Nefit houdt Nederland war m Installatie-instructie Nefit EcomLine HRC 23V-23/28V
1 2 3 4 5 6 7 17 18 19 20 8 21 9 22 23 10 24 25 11 26 12 13 27 14 15 28 16 aanvoer ø 22 mm warm water ø 15 mm 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. Frame Automatische ontluchter Lucht / gas aansluitstuk Branderthermostaat Ionisatiepen Gloeiplug Gas inspuiter Safety-sensor Gebogen gaspijp Ventilator 230V Tapvat UBA (Universele Brander Automaat) Diagnose display Temperatuurmeter retour ø 22 mm koud water ø 15 mm gas ø 15 mm 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23. 24. 25. 26. 27. 28.
VOORWOORD De Nefit EcomLine toestellen zijn hoog rendement wandhangende cv-toestellen van Nefit. Het hoge rendement wordt verkregen door de uitgekiende regeling in combinatie met de gebruikte componenten, zoals brander en warmtewisselaar. Nefit heeft haar jarenlange ervaring met HR-toestellen. Deze ervaring wordt tot uitdrukking gebracht in de Nefit EcomLine toestellen. 819015 De Nefit EcomLine toestellen voldoen aan de Europese norm (CE) en de GIW-eisen.
INHOUDSOPGAVE 1. INSTALLEREN 1-1 1.1 Toestel algemeen 1.1.1 Voorschriften 1.1.2 Gaskeurlabels 1.1.3 Plaatsingsmogelijkheden 1.1.4 Montage 1-1 1-1 1-2 1-3 1-3 1.2 Luchttoevoer en rookgasafvoer 1.2.1 Luchttoevoer en rookgasafvoer bij gesloten opstelling 1.2.2 Luchttoevoer en rookgasafvoer bij open opstelling 1.2.3 Centraal lucht- en verbrandingsgasafvoersysteem 1.2.4 Condensafvoer 1.2.5 Vorstbeveiliging 1.2.6 Rookgasafvoer- en luchttoevoerweerstandstabel 1-5 1-6 1-6 1-7 1-7 1-7 1-7 1.
1. INSTALLEREN 1.1 Toestel algemeen De Nefit EcomLine toestellen zijn zo geconstrueerd dat de vlam kan moduleren. Dit betekent dat het toestel traploos lager kan branden, zodat er niet meer warmte geleverd wordt dan noodzakelijk is. Hierdoor wordt een gelijkmatige kamertemperatuur bereikt. Het toestel kan moduleren van 38 tot 100% van zijn vermogen. De benaming van de Nefit EcomLine toestellen is uit de volgende delen samengesteld: HRC : Hoog Rendement Combi; V : Verticaal. Tabel 1.1.1 Belasting (o.w.
1. INSTALLEREN Tabel 1.1.1.1 Maximaal overbrugbare lengte gasleiding Nefit EcomLine HRC 23V Nefit EcomLine HRC 23/28V ½” 6 3 Leidingdiameter [m] ¾” 1” 15 mm 28 85 3 17 51 1 22mm 24 15 28mm 60 42 De luchttoevoer- en rookgasafvoersystemen moeten voldoen aan de NEN 1078 en NEN 2757. Daarnaast moet de dakdoorvoer voldoen aan de daarvoor geldende keuringseisen. Het is verboden chemische middelen (o.a. inhibitoren) aan het cv-water toe te voegen en onthard cv-water toe te passen (paragraaf 1.3.1). 1.1.
1. INSTALLEREN CW-label 3 betekent dat het toestel geschikt is voor: - het voeden van een keukentappunt met tenminste 3,5 l/min van 60 ˚C; - een douchefunctie vanaf 6 l/min tot tenminste 10 l/min van 40 ˚C; - het vullen van een bad van 100 liter met 10 l/min van 40 ˚C gemiddeld.
1. INSTALLEREN Figuur 1.1.4.2 Montage luchttoevoerrookgasafvoer aansluiting Bij het ophangen van het toestel moeten de volgende handelingen achtereenvolgens worden verricht: 1. Bepaal de positie van het toestel aan de hand van de maatschetsen (paragraaf 5.6) in deze instructie. 211254 Houd hierbij rekening met: - Een vrije ruimte van minimaal 10 cm links en rechts naast het toestel (paragraaf 1.1.3). - De eisen en de benodigde ruimte voor het luchttoevoer- en rookgasafvoersysteem.
