QO *(%58,.
6WDUW $ % & 5HVHW VHF
nl Inhoudsopgave Veiligheidsvoorschriften . . . . . . . . . . . . . Voordat u het apparaat in gebruik neemt . . . . . . . . . . . . . . . . . Bij aflevering . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Bij de installatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . Dagelijks gebruik . . . . . . . . . . . . . . . . . Bij kinderen in het huishouden . . . . . . . Deurvergrendeling . . . . . . . . . . . . . . . . Bij schade . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Bij het afvoeren van het apparaat . . . . .
Veiligheidsvoorschriften Voordat u het apparaat in gebruik neemt Lees de gebruiksaanwijzing en het installatievoorschrift nauwkeurig door. U vindt daarin belangrijke informatie over plaatsing, gebruik en onderhoud van het apparaat. Bewaar de gebruiksaanwijzing en het montagevoorschrift voor later gebruik of voor een eventuele latere bezitter. Bij aflevering – Controleer onmiddellijk of de verpakking en de afwasautomaat tijdens het transport beschadigd zijn.
nl Bij kinderen in het huishouden – Maak gebruik – indien aanwezig – van de kinderbeveiliging. Een nauwkeurige beschrijving vindt u achter in de omslag. – Laat kinderen nooit met het apparaat spelen of het bedienen. – Kinderen uit de buurt van afwasmiddel en glansspoelmiddel houden. Deze kunnen irritaties in mond, keel en ogen veroorzaken of tot verstikking leiden. – Kinderen uit de buurt van de geopende afwasautomaat houden, Het water in het apparaat is geen drinkwater.
nl Kennismaking met het apparaat De afbeeldingen van het bedieningspaneel en van de binnenruimte van het apparaat vindt u vooraan in de omslag van deze gebruiksaanwijzing. In de tekst wordt op de verschillende posities gewezen.
nl Wateronthardingsinstallatie Voor een goed afwasresultaat heeft de afwasautomaat zacht water, d.w.z. water met weinig kalk nodig. Anders zetten zich witte kalkresten op het serviesgoed en de binnenkant van de spoelruimte af. Leidingwater met een hardheidsgraad boven 7° dH (1,2 mmol/l) moet onthard worden. Dit gebeurt met behulp van onthardingszout (regenereerzout) in de wateronthardingsinstallatie van de afwasmachine.
nl Onthardingszout $ Gebruik van onthardingszout Onmiddellijk vóór het inschakelen van het apparaat zout bijvullen. Hiermee bereikt u dat de overgelopen zoutoplossing onmiddellijk wordt uitgespoeld en corrosie aan het spoelreservoir wordt voorkomen. – De schroefdop van het voorraadreservoir 1R eraf draaien. – Het reservoir met water vullen (alleen nodig bij het eerste gebruik). – Hierna onthardingszout bijvullen (geen keukenzout of tabletten). Hierdoor wordt het water verdrongen en loopt weg.
nl Glansspoelmiddel % Als indicatie Glansspoelmiddel bijvullen H op het bedieningspaneel brandt, dan is er nog glansspoelmiddel voor 1 – 2 afwasbeurten aanwezig. U moet glansspoelmiddel bijvullen. Glansspoelmiddel hebt u nodig voor streeploos gedroogd serviesgoed en heldere glazen. Gebruik alleen glansspoelmiddel voor huishoudelijke afwasautomaten. Gecombineerde reinigingsproducten met glansspoelcomponenten kunnen alleen tot een waterhardheid van 21° dH (37° fH, 26° Clarke, 3,7 mmol/l) gebruikt worden.
nl Om de instelling te wijzigen: – Programmatoets 3 indrukken. Bij elke druk op de toets wordt de instelwaarde met één cijfer verhoogd. Als de waarde §:‹‡ is bereikt, dan springt de indicatie weer op §:‹‹ (uit). – START-toets ` indrukken. De instelwaarde is opgeslagen. – Deur sluiten. Indicatie glansspoelmiddel bijvullen uitschakelen Als de glansspoelmiddelindicatie H stoort (bijv. bij gebruik van gecombineerde reinigingsmiddelen met glansspoelcomponenten) dan kan deze worden uitgeschakeld.
