere ventilatorstand terug. Wilt u de
intensiefstand beëindigen voordat deze tijdsduur
afloopt, druk dan op de toets ˜.
Naloop ventilator
Druk zo lang op de toets - tot verschijnt.
Na ca. 10 minuten schakelt de ventilator automatisch
uit.
AirFresh-functie
Druk zo lang op de toets - tot 3 verschijnt. De
ventilator loopt ca. 5 minuten per uur.
Wilt u de AirFresh-functie beëindigen, druk dan op de
toets #.
NoiseReduction-functie
De NoiseReduction-functie vermindert het
ventilatorgeluid.
Inschakelen
Druk op de toets 4.
De functie is in alle ventilatorstanden, behalve in de
stand mogelijk. Hij blijft ook na het uitschakelen van
de ventilator geactiveerd.
Uitschakelen
Druk op de toets 4.
Verlichting
U kunt de verlichting onafhankelijk van de ventilator in-
en uitschakelen.
Druk op de toets A.
Lichtsterkte instellen
Houd de toets A ingedrukt tot de gewenste helderheid
verkregen is.
Verklaring
#
Ventilator Aan/Uit
4
Geluidsvermindering
- Ventilatorstanden verlagen/Naloop ventilator/Intervalventilatie
+ Ventilatorstanden verhogen/Intensiefstand 1, 2
˜
Directe opvraag intensief-stand 2
A
Licht Aan/Uit/Dimmen
IUHVK
YRO
YRO