$IZDVDXWRPDDW QO *HEUXLNVDDQZLM]LQJ S...
6WDUW $ % & 5HVHW VHF
nl Inhoudsopgave 8 Bestemming van - Serviesgoed het apparaat . . . . . . . . . . . . . . . 4 ( Veiligheids- voorschriften .... 4 Voordat u het apparaat in gebruik neemt . . . . . . . . . . . . Bij aflevering . . . . . . . . . . . . . . . . . Bij de installatie. . . . . . . . . . . . . . . Dagelijks gebruik . . . . . . . . . . . . . Deurvergrendeling . . . . . . . . . . . . Bij schade. . . . . . . . . . . . . . . . . . . Bij het afvoeren van het apparaat . 7 Milieubescherming . . . . . . . . . . .
nl Bestemming van het apparaat Automatisch uitschakelen / Binnenverlichting . . . . . . . . . . . . . Uitschakelen van het apparaat . . . Onderbreken van het programma Afbreken van het programma . . . . Wijzigen van het programma . . . . Intensief drogen . . . . . . . . . . . . . . 2 Reinigen en onderhouden Algemene toestand van de machine . . . Onthardingszout en glansspoelmiddel . . Zeven . . . . . . . . . . . Sproeiarmen . . . . . . . . . . . . . 26 . 27 . 28 . 28 . 28 .
Veiligheidsvoorschriften Kinderen mogen niet met het apparaat spelen. Reiniging en onderhoud van het toestel mogen niet worden uitgevoerd door kinderen, tenzij zij 8 jaar of ouder zijn en onder toezicht staan. Zorg ervoor dat kinderen die jonger zijn dan 8 jaar uit de buurt blijven van het toestel of de aansluitkabel.
nl Veiligheidsvoorschriften Overtuig u ervan dat het aardingssysteem van de elektrische huisinstallatie volgens de elektrotechnische voorschriften is geïnstalleerd. De elektrische aansluitvoorwaarden moeten overeenkomen met de gegevens op het typeplaatje 92 van de afwasautomaat. Als de elektrische aansluitkabel van het apparaat beschadigd wordt, dan moet deze door een speciale aansluitkabel vervangen worden. Om gevaren te voorkomen, dient men deze aan te schaffen via de klantenservice.
Veiligheidsvoorschriften Na het plaatsen van het apparaat moet de stekker gemakkelijk te bereiken zijn. (Zie Elektrische aansluiting) Bij sommige modellen: In de kunststof behuizing aan de wateraansluiting bevindt zich een elektrisch ventiel, in de toevoerslang bevinden zich de aansluitingsleidingen. De slang niet doorsnijden, de kunststof behuizing niet in water onderdompelen. Dagelijks gebruik Let op de veiligheidsvoorschriften resp.
nl Veiligheidsvoorschriften m Waarschuwing Verwondingsgevaar! Om verwondingen bijv. door struikelen te voorkomen: de afwasautomaat tijdens het in- en uitladen zo kort mogelijk openen. Messen en andere voorwerpen met scherpe punten plat in de besteklade leggen. Niet op de geopende deur gaan zitten of staan. Let er bij vrijstaande apparaten op dat de korven niet overladen zijn.
Milieubescherming Kinderen uit de buurt van de geopende afwasautomaat houden. De afwasautomaat kan nog kleine voorwerpen bevatten die door kinderen ingeslikt zouden kunnen worden, en het water in de binnenruimte is geen drinkwater, het kan afwasmiddelresten bevatten. Let op dat kinderen niet in de tab-opvangschaal 1B grijpen. De vingertjes kunnen in de sleuven beklemd raken.
nl Kennismaking met het apparaat Binnenkant van het apparaat * Kennismaking met het apparaat m ngsK kianie them te De afbeeldingen van het bedieningspaneel en van de binnenruimte van het apparaat vindt u vooraan in de omslag van deze gebruiksaanwijzing. In de tekst wordt op de verschillende posities gewezen. Eco-droging Uw afwasautomaat beschikt over de functie eco-droging. Wanneer u het programma Eco 50° hebt gekozen, gaat de deur automatisch open na afloop van het programma.