nl Inruimen Pannen – Grove etensresten verwijderen. Afspoelen onder stromend water is niet nodig. – Het serviesgoed zodanig inruimen dat – het stevig staat en niet kan omvallen; – alle soorten serviesgoed met de opening naar beneden staan; – serviesgoed met een ronding of een holte schuin staat zodat het water er vanaf kan lopen; – het de twee sproeiarmen 1B en 1J tijdens het ronddraaien niet belemmert. Hele kleine voorwerpen niet in de machine afwassen. Ze kunnen gemakkelijk uit de servieskorven vallen.
nl Bestekkorf Omklapbare bordensteunen * Omklpabaeborrdensteneun Bestek altijd ongesorteerd met de scherpe kant naar beneden inruimen. Om verwondingen te voorkomen: lange, puntige bestekdelen en messen in het messenrek leggen. * Afhankelijk van het model De bordensteunen zijn omklapbaar waardoor pannen, schalen en glazen praktischer kunnen worden ingeruimd.
nl Messenrek * Mesesnrek * Afhankelijk van het model Lange messen en andere lange voorwerpen kunnen horizontaal ingeruimd worden. Bovenste servieskorf met hendels aan de zijkant – De bovenste servieskorf 1* uittrekken. – Om de korf te laten zakken: de twee hendels links en rechts aan de buitenkant van de korf een voor een naar binnen drukken. Hierbij de korf aan de zijkant aan de bovenste rand vasthouden om te voorkomen dat hij plotseling naar beneden valt.
nl Bovenste servieskorf met boven en onder een paar rollen – De bovenste servieskorf 1* uittrekken. – De bovenste servieskorf eruit halen en op de bovenste (stand 3) resp. onderste (stand 1) rollen weer erin hangen. Afwasmiddel U kunt zowel tabletten als poedervormige of vloeibare afwasmiddelen voor de wasmachine gebruiken, maar nooit handafwasmiddel. Afhankelijk van de vervuiling kan met poedervormig of vloeibaar afwasmiddel de dosering individueel worden aangepast.
nl Vul afwasmiddel – Als het afwasmiddelbakje 9* nog dicht is: vergrendeling 92 bedienen om het te openen. Afwasmiddel alleen in het droge afwasmiddelbakje 9* gieten (tablet plat neerleggen, niet op zijn kant). Dosering: zie de aanwijzingen van de fabrikant op de verpakking. De indeling in het afwasmiddelbakje 9* biedt hulp bij de juiste dosering van poedervormig of vloeibaar afwasmiddel. Gewoonlijk volstaat 20 ml–25 ml bij normale vervuiling. Bij gebruik van tabs is één tablet voldoende.
nl Aanwijzingen – Optimale afwas- en droogresultaten bereikt u door het gebruik van losse afwasmiddelen in combinatie met (apart) gebruik van onthardingszout en glansspoelmiddel. – Bij korte programma’s kunnen tabletten door een verschillende manier van oplossen eventueel niet de volle reinigingskracht ontwikkelen waardoor er onopgeloste afwasmiddeldeeltjes achterblijven. Voor deze programma's is een reinigingsmiddel in poedervorm beter geschikt.
nl Programma-overzicht In dit overzicht staat het maximaal mogelijke aantal programma’s vermeld. De bijpassende programma’s en hun rangschikking vindt u op het bedieningspaneel.
nl TurboSpeed 20 min. – bijzonder snel spoelprogramma waarbij er één keer wordt voorverwarmd* TurbSpoed20min. * Afhankelijk van het model Het apparaat wordt één keer opgewarmd (ca. 25 min.), daarna wordt het apparaat geladen en kunnen er meerdere snelle spoelbehandelingen (elk 20 min.) na elkaar worden uitgevoerd. Aanwijzing Reinigingstabletten zijn niet geschikt voor dit programma, omdat de tabletten niet volledig oplossen in deze korte tijd.
nl Extra functies Afwassen * Afhankelijk van het model Instelbaar via de toetsen extra functies X. Ÿ Tijd besparen (VarioSpeed) * TijdbesparenVa( riopeSed) Met de functie >>Tijd besparen<< kan de looptijd – afhankelijk van het gekozen afwasprogramma – met ca. 20% tot 50% verkort worden. De op een bepaald ogenblik optredende wijziging van de looptijd wordt op de cijferindicatie h aangegeven. Om bij verkorte looptijd optimale reinigingsresultaten te bereiken worden water- en energieverbruik verhoogd.