1. INSTALLEREN 1.2 Luchttoevoer en rookgasafvoer De luchttoevoer (LTV) en rookgasafvoer (RGA) moeten voldoen aan de algemeen geldende voorschriften (paragraaf 1.1.1). Raadpleeg bij installatie de instructie van de doorvoersets. De eenvoudigste toestelmontage is met een montageframe. Parallel rookgasafvoermateriaal kan op dit montageframe voorgemonteerd worden. Voor concentrisch rookgasafvoermateriaal is een extra verdeelstuk noodzakelijk.
1. INSTALLEREN Figuur 1.2.4 Muurdoorvoerset Nefit EcomLine toestellen 80 mm 1. verdeelstuk 80/125 mm met steek 120 mm 2. horizontale muurdoorvoer 713009 1.2.1 Luchttoevoer en rookgasafvoer bij gesloten opstelling In de Nefit EcomLine toestellen is een ‘ventilatiekast’ gemonteerd. Deze omsluit een aantal componenten, zoals brander en warmtewisselaar. Deze ventilatiekast maakt deel uit van het luchttoevoersysteem. Het is daarom vereist dat deze ventilatiekast altijd goed gemonteerd is.
1. INSTALLEREN 1.2.3 Centraal lucht- en verbrandingsgasafvoersysteem Figuur 1.2.4.1 Aansluiting condensafvoer Het is alleen mogelijk om de Nefit EcomLine toestellen aan te sluiten op een inpandig centrale lucht- en verbrandingsgasafvoersysteem (CLV-systeem) na overleg en met akkoord van Nefit Buderus B.V. en het Energiebedrijf. 53 mm 1.2.4 Condensafvoer 100 mm Ø32 mm Minimaal 2 cm vrije ruimte behouden De aansluiting van de condensafvoer bevindt zich aan de onderzijde van het toestel.
1. INSTALLEREN Tabel 1.2.6.1 Weerstandstabel Figuur 1.3.1.
1. INSTALLEREN Kies de grootte van het expansievat op basis van de cv-watertemperatuur, de totale waterinhoud van de cv-installatie en de statische druk van het water. De Nefit EcomLine toestellen zijn uitgevoerd met een automatsiche ontluchter. Deze is opgenomen in de linker zijwand van de warmtewisselaar (figuur 1.3.1.1). De ontluchter is bereikbaar via de kunststof deksel naast de rookgasafvoeraansluiting. Figuur 1.3.1.2 Principeschema van Nefit EcomLine toestel en drukverschilregelaar op afstand 1. 2.
1. INSTALLEREN Het is raadzaam om voor grote systemen na ongeveer een week nogmaals een pH-meting uit te voeren. Dit om te controleren of deze nog steeds aan de gestelde specificatie voldoet. Let op: Het is niet toegestaan waterbehandeling toe te passen, zoals o.a. pH-verhogende/verlagende middelen (chemische toevoegmiddelen en/of inhibitoren) en waterontharding. Het gebruik van anti-vorstmiddelen (bijvoorbeeld ethyleenglycol en propyleenglycol) in de cv-installatie is eveneens niet toegestaan. 1.3.
1. INSTALLEREN Figuur 1.3.3.2 Doorstroombegrenzer 1.3.3 Tapwatercircuit De Nefit EcomLine toestellen hebben aansluitingen voor koud en warm tapwater. Deze bevinden zich aan de onderzijde van het toestel. 211256 De koudwaterleiding moet volgens de geldende voorschriften worden aangesloten (paragraaf 1.1.1). Dit kan geschieden met een zogenaamde inlaatcombinatie met leegloopinrichting (figuur 1.3.3.1). De inlaatcombinatie ontlast het expanderende water bij opwarming van het tapvat.
1. INSTALLEREN Na het onderbreken van de netspanning door de netstekker even uit de wandcontactdoos te nemen, zal exact na 24 uur de bovengenoemde testprocedure plaatsvinden. Tijdens deze testprocedure geeft het display van de UBA de code P. De pompspecificaties zijn in paragraaf 5.1 en 5.3 opgenomen. Figuur 1.3.6.1 Drukdemper en BD-pomp 1.3.6 Technische aandachtspunten Keerklep tapvat Naast de isolatie van het tapvat is een keerklep opgenomen om te voorkomen dat er een thermosifonwerking optreedt.
1. INSTALLEREN 1.5 Aansluiting propaan De Nefit EcomLine toestellen zijn geschikt voor ombouw van aardgas naar propaangas. Er moet worden voldaan aan de geldende voorschriften (paragraaf 1.1.1), De ombouw bestaat uit het vervangen van de gasinspuiter en de luchtrestrictie. De voordruk bij propaangas behoort tussen de nominaal 30 en 50 mbar te liggen. De voordruk van de Nefit EcomLine toestellen moet na vervanging gecontroleerd worden. Zie paragraaf 2.3.2.
2. IN BEDRIJF STELLEN 2.1 Vullen en ontluchten van het cv-circuit Figuur 2.1.1 Vul- en aftapkraan Om het cv-circuit met water te vullen moeten de volgende handelingen uitgevoerd worden. 1. Haal de netstekker uit de wandcontactdoos. 2. Laat de ketel afkoelen tot circa 40 °C. 3. Sluit een slang aan op de waterleiding en laat deze vol met water lopen, zodanig dat er geen lucht meer in de slang zit. 4. Sluit de slang aan op de vulkraan (figuur 2.1.1) van de installatie. 211085 5.
2. IN BEDRIJF STELLEN Figuur 2.2.1 Gasregelblok Honeywell Figuur 2.2.1 Gasregelblok SIT Naar brander 2.2 In bedrijf stellen Voor het in bedrijf stellen van het toestel moet u de volgende handelingen uitvoeren. Naar brander 1. Vul de sifon met water via het rookgasafvoeraansluiting alvorens het toestel in bedrijf te stellen.
2. IN BEDRIJF STELLEN Aanvoertemperatuur Sanitair warmwater bewaartemperatuur Aanvoertemperatuur De instelpotmeter, aangeduid met een radiator, dient om de cv-watertemperatuur in te stellen. Deze is instelbaar tussen 40 en 90 °C. De standaard instelling is 78 °C en werkt onafhankelijk van warmwaterbedrijf. Warmtapwatertemperatuur De instelpotmeter dient om de warmhoudtemperatuur van het tapvat in te stellen.
2. IN BEDRIJF STELLEN Figuur 2.3.3.1 Meten drukverschil Honeywell-gasregelblok 2.3.3 Controle en correctie branderdruk Het toestel is in de fabriek aan een uitvoerige test onderworpen. De gas/luchtverhouding is correct afgesteld voor het Nederlandse aardgas. Bij toepassing van een andere gassoort - bijvoorbeeld propaan - moet een ombouwset gemonteerd worden. Het toestel moet opnieuw gecontroleerd en mogelijk ingesteld worden.
2. IN BEDRIJF STELLEN Figuur 2.3.4.1 µ-adapter 1 mV komt overeen met 1 µA COM Figuur 2.3.4.2 Meten ionisatiestroom FLUKE 73 DC OFF V~ V- µ-ADAPTER V 999051 2.3.4 Ionisatiestroom De ionisatiestroom is een variërende gelijkstroom. Om met een eenvoudige universele multimeter een correcte ionisatiestroom vast te stellen dient een µ-adapter toegepast te worden (figuur 2.3.4.1). De multimeter dient bij meting op mV-range gezet te worden. Bij metingen met een µ-adapter komt 1 mV overeen met 1 µA.
2. IN BEDRIJF STELLEN 2.5 Aftappen Figuur 2.5.1 Inlaatcombinatie Indien in een periode, waarin bevriezingsgevaar aanwezig is, de installatie buiten bedrijf moet worden gesteld, dient het toestel en de installatie afgetapt te worden. Om de gehele installatie af te tappen moet u het volgende handelingen uitvoeren: 211159 1. Haal de netstekker uit de wandcontactdoos. 2. Open op het laagste punt in de cv-installatie de aftapkraan. 3.
3. ONDERHOUD Figuur 3.1.1 Meten drukverschil P1+/P2- 3.1 Algemeen Nefit maakt onderscheid in het soort onderhoud dat kan worden uitgevoerd, namelijk: - klein onderhoud - groot onderhoud Het verschil tussen klein en groot onderhoud bestaat uit het al dan niet volledig reinigen van de warmtewisselaar (verbrandingsgaszijdig). Vervuilde warmte wisselaars zullen eerder voorkomen bij laag gestookte systemen (zoals bijvoorbeeld vloerverwarming). + - 210028 Figuur 3.1.
3. ONDERHOUD Figuur 3.2.1 Demonteren ventilatiekast 3.2 Klein onderhoud Voor een kleine onderhoudsbeurt moeten de volgende werkzaamheden verricht worden. 1. Verwijder of demonteer achtereenvolgens - de netstekker uit de wandcontactdoos; - de mantel van het toestel (zie paragraaf 1.1.4); - de deksel van de ventilatiekast (zie figuur 3.2.