Wateronthardingsinstallatie/Onthardingszout + Wateronthardingsinstallatie/ Onthardingszout outzngsdirhaO nt/eitallatnsingsdirhaontW reta Voor een goed afwasresultaat heeft de afwasautomaat zacht water, d.w.z. water met weinig kalk nodig. Anders zetten zich witte kalkresten op het serviesgoed en de binnenkant van de spoelruimte af. Leidingwater is harder dan 7° dH (1,2 mmol/l), moet onthard worden.
nl Wateronthardingsinstallatie/Onthardingszout Gebruik van onthardingszout Onmiddellijk vóór het inschakelen van het apparaat zout bijvullen. Hiermee bereikt u dat de overgelopen zoutoplossing onmiddellijk wordt uitgespoeld en corrosie aan het spoelreservoir wordt voorkomen. 1. De schroefdop van het voorraadreservoir 1R eraf draaien. 2. Het reservoir met water vullen (alleen nodig bij het eerste gebruik). 3. Hierna onthardingszout bijvullen (geen keukenzout of tabletten).
Glansspoelmiddel , Glansspoelmiddel m ldelpoeisnsaGl Als indicatie Glansspoelmiddel bijvullen H op het bedieningspaneel brandt, dan is er nog glansspoelmiddel voor 1-2 afwasbeurten aanwezig. U moet glansspoelmiddel bijvullen. Glansspoelmiddel hebt u nodig voor streeploos gedroogd serviesgoed en heldere glazen. Gebruik alleen glansspoelmiddel voor huishoudelijke afwasautomaten.
nl Glansspoelmiddel Hoeveelheid glansspoelmiddel instellen Indicatie glansspoelmiddel bijvullen uitschakelen De hoeveelheid glansspoelmiddel is van §:‹‹ tot §:‹‡ instelbaar. Stel de hoeveelheid wasverzachter in op §:‹… voor een bijzonder goed droogresultaat. In de fabriek is niveau §:‹… ingesteld. Verander de hoeveelheid glansspoelmiddel alleen als er strepen (lagere stand instellen) of watervlekken (hogere stand instellen) op het serviesgoed achterblijven. 1. Deur openen. 2.
Serviesgoed - Serviesgoed dgoeseviS re Ongeschikt servies Bestek en servies met houten onderdelen. Gevoelige gedecoreerde glazen, kunstnijverheidsservies en -vazen en antiek servies. De decoraties zijn niet bestand tegen afwassen in een afwasautomaat. Niet hittebestendige kunststof voorwerpen/onderdelen. Koperen en tinnen serviesgoed. Serviesgoed dat bevuild is met as, kaarsvet, smeerolie of verf.
nl Serviesgoed Kopjes en glazen Pannen Bovenste servieskorf 12 Onderste servieskorf 1b Aanwijzing Er mag geen serviesgoed op het tablettenbakje 1B staan. Dit kan het deksel van het reinigingsmiddelbakje blokkeren, waardoor het niet volledig open gaat. Tip Erg vervuild serviesgoed (pannen) moet in de onderste korf worden ingeruimd. Door de sterkere sproeistraal verkrijgt u zo een beter afwasresultaat. 16 Tip Andere voorbeelden hoe u uw afwasautomaat optimaal kunt inruimen, vindt u op onze homepage.
Serviesgoed Besteklade Het bestek zoals afgebeeld in de besteklade 1* inruimen. Apart inruimen van het bestek vergemakkelijkt het uitruimen na het afwassen. De lade kan eruit gehaald worden. Omklapbare bordensteunen * Omklapbarebordensteune * Afhankelijk van het model De bordensteunen zijn omklapbaar waardoor pannen, schalen en glazen praktischer kunnen worden ingeruimd. Afhankelijk van het model kunnen de zijdelen neergeklapt worden om meer ruimte te hebben voor groot bestek.
nl Afwasmiddel Verstellen van de korfhoogte De bovenste servieskorf 12 kan in de hoogte op 3 standen versteld worden om in de bovenste of onderste servieskorf meer plaats te creëren. Hoogte van het apparaat 81,5 cm Bovenste korf Stand 1 max. ø Stand 2 max. ø Stand 3 max. ø 14 cm 16 cm 19 cm Onderste korf 30 cm 28 cm 25 cm 1. De bovenste servieskorf 12 uittrekken. 2. Om de korf te laten zakken: de twee hendels links en rechts aan de buitenkant van de korf een voor een naar binnen drukken.