nl Inschakelen van het apparaat – Kraan helemaal opendraaien. – Deur openen. – AAN/UIT-schakelaar ( inschakelen. De indicatie van het laatst gekozen programma knippert. Dit programma blijft gekozen zolang er geen andere programmatoets 0 wordt ingedrukt. Op de cijferindicatie h knippert de vermoedelijke programmaduur. – START-toets ` indrukken. – Deur sluiten. Het programmaverloop start. Programma TurboSpeed 20 min.: Nadat de START-toets ` voor het eerst is ingedrukt, begint de opwarmfase (ca. 25 min.
nl Resttijdindicatie Einde van het programma Bij de keuze van het programma verschijnt op de cijferindicatie h de resterende duur van het programma. De programmaduur wordt tijdens het programma bepaald door de temperatuur van het water, de hoeveelheid serviesgoed en de mate van vervuiling en kan (afhankelijk van het gekozen programma) variëren. Het programma is beëindigd als op de cijferindicatie h de waarde ‹:‹‹ verschijnt.
nl Automatisch uitschakelen na afloop van het programma of binnenverlichting* Autoamtischuist chakeleni/Bnenverlihtcing * afhankelijk van het model Om energie te besparen kan de afwasautomaat 1 min. of 120 min. na afloop van het programma automatisch worden uitgeschakeld. De instelling is van ˜:‹‹ tot ˜:‹ƒ kiesbaar. ˜:‹‹ Het apparaat wordt niet automatisch uitgeschakeld. De binnenverlichting 1" brandt als de deur geopend is, onafhankelijk van de in- of uitgeschakelde AAN-/ UIT-schakelaar (.
nl Afbreken van het programma (Reset) Afrebeknvanethprograma – Deur openen. – START-toets ` gedurende ca. 3 seconden indrukken. Op de cijferindicatie h verschijnt ‹:‹‚. – Deur sluiten. Het programma is na ca. 1 minuut afgelopen. Op de cijferindicatie h verschijnt ‹:‹‹. – Deur openen. – AAN/UIT-schakelaar ( uitschakelen. – Deur sluiten. Wijzigen van het programma Na het indrukken van de START-toets ` kan het programma niet gewijzigd worden.
nl Zeven Sproeiarmen De zeven 1Z zorgen ervoor dat grove etensresten in het spoelwater niet in de afvoerpomp terechtkomen. Door deze etensresten kunnen de zeven verstopt raken. Het zevensysteem bestaat uit een grove zeef, een vlakke fijne zeef en een microzeef. – Na elke afwasbeurt de zeven op etensresten controleren. – Zeefcylinder zoals afgebeeld losdraaien en het zeefsysteem eruit halen. Kalk en etensresten in het afwaswater kunnen de sproeiopeningen en de lagers van de sproeiarmen 1B en 1J blokkeren.
nl Storingen zelf verhelpen De ervaring leert dat veel storingen die in het dagelijks gebruik optreden, door u zelf verholpen kunnen worden. Hiermee bespaart u natuurlijk kosten en bent u er zeker van dat de machine snel weer gebruikt kan worden. In het volgende overzicht vindt u eventuele oorzaken van de storingen en nuttige aanwijzingen om deze te verhelpen. – De boven- 1* en onderzeef 1j verwijderen. – Zeven 1Z eruit halen. – Water eruit scheppen, eventueel met behulp van een spons.
nl ... bij het instellen De instelling kan niet gewijzigd worden, een programma start. – Verkeerde programmatoets ingedrukt. Het programma afbreken (zie hoofdstuk „Programma afbreken (Reset)”) en van voren af aan beginnen. – Einde van het programma niet afgewacht. ... aan het apparaat De onderste sproeiarm draait moeilijk. – Sproeiarm geblokkeerd. De deur kan niet alleen moeilijk geopend worden. * – Kinderbeveiliging is geactiveerd.
nl ... bij de afwas Abnormale schuimvorming – Handafwasmiddel in het reservoir voor glansspoelmiddel. Gemorst glansspoelmiddel leidt tot overmatige schuimvorming. Daarom moet u het gemorste glansspoelmiddel met een doekje verwijderen. Het programma stopt tijdens de afwas. – Stroomtoevoer onderbroken. – Watertoevoer onderbroken. Klappende geluiden van de vulventielen – Wordt veroorzaakt door de ligging van de waterleiding maar heeft geen invloed op het functioneren van het apparaat.
