Installation Instructions

19
IDU Monoblock 5-17 E/B • 6 720 817 812 (2015/08)
Elektrische aansluiting – algemeen 8
8.1 CAN-BUS
De buitenunit en de binnenunit worden via een communicatiekabel, de
CAN-BUS, met elkaar verbonden.
Als CAN-BUS kabel is een LIYCY-kabel (TP) 2 x 2 x 0,75 (of gelijkwaar-
dig) geschikt. Als alternatief kunnen voor het buitengebruik toegelaten
twisted-pair-kabels met een minimale doorsnede van 0,75 mm
2
worden
gebruikt. Daarbij de afscherming aan slechts één zijde (binnenunit) te-
gen de behuizing aarden.
De maximale kabellengte is 30 m.
De verbinding tussen de printplaten wordt via vier aders uitgevoerd, die
ook de 12 V spanning tussen de printplaten verbinden. Op de printpla-
ten bevindt zich een markering voor de 12 V- en voor de CAN-BUS-aan-
sluiting.
De schakelaar Term markeert begin en einde van de CAN-BUS-verbin-
ding. Let erop dat de juiste printplaaten zijn afgesloten en dat alle overi-
ge niet zijn afgesloten.
Afb. 15 CAN-BUS-afsluiting
[On] CAN-BUS afgesloten
[Off] CAN-BUS niet afgesloten
8.2 EMS-BUS
De bedieningseenheid HMC300 wordt via de EMS-BUS met de installa-
tieprintplaat HC100 in de binnenunit verbonden.
De bedieningseenheid HMC300 wordt via de BUS-kabel gevoed. De po-
ling van de twee -kabels is irrelevant.
Voor accessoires die op de EMS-BUS worden aangesloten geldt het vol-
gende (zie ook installatie-instructie van de betreffende accessoires):
Wanneer meerdere BUS-eenheden zijn geïnstalleerd, moeten deze
onderling een minimale afstand van 100 mm hebben.
Wanneer meerdere BUS-eenheden zijn geïnstalleerd, moeten deze in
serie of stervormig worden aangesloten.
Gebruik kabel met een minimale doorsnede van 0,5 mm
2
.
Bij externe inductieve invloeden (bijvoorbeeld van fotovoltaïsche in-
stallaties) een afgeschermde kabel gebruiken. Daarbij de afscher-
ming aan slechts één zijde aan de behuizing aarden.
8.3 Omgang met printplaten
Printplaten met besturingselektronica zijn zeer gevoelig voor elektrosta-
tische ontladingen (ESD - ElectroStatic Discharge). Om schade aan de
componenten te voorkomen, is daarom bijzondere voorzichtigheid ge-
boden.
Afb. 16 Armband
De schade is meestal latent. Een printplaat kan bij de inbedrijfstelling
optimaal functioneren en problemen treden vaak pas later op. Opgela-
den objecten zijn alleen in de nabijheid van de elektronica een probleem.
Houd een veiligheidsafstand aan van minimaal een meter tot schuimrub-
ber, beschermfolie en ander verpakkingsmateriaal, bekledingsstukken
van kunstvezel (bijv. fleece truien) en dergelijke, voordat u met de werk-
zaamheden begint.
Een goede ESD-beveiliging bij het werken met elektronica biedt een op
de aarde aangesloten geaarde armband. Deze armband moet gedragen
worden, voordat de afgeschermde metaalzak/verpakking wordt ge-
opend, of voordat een gemonteerde printplaat wordt blootgelegd. De
armband moet gedragen worden, tot de printplaat weer in de afge-
schermde verpakking wordt gedaan of in een gesloten schakelkast is
aangesloten. Ook vervangen printplaten, die moeten worden teruggege-
ven, moeten op deze wijze worden behandeld.
OPMERKING: Verkeerde werking door storingen!
Krachtstroomkabels (230/400 V) in de nabijheid van
een communicatiekabel kunnen functiestoringen van de
binnenunit veroorzaken.
Afgeschermde CAN-BUS-kabel gescheiden installe-
ren van netkabels. Minimale afstand 100 mm. Een
gemeenschappelijke installatie met sensorkabels is
wel toegestaan.
OPMERKING: Installatiestoring bij het verwarren van de
12-V- en CAN-BUS-aansluitingen!
De communicatiecircuits (CANL/CANH) zijn niet ge-
schikt voor een constante spanning van 12 V.
Waarborgen dat de vier kabels op de betreffende ge-
markeerde aansluitingen op de printkaart zijn aange-
sloten.
OPMERKING: Verkeerde werking door storingen!
Krachtstroomkabels (230/400 V) in de nabijheid van
een communicatiekabel kunnen storingen van de bin-
nenunit veroorzaken.
EMS-BUS-kabel van netkabels gescheiden leggen.
Minimale afstand 100 mm. Een gemeenschappelijke
installatie met sensorkabels is wel toegestaan.
6 720 809 156-24.1I
EMS-BUS en CAN-BUS zijn niet compatibel.
EMS-BUS-units en CAN-BUS-units niet gezamenlijk
aansluiten.
VOORZICHTIG: Schade door elektrostatische oplading!
Bij het omgaan met niet ingekapselde printplaten
een geaarde armband dragen.
6 720 614 366-24.1I