Afwasmiddel Vul afwasmiddel 1. Als het afwasmiddelbakje 9" nog dicht is: vergrendeling 9* bedienen om het te openen. Afwasmiddel alleen in het droge afwasmiddelbakje 9" gieten (tablet plat neerleggen, niet op zijn kant). Dosering: zie de aanwijzingen van de fabrikant op de verpakking. De indeling in het afwasmiddelbakje 9" biedt hulp bij de juiste dosering van poedervormig of vloeibaar afwasmiddel. Gewoonlijk volstaat 20 ml–25 ml bij normale vervuiling. Bij gebruik van tabs is één tablet voldoende.
nl Afwasmiddel Gecombineerde reinigingsmiddelen Naast de gebruikelijke afwasmiddelen (Solo) wordt een aantal producten aangeboden met extra functies. Deze producten bevatten behalve afwasmiddel vaak ook glansspoelmiddel en zoutvervangende stoffen (3in1) en, afhankelijk van de combinatie (4in1, 5in1, enz.), ook nog extra componenten zoals glasbescherming of glansmiddel voor roestvrij staal. Gecombineerde reinigingsmiddelen functioneren alleen tot een bepaalde hardheidsgraad (meestal 21°dH).
Programma-overzicht nl / Programma-overzicht htcm iazogrm ovePr-a In dit overzicht staat het maximaal mogelijke aantal programma’s vermeld. De bijpassende programma’s en hun rangschikking vindt u op het bedieningspaneel.
nl Extra functies § Halve belading * Programmakeuze Halvebelading Aan de hand van het soort serviesgoed en de mate van vervuiling kunt u een passend programma uitzoeken. Als u maar weinig afwas hebt (bijv. glazen, kopjes, borden), dan kunt u de „Halve belading” bijschakelen. Hiermee bespaart u water, energie en tijd. Vul het afwasmiddelbakje met iets minder afwasmiddel dan zoals aanbevolen bij een volle belading van de machine.
Apparaat bedienen Inschakelen van het apparaat 1 Apparaat bedienen taA rpa Programmagegevens De programmagegevens (verbruikswaarden) vindt u in de korte handleiding. Ze hebben betrekking op normale omstandigheden en de instelwaarde van de waterhardhei d •:‹…. Verschillende factoren zoals de temperatuur van het water en de druk in de waterleiding zijn hierbij van invloed en kunnen tot afwijkingen leiden.
nl Apparaat bedienen Eco-droging Optische indicatie tijdens het programmaverloop * Optischeindicatietijdenshetprogram averlo p Wanneer u het programma Eco 50° hebt gekozen, gaat de deur automatisch open na afloop van het programma. Dit zorgt voor een bijzonder economische droging. U kunt de eco-droging in- of uitschakelen. 1. Deur openen. 2. AAN/UIT-schakelaar ( inschakelen. 3. Programmatoets # ingedrukt houden en de START-toets ` net zolang indrukken tot de cijferindicatie •:‹... aangeeft. 4.
Apparaat bedienen Om de instelling te wijzigen: 1. Deur openen. 2. AAN/UIT-schakelaar ( inschakelen. 3. Programmatoets # ingedrukt houden en de START-toets ` net zolang indrukken tot de cijferindicatie •:‹... aangeeft. 4. Beide toetsen loslaten. Het lampje van toets # knippert. 5. Programmatoets # meermaals indrukken tot op de cijferindicatie h †:‹... (voor de optische indicatie) de tot dusver ingestelde waarde verschijnt, bijv. †:‹‚. 6.
nl Apparaat bedienen Einde van het programma Het programma-einde O / ‹:‹‹ wordt bij de vloer weergegeven – indien de optische indicatie ingeschakeld en zichtbaar is. Bovendien wordt het einde van het programma door een zoemtoon akoestisch aangegeven. Deze functie kan als volgt gewijzigd worden: 1. Deur openen. 2. AAN/UIT-schakelaar ( inschakelen. 3. Programmatoets # ingedrukt houden en de START-toets ` net zolang indrukken tot de cijferindicatie •:‹... brandt. 4. Beide toetsen loslaten.
