Installation Guide

Apparaat bedienen nl
9
Bedieningspaneel variant 2
Ventilator instellen
Inschakelen
Tip op het symbool #.
De ventilator start in ventilatiestand 2.
Vermogensstand instellen
Tip op het symbool @ of A om een andere
ventilatiestand in te stellen.
Uitschakelen
Tip op het symbool #.
NoiseReduction-functie
De NoiseReduction-functie vermindert het
ventilatorgeluid.
Inschakelen
Aanwijzing: De functie is in alle ventilatiestanden,
behalve in de stand mogelijk. De functie blijft ook na
het uitschakelen van de ventilator geactiveerd.
Tip op het symbool Q.
Uitschakelen
Tip op het symbool Q.
AirFresh-functie
Inschakelen
Tip op het symbool 3.
Op het display wordt 3 weergegeven.De ventilator
loopt ca. 5 minuten per uur in ventilatiestand 1.
Uitschakelen
Tip op het symbool 3.
De AirFresh-functie is beëindigd.
Naloop ventilator
Inschakelen
Tip op het symbool 9.
De ventilator loopt in ventilatiestand 1.
Na ca. 10 minuten schakelt de ventilator automatisch
uit.
Uitschakelen
Tip op het symbool 9.
De ventilatornaloop wordt direct beëindigd.
Intensief-stand
Bij sterke geur- en dampvorming kunt u de intensief-
stand gebruiken.
Inschakelen
Tip op het symbool ˜. Op het display is ˜ƒ verlicht. Tip
opnieuw op het symbool ˜ om weer naar de
intensiefstand ˜‚ te gaan.
Aanwijzing: Na ca. zes minuten schakelt de afzuigkap
zelfstandig terug naar ventilatorstand 3.
Uitschakelen
Wilt u de intensiefstand voor afloop van de vooraf
ingestelde tijd beëindigen, tip dan op het symbool ˜.
Tussenstand van het glazen front
Bij enkele apparaten is een tussenstand van het glazen
front mogelijk. Bij bijzondere sterke geur- en
dampontwikkeling kan de tussenstand worden gebruikt.
Het glazen front in het midden vastpakken en
voorzichtig openen.
Symbool Toelichting
#
Ventilator Aan/Uit
Q
NoiseReduction-functie
3
AirFresh-functie
9
Naventilatie
A
Ventilatiestand verlagen
@
Ventilatiestand verhogen/intensiefstand 1,2
˜
Directe opvraag intensiefstand 2
Automatische stand
k
AmbientLight
6
Licht Aan/Uit/Dimmen
Indicatie Toelichting
Q
NoiseReduction-functie
1-3 Ventilatiestanden
9
Naventilatie
3
AirFresh-functie
D
Op de kookplaat gebaseerde kapregeling