Instruction Manual
Braadsensor nl
25
c Braadsensor
Br aads ensor
Met deze functie is het mogelijk te bakken met behoud
van de geschikte pantemperatuur.
Deze kookzones zijn voorzien van het symbool van de
bakfunctie.
Voordelen bij het bakken en braden
■ De kookzone warmt alleen op wanneer dit nodig is
om de temperatuur te handhaven. Zo wordt energie
bespaard en de olie of het vet niet oververhit.
■ De braadfunctie meldt wanneer de lege pan de
optimale temperatuur voor toevoeging van de olie en
vervolgens het toevoegen van de gerechten heeft
bereikt.
Aanwijzingen
■ Geen deksel op de pan leggen. Anders wordt de
functie niet juist geactiveerd. Er kan een
spatbescherming worden gebruikt, om vetspetters te
voorkomen.
■ Gebruik olie of vet die geschikt zijn om te bakken en
te braden. Worden boter, margarine, pure olijfolie of
reuzel gebruikt, stel de temperatuurstand dan in op
1 of 2.
■ Nooit een pan met of zonder inhoud verwarmen
zonder dat er toezicht bij is.
■ Heeft de kookzone een hogere temperatuur dan de
pan of omgekeerd, dan wordt de braadsensor niet
op de juiste manier geactiveerd.
Pannen voor de braadsensor
Voor de braadsensor zijn speciale pannen verkrijgbaar.
Deze optionele accessoires kunt u achteraf aanschaffen
in de vakhandel of via onze technische servicedienst.
Geef steeds het corresponderende referentienummer
op.
■ Z9451X0pan met een diameter van 15cm.
■ Z9452X0pan met een diameter van 19cm.
■ Z9453X0pan met een diameter van 21cm.
■ Z9417X2teppanyaki. Alleen aanbevolen voor de
flexibele kookzone.
■ Z9416X2grillplaat. Alleen aanbevolen voor de
flexibele kookzone.
De pannen zijn voorzien van een antiaanbaklaag, zodat
u met weinig olie kunt bakken en braden.
Aanwijzingen
■ De braadsensor is speciaal ingesteld op pannen van
dit type.
■ Zorg ervoor dat de diameter van de pannenbodem
overeenkomt met de grootte van de kookzone. Zet
de pan in het midden van de kookzone.
■ Wanneer de grootte van de pannen afwijkend is of
wanneer ze slecht geplaatst zijn, wordt de
braadsensor op de flexibele kookzone mogelijk niet
geactiveerd. Zie het hoofdstuk ~ "Flex zone".
■ Andere pannen kunnen oververhit raken. De
temperatuur kan lager of hoger zijn dan de gekozen
temperatuurstand. Probeer het eerst met de laagste
temperatuurstand en verander deze zo nodig.
Temperatuurstanden
Temperatuurstand Geschikt voor
1 zeer laag Bereiden en reduceren van sauzen, stoven van groente en bakken van gerechten met koudgeperste olijfolie, boter of
margarine.
2 Laag Bakken en braden van gerechten met koudgeperste olijfolie, boter of margarine, bijv. omeletten.
3 gemiddeld -
laag
Bakken en braden van vis en dikke producten, zoals bijv. gehaktballen en worstjes.
4 gemiddeld
hoog
Bakken en braden van steaks, well done, gepaneerde diepvriesporducten en dunne gerechten, bijv. schnitzel, reepjes
vlees in saus en groente.
5 Hoog Bakken en braden van gerechten bij hoge temperaturen, bijv. steaks, rare (saignant) of medium, aardappelpannen-
koekjes en gebakken aardappels.