Apparaat bedienen 1. Deur openen. 2. AAN/UIT-schakelaar ( inschakelen. 3. Programmatoets # ingedrukt houden en de START-toets ` net zolang indrukken tot de cijferindicatie •:‹... brandt. 4. Beide toetsen loslaten. De indicatie van toets # knippert en op de cijferindicatie h brandt de door de fabriek ingestelde waarde •:‹…. 5. Programmatoets # net zo vaak indrukken tot op de cijferindicatie h de waarde ˜:‹… verschijnt. Om de instelling te wijzigen: 1. Programmatoets 3 indrukken.
nl Apparaat bedienen Onderbreken van het programma Afbreken van het programma (Reset) 1. Deur openen. 2. AAN/UIT-schakelaar ( uitschakelen. De indicatielampjes gaan uit. Het programma blijft in het geheugen opgeslagen. Als bij aansluiting op warm water of als het apparaat al is opgewarmd de deur van het apparaat geopend werd, de deur eerst een paar minuten op een kier laten staan en dan pas dichtdoen.
Reinigen en onderhouden Intensief drogen Tijdens het glansspoelen wordt de temperatuur verhoogd waardoor het droogresultaat wordt verbeterd. De looptijd kan hierdoor iets verlengd worden. (Wees voorzichtig met gevoelig serviesgoed!) 1. Deur openen. 2. AAN/UIT-schakelaar ( inschakelen. 3. Programmatoets # ingedrukt houden en de START-toets ` net zolang indrukken tot de cijferindicatie •:‹... brandt. 4. Beide toetsen loslaten.
nl Reinigen en onderhouden Gebruik bij het reinigen van uw afwasautomaat nooit een stoomreiniger. De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld voor eventuele gevolgen. De voorkant van het apparaat en het bedieningspaneel regelmatig met een vochtig doekje afnemen. Water met een scheutje afwasmiddel is voldoende. Geen schuursponsjes gebruiken of schoonmaakmiddelen met schuurmiddelen. Dit kan krassen op de oppervlakken veroorzaken.
Wat te doen bij storingen? Sproeiarmen Kalk en etensresten in het afwaswater kunnen de sproeiopeningen en de lagers van de sproeiarmen 1: en 1J blokkeren. 1. Sproeiopeningen van de sproeiarmen op verstopping controleren. 2. De bovenste sproeiarmen afschroeven 1: (1/4 slag). 3. De onderste sproeiarm 1J naar boven eraf trekken. nl 4. Sproeiarmen onder stromend water schoonmaken. 5. Sproeiarmen weer vastdrukken resp. vastschroeven.
nl Wat te doen bij storingen? Afvoerpomp Grote voedselresten of voorwerpen die niet door de zeven zijn tegengehouden, kunnen de afvoerpomp blokkeren. Het spoelwater staat dan tot boven de zeef. 6. Schoepenrad controleren op vreemde voorwerpen en deze eventueel verwijderen. 7. Afdekking weer op de oorspronkelijk positie aanbrengen en omlaagdrukken tot hij vastzit (klik).
Wat te doen bij storingen? nl Storingentabel Storing Indicatie „Watertoevoer controleren” 8 brandt. Oorzaak Watertoevoerslang geknikt. Kraan dicht. Kraan verstopt of verkalkt. Zeef aan de kraan verstopt. Foutcode “:‹ˆ brandt. Foutcode “:‚ƒ brandt. Foutcode “:‚… brandt. Foutcode “:‚† brandt. Foutcode “:‚‡ brandt. Foutcode “:ƒƒ brandt. Aanzuigopening (aan de rechter binnenzijde van het apparaat) afgedekt door serviesgoed. Verwarmingselement verkalkt of vuil. Waterstop geactiveerd.
nl Wat te doen bij storingen? Storing Foutcode “:ƒ… brandt. Foutcode “:ƒ† brandt. Foutcode “:ƒˆ brandt. Een andere foutcode verschijnt op de cijferindicatie. (“:‹‚ tot “:„‹) Op de cijferindicatie h verschijnt p of •.* Display knippert. Bijvulindicatie voor zout @ en/of glansspoelmiddel H brandt. Bijvulindicatie voor zout @ en/of glansspoelmiddel H brandt niet. Na afloop van het programma blijft er water in het apparaat staan. 34 Oorzaak Waterafvoerslang verstopt of geknikt.