nl Servicedienst Als u de storing niet zelf kunt verhelpen, neem dan contact op met de Servicedienst. De contactgegevens van de dichtstbijzijnde Servicedienst vindt u op de achterkant van deze gebruiksaanwijzing of in de bijgesloten lijst met Servicedienstadressen. Geef aan de Servicedienst typenummer (ENr. = 1) en het FD-nummer (FD = 2) op. U vindt deze gegevens op het typeplaatje 9: op de deur van het apparaat. Om de afwasautomaat goed te laten functioneren moet hij vakkundig worden aangesloten.
nl – Voor een goede stabiliteit van het apparaat mogen integreerbare of onderbouwapparaten alleen onder een doorlopend werkblad worden ingebouwd dat aan de kasten ernaast is vastgeschroefd. – Het apparaat niet in de buurt van een warmtebron (radiator, boiler, fornuis of andere apparaten die warmte afgeven) installeren en niet onder een kookplateau inbouwen. – Na het plaatsen van het apparaat moet de stekker gemakkelijk te bereiken zijn.
nl Aansluiten op de waterafvoer – De noodzakelijke handelingen vindt u in het montagevoorschrift. Eventueel een sifon met aansluitnippel monteren. – Afvoerslang met behulp van de meegeleverde onderdelen op de aansluitnippel van de sifon aansluiten. Let erop dat de waterafvoerslang niet geknikt, ingedrukt of ineen gestrengeld is en dat een stop in de afvoer het wegstromen van het water niet belemmert! Aansluiten op de watertoevoer – Aansluiting volgens het montagevoorschrift.
nl Elektrische aansluiting Transport – Het apparaat uitsluitend via een volgens de voorschriften aangebracht, randgeaard stopcontact op 220 V tot 240 V en 50 Hz of 60 Hz aansluiten. Zie het typeplaatje 9: voor de vereiste zekering. – Het stopcontact moet zich in de buurt van het apparaat bevinden en ook na het inbouwen gemakkelijk bereikbaar zijn.
nl Afvoeren van de verpakking en van uw oude apparaat Zowel de verpakking van het nieuwe apparaat als het oude apparaat bevat waardevolle grondstoffen en materiaal dat hergebruikt kan worden. De afzonderlijke delen a.u.b. gesorteerd afvoeren. U kunt bij uw leverancier of bij de gemeente informeren hoe u uw oude apparaat en het verpakkingsmateriaal kunt (laten) afvoeren. Verpakking Alle kunststof delen van het apparaat zijn gemerkt met een gestandaardiseerd afkortingsteken (bijv. >PS< polystyreen).
.LQGHUEHYHLOLJLQJ GHXUYHUJUHQGHOLQJ â .LQGHUEHYHLOLJLQJ DFWLYHUHQ 'HXU RSHQHQ ELM JHDFWLYHHUGH NLQGHUEHYHLOLJLQJ .
$48$ 6723 JDUDQWLH QO YHUYDOW ELMâDSSDUDWHQ ]RQGHU $TXD 6WRS $OVâDDQYXOOLQJ RSâGHâJDUDQWLH DDQVSUDNHQ WHJHQRYHU GHâYHUNRSHU LQâGHâNRRSRYHUHHQNRPVW HQâDOV DDQYXOOLQJ RSâRQ]H JDUDQWLH RSâKHW DSSDUDDW ZRUGW XâVFKDGHORRV JHVWHOG DOV DDQ RQGHUVWDDQGH YRRUZDDUGHQ ZRUGW YROGDDQ $OVâGRRU HHQâIRXW LQâRQV $TXD 6WRS V\VWHHP ZDWHUVFKDGH ZRUGW YHURRU]DDNW YHUJRHGHQ ZLM GHâVFKDGH DDQ SDUWLFXOLHUH JHEUXLNHUV 2PâKHW ZDWHUEHYHLOLJLQJVV\VWHHP WHâJDUDQGHUHQ PRHW KHW DSSDUDDW RSâKHW HOHNWULFLWHLWVQHW ]LMQ DDQJHVOR