3. ONDERHOUD Figuur 3.3.1 Demonteren condensbak A 3.3 Groot onderhoud Voor groot onderhoud gelden dezelfde werkzaamheden als voor klein onderhoud, echter bij groot onderhoud wordt ook de warmtewisselaar verbrandingszijdig volledig gereinigd. A Volg de werkzaamheden die bij paragraaf 3.2 (klein onderhoud) onder de punten 1 en 2 op. B a. Inspecteer de warmtewisselaar. A 211230 Figuur 3.3.2 Demonteer de ionisatie-elektrode b.
4. DIAGNOSE TOESTELGEDRAG 4.1 Bedrijfsfuncties 4.1.1 Algemene verklaring display- en servicecodes Op de UBA bevindt zich een display. De displaycode geeft aan wat de huidige globale - bedrijfstoestand van het toestel is. Door op de serviceknop te drukken geeft de display een servicecode. De combinatie van beide codes geeft gedetailleerde informatie over de bedrijfstoestand van het toestel. De getoonde displaycode correspondeert met de hieronder vermelde bedrijfsfuncties. displaycode 0 -. =.
4. DIAGNOSE KETELGEDRAG 4.1.2 Display- en servicecodes tijdens normaal bedrijf Wanneer de Nefit EcomLine toestellen normaal in bedrijf zijn (er zijn geen storingen), zal één van de volgende codes en bijbehorende servicecode op het display zichtbaar zijn: displaycode servicecode bedrijfstoestand toestel P C C d 0 0 0 0 0 0 A C H L U Y Anti-pendelprogramma in werking. -. =. 2 H H F Toestel is in bedrijf voor cv. Opstarten van de UBA / “24 uur” testprocedure. Herstart van de UBA na reset.
4. DIAGNOSE KETELGEDRAG 4.2 Storingen en oorzaken 4.2.1 Storingsdiagnose Door de getoonde display- en servicecode te combineren met het gedrag van het toestel en/of installatie kan de oorzaak van de storing achterhaald worden. Het display vertoont standaard de bedrijfscode. Bij indrukken van de serviceknop verschijnt de servicecode. In de onderstaande tabel kunt u de belangrijkste combinaties van codes en ketelgedrag terugvinden. In de kolom ‘oorzaken’ wordt met een nummer verwezen naar paragraaf 4.2.
4. DIAGNOSE KETELGEDRAG Onderstaande display- en servicecodes treden op bij niet werkend toestel. displaycode servicecode toestelgedrag en/of installatiegedrag 1 2 2 C C F Aansluiting voor rookgasthermostaat is open. 2 2 3 4 4 4 4 4 4 4 5 5 5 5 6 6 6 6 6 6 6 7 7 7 P u c A C F L P U Y A C F Y A A A A C H L A C F Safetysensor van de wisselaar is te warm. Warmteverschil tussen de safety- en aanvoersensor is te groot. De aanvoer- en retoursensor zijn onderling verwisseld.
4. DIAGNOSE KETELGEDRAG displaycode servicecode toestelgedrag en/of installatiegedrag 9 9 9 9 9 9 9 E E E E E E A C F H L P U A C F H P L UBA defect. geen geen Geen netspanning / UBA defect / KIM defect / zekering defect. Displaycode Servicecode oorzaken 39/53 UBA ziet geen KIM. 37 Fout m.b.t. referentietemperatuur UBA. 41 Interne fout UBA of ModuLine kamerthermostaat defect. 41 Elektrische aansluiting gasregelblok niet goed. UBA defect. Interne fout UBA. ModuLine kamerthermostaat defect.
4. DIAGNOSE KETELGEDRAG 4.2.2 Storingsoorzaken en oplossingen Onderstaande tabel geeft de mogelijke oorzaak van de storing uit paragraaf 4.2.1, en een aanwijzing hoe de storing verholpen kan worden. oorzaak omschrijving van de oorzaak 1 De kamerthermostaat is niet goed aangesloten. 2 De kamerthermostaat schakelt niet uit. De thermostaat is defect. De kamerthermostaatbedrading maakt sluiting. Er is een doorverbinding op kroonsteenaansluiting 1-2 geplaatst.
4. DIAGNOSE KETELGEDRAG oorzaak omschrijving van de oorzaak 16 Het waterniveau in het cv-circuit is te laag door lekkage of lucht in de installatie. Controleer de druk met de drukmeter, eventueel bijvullen tot 2 bar. Draai de luchtafscheider één slag open (mits die dicht zat). Er is lucht in het toestel of tapvat aanwezig. Ontlucht zowel het toestel als het tapvat nogmaals. 17 De 11 kW jumper is uit de UBA verwijderd (achter UBA-dekseltje). Plaats jumper terug.