Wat te doen bij storingen? Storing Serviesgoed niet droog. Oorzaak Geen of te weinig glansspoelmiddel in het voorraadbakje. Een programma zonder drogen gekozen. Waterophoping in het serviesgoed en bestek. Het gecombineerde reinigingsmiddel heeft een slechte droogcapacitiet. Kunststofserviesgoed niet droog. Bestek niet droog. Binnenzijden van het apparaat nat na het spoelen. Intensief drogen voor versterkte droging niet geactiveerd.
nl Wat te doen bij storingen? Storing Etensresten op het serviesgoed. Oorzaak Serviesgoed te dicht op elkaar ingeruimd, servieskorf te vol. Sproeiarmen konden niet ongehinderd ronddraaien. Sproeiers van sproeiarmen verstopt. Zeven 1Z vuil. Zeven 1Z onjuist aangebracht en/of niet vastgezet. Te zwak afwasprogramma gekozen. Serviesgoed te sterk voorgereinigd, daarom kiest de sensortechniek voor een zwak spoelprogramma. Hardnekkig vuil kan gedeeltelijk niet worden verwijderd.
Wat te doen bij storingen? Storing Reinigingsmiddelresten. Watervlekken op kunststofdelen. Oorzaak Deksel van het reinigingsmiddelbakje geblokkeerd door serviesgoed, daarom gaat het deksel niet volledig open. Deksel van het reinigingsmiddelbakje wordt geblokkeerd door het tablet. Tabletten gebruikt in het snelprogramma of korte programma. Oplostijd van het reinigingsmiddel wordt niet bereikt binnen het gekozen korte programma.
nl Wat te doen bij storingen? Storing Witte, moeilijk verwijderbare aanslag op serviesgoed, reservoir of deur. Thee- of lippenstiftresten op het serviesgoed. Oorzaak Inhoudstoffen van het reinigingsmiddel zetten zich af. Deze aanslag laat zich meestal niet chemisch verwijderen (apparaatreinigingsmiddel, ...). Onjuiste waterhardheid ingesteld of waterhardheid is hoger dan 50°dH (8,9 mmol/l). 3-in-1-reinigingsmiddel of bio/ eco-reinigingsmiddel onvoldoende effectief.
Wat te doen bij storingen? Storing Verkleuring op kunststofdelen. Oorzaak Te lage spoeltemperatuur. Serviesgoed te sterk voorgereinigd, daarom kiest de sensortechniek voor een zwak spoelprogramma. Hardnekkig vuil kan gedeeltelijk niet worden verwijderd. Kunststof onderdelen in de Verkleuring van de kunststof onderdelen in de binnenruimte kunnen tijdens de levensduur van de binnenruimte van het afwasautomaat verkleuren. apparaat. Te veel glansspoelmiddel.
nl Wat te doen bij storingen? Storing Oorzaak Roestsporen op het bestek. Het bestek is niet voldoende roestbestendig. Messenlemmeten zijn hier vaak sterker door getroffen. Bestek roest ook wanneer het samen met roestige voorwerpen wordt afgewassen (handgrepen van pannen, beschadigde servieskorven enz.). Zoutgehalte in het afwaswater te hoog doordat het deksel van het zoutreservoir niet goed is vastgedraaid of bij het bijvullen zout gemorst werd. Het apparaat start niet.
Wat te doen bij storingen? Storing Oorzaak Eco-droging gedeactiveerd. De deur gaat niet automatisch open na afloop van het programma Toetsblokkering geactiveerd. * Eco 50°. Programma Eco 50° niet geselecteerd. Extra functies geselecteerd. Intensief drogen ingeschakeld. Deur is niet goed ingesteld. Deur en deurafdichting zijn vuil. De deur laat zich moeilijk openen. De deur laat zich niet sluiten. Voor het instellen van de deurspleet zijn verkeerde schroeven gebruikt.
nl Wat te doen bij storingen? Storing Apparaat blijft steken tijdens het programma of het programma valt stil. Oorzaak Deur niet geheel gesloten. Geen serviesgoed of geurdispenser in het tablettenbakje doen. Bovenkorf drukt tegen de binnendeur en verhindert een goede sluiting van de deur. Stroom- en/of watertoevoer onderbroken. Klappende geluiden van de Afhankelijk van de huisinstallatie, vulventielen. daarom geen apparaatfout. Geen invloed op de werking van het apparaat.
Servicedienst 4 Servicedienst tnsediecviS re 5 Plaatsen en aansluiten nestaP l Als u de storing niet zelf kunt verhelpen, neem dan contact op met de Servicedienst. Wij vinden altijd een passende oplossing, ook om onnodige bezoeken van technici te vermijden. De contactgegevens van de dichtstbijzijnde Servicedienst vindt u op de achterkant van deze gebruiksaanwijzing of in de bijgesloten lijst met Servicedienstadressen. Vermeld bij een telefoongesprek a.u.b. het fabrikaatnummer (ENr.
nl Plaatsen en aansluiten Aflevering Plaatsing Uw afwasmachine werd in de fabriek grondig gecontroleerd op correct functioneren. Hierbij zijn kleine watervlekken achtergebleven. Deze zijn na de eerste afwas verdwenen. De vereiste inbouwmaten vindt u in het montagevoorschrift. Het apparaat met behulp van de verstelbare voetjes waterpas zetten. Let erop dat het apparaat stevig staat.
Plaatsen en aansluiten Drinkwateraansluiting 1. De drinkwateraansluiting volgens de montagehandleiding aansluiten met behulp van de bijgevoegde onderdelen. Zorg ervoor dat de drinkwateraansluiting niet wordt geknikt of geplet, of in de knoop raakt. 2. Bij vervanging van het apparaat moet altijd een nieuwe watertoevoerslang in gebruik worden genomen. Waterdruk: Minimaal 0,05 MPa (0,5 bar), maximaal 1 MPa (10 bar). Bij hogere waterdruk: een drukreduceerventiel ervoor installeren.
nl Plaatsen en aansluiten Het stopcontact moet zich in de buurt van het apparaat bevinden en ook na het inbouwen gemakkelijk bereikbaar zijn. Als de stekker niet gemakkelijk bereikbaar is, dan moet er volgens de veiligheidsvoorschriften een meerpolige scheidingsinstallatie met een contactopening van minimaal 3 mm aanwezig zijn. Veranderingen in de aansluiting mogen alleen door een vakkundig monteur worden uitgevoerd.
.LQGHUEHYHLOLJLQJ GHXUYHUJUHQGHOLQJ â $WWHQWLH .LQGHUEHYHLOLJLQJ DFWLYHUHQ 'HXU RSHQHQ ELM JHDFWLYHHUGH NLQGHUEHYHLOLJLQJ .
&RQVWUXFWD 1HII 9HUWULHEV *PE+ &DUO :HU\ 6WUDH ' 0QFKHQ $48$ 6723 JDUDQWLH YHUYDOW ELMâDSSDUDWHQ ]RQGHU $TXD 6WRS $OVâDDQYXOOLQJ RSâGHâ JDUDQWLH DDQVSUDNHQ WHJHQRYHU GHâYHUNRSHU LQâ GHâNRRSRYHUHHQNRPVW HQâ DOV DDQYXOOLQJ RSâRQ]H JDUDQWLH RSâKHW DSSDUDDW ZRUGW Xâ VFKDGHORRV JHVWHOG DOV DDQ RQGHUVWDDQGH YRRUZDDUGHQ ZRUGW YROGDDQ $OVâGRRU HHQâIRXW LQâRQV $TXD 6WRS V\VWHHP ZDWHUVFKDGH ZRUGW YHURRU]DDNW YHUJRHGHQ ZLM GHâVFKDGH DDQ SDUWLFXOLHUH JHEUXLNHUV 2PâKHW ZDWHUEHYHLOLJLQJVV\VWHHP