Installation Instructions

Table Of Contents
8
HMC300 • 6 720 816 443 (2015/06)
Basisprincipes van de bediening3
3.4 Overzicht van de servicemenu's
Menu Doel van het menu
Pagi-
na
Inbedrijfstelling Configuratie-assistent starten en belangrijkste instellingen voor configuratie van de installatie controleren en even-
tueel aanpassen.
9
Warmtepomp Instellingen voor configuratie van de warmtepomp controleren en eventueel aanpassen. 13
Bijverwarming instellen Instellingen voor configuratie van de bijverwarming controleren en eventueel aanpassen. 16
Verwarmen/koe-
len instellen
Installatie gegevens Instellingen, die voor de gehele installatie gelden, zoals bijvoorbeeld minimale buitentemperatuur en soort gebouw.
Dit menu bevat extra instellingen voor cv-/koelcircuit 1.
18
Voorrang cv-circuit 1 CV-circuit 1 bepaalt het gedrag van de installatie. Wanneer er geen warmtevraag voor cv-circuit 1 bestaat, wordt
ook geen warmtevraag aan andere circuits gegeven.
20
CV-circuit 1 ... 4 CV-/koelcircuitspecifieke instellingen van de geïnstalleerde cv-/koelcircuits 1 t/m 4, bijvoorbeeld vorstbeveiliging
en stooklijn.
20
Drogen dekvloer Configureerbaar programma voor drogen van een nieuwe afwerkvloer bij vloerverwarming. 24
Instellingen warm water Instelmogelijkheden voor het warmwatersysteem, bