Instruction Manual
Het apparaat leren kennen nl
11
Het bedieningspaneel
Bedieningsvlakken
Raakt u een symbool aan, dan wordt de betreffende
functie geactiveerd.
Aanwijzingen
■ Zorg ervoor dat het bedieningspaneel altijd schoon
en droog is. Vocht heeft een nadelige invloed op de
werking.
■ Zorg ervoor dat er geen pannen in de buurt van
indicaties en sensoren komen. De elektronica kan
dan oververhit raken.
Restwarmte-indicatie
De kookplaat heeft voor elke kookzone een restwarmte-
indicatie. Hiermee wordt aangegeven dat een kookzone
nog heet is. Raak de kookzone niet aan zolang de
restwarmte-indicatie verlicht is.
Afhankelijk van de hoogte van de restwarmte wordt het
volgende weergegeven:
■ Indicatie •: hoge temperatuur
■ Indicatie œ: lage temperatuur
Wanneer u de pan tijdens het koken van de kookzone
neemt, knipperen afwisselen de restwarmte-indicatie en
de gekozen kookstand.
Is de kookzone uitgschakeld, dan is restwarmte-
indicatie verlicht. Ook wanneer de kookplaat al
uitgeschakeld is, blijft de restwarmte-indicatie verlicht
zolang de kookzone nog warm is.
Bedieningsvlakken
#
Apparaat in- en uitschakelen
z
Bedieningspaneel blokkeren voor reinigingsdoelein-
den
1
Kinderslot inschakelen
$
Kookzone kiezen
A
Overgaan van het instelgebied van kookplaat naar
ventilatie en vice versa / Verzadigingsindicaties
terugzetten
A@
Kookstanden instellen / Ventilatie instellen /Tempe-
ratuurstanden instellen
þ
Functie CombiZone activeren
Û
BraadSensor inschakelen
˜
Powerboost-functie inschakelen / intensiefstand voor
ventilatie inschakelen
–
Warmhoudfunctie inschakelen
0
Bereidingstijd en kookwekker programmeren
Weergeven
Ú
Gebruikstoestand
‚-Š
Kookstanden / Ventilatiestanden
•/œ
Restwarmte
‹‹
Timer-functie
‚
Kinderslot
z
Bedieningspaneel is voor reinigingsdoeleinden
geblokkeerd
˜
PowerBoost-functie / Intensiefstand voor ventilatie
–
Warmhoud-functie
ó
Functie CombiZone
Û
BraadSensor
x
De bereidingstijd instellen
˜, ™,
š, ›
Temperatuurstanden
S
Kookwekker
ö
Tijdsindicatie