4. DIAGNOSE KETELGEDRAG oorzaak omschrijving van de oorzaak 29 Controleer de aardkabelaansluitingen. Controleer de aansluiting van de ionisatiepen Meet de ionisatiestroom (paragraaf 2.3.4). Druk op reset tot “r” op display verschijnt. 30 Controleer netspanning tijdens bedrijf (230 VAC). De resetknop is te kort ingedrukt. Druk op reset tot “r” op display verschijnt. 31 Kortsluiting in 24 V-circuit (UBA-kroonsteen). Spoor kortsluiting op en vervang zekering F3 in UBA.
4. DIAGNOSE KETELGEDRAG oorzaak omschrijving van de oorzaak 45 Mogelijk is er een onderbreking in het elektrisch circuit: - controleer of de 20-polige connector los zit. - controleer de kabelboom op mogelijke draadbreuk. - controleer de UBA door tijdelijk een andere UBA aan te sluiten. 46 Aangesloten Service Tool schrijft ‘service marker 5C’ inclusief datum en tijd in het geheugen. Zo is later m.b.v.
5 SPECIFICATIES 5.1 Technische specificaties Toestelspecificaties nominale max. sanitairbelasting o.w. nominale max. sanitairbelasting b.w. nominale cv-belasting o.w. nominale cv-belasting b.w. nominaal vermogen (80/60 °C) nominaal vermogen (50/30 °C) rendement (50/30 °C) o.w. rendement (50/30 °C) b.w.
5 SPECIFICATIES Algemeen voor alle toestellen: - De maximale werkdruk sanitairzijdig is 8 bar. - De maximale werkdruk cv-zijdig is 3 bar. - De voordruk is standaard 25 mbar. - NOx nummer is NOx AQ 049. - Aansluitspanning is 230 VAC met 50 Hz. 5.2 Onderdelenspecificaties brander combi gas/luchtregelblok ontsteking besturingssysteem luchttoevoersysteem Een 100% voorgemengde brander met een keramisch branderbed. De Nefit EcomLine toestellen zijn combi-toestellen.
5 SPECIFICATIES - ionisatiepen De ionisatiepen dient als vlambewaking. Gastoevoer wordt geblokkeerd wanneer de vlam wegvalt of de ventilator onvoldoende lucht verplaatst. - safetysensor De safetysensor schakelt bij onvoldoende waterstroming en droogkoken het toestel uit, wanneer het temperatuurverschil met de aanvoersensor te groot is. Ook bij een maximale temperatuur van >101 °C grijpt de safetysensor in.
5 SPECIFICATIES 5.
SPECIFICATIES Achterzijde UBA Kroonsteenaansluiting Gloeiplugaansluiting Ionisatie Reservezekering Aardaansluiting Zekering F1 1 2 3 Zekering F2 Zekering F3 230V (rode stekker) ventilatorvoeding 230V pompvoeding 230V 20 Polige connector 18 Polige connector 217022 211080 5.5 Doormeten sensor 25 °C 10.
5 SPECIFICATIES 5.
VERKLARING VAN OVEREENSTEMMING VOLGENS DE EG-RICHTLIJN INZAKE MACHINES (89/392/EEG, 91/386/EEG, 93/68/EEG) EN DE EG-RICHTLIJN INZAKE EMC (89/336/EEG, 91/263/EEG,92/31/EEG,93/68/EEG) Nefit Buderus B.V. Zweedsestraat 1 7418 BB DEVENTER Verklaart hierbij dat haar cv-ketels: merk type : : Nefit EcomLine HRC 23V HRC 23/28V zijn geconstruceerd volgens de toepassing zijnde bepalingen van de EG-richtlijn inzake machines en de EG-richtlijn inzake EMC. Hoogachtend, drs. J.J.P.
* Doorhalen wat niet van toepassing is Controle ionisatiestroom : norm≥ 2µA (bij laaglast) Instellen doorstroombegrenzer Datum inspectie: 10. 11. 12. Paraaf : Installateur / service organisatie : Controle gasvoordruk: norm 30-50 mbar (propaan) 9. en / of gemeten Controle gasvoordruk : norm 25 mbar (aardgas) en / of gemeten 8. en / of gemeten Controle / reinigen rookgasafvoer en / of gemeten 7. en / of gemeten Controle / reinigen sifon / extra sifon en / of gemeten 6.
705.378A-3487 01-2002 Nefit werkt continu aan verbeteringen van haar producten. Wijzigingen in de technische gegevens zijn dus mogelijk. Nefit houdt Nederland war m Nefit Buderus B.V., Postbus 3, 7400 AA Deventer. Consumenten Infolijn: 0570 - 67 85 00. Fax: 0570 - 67 85 86. E-mail: consument@nefit.nl Internet: www.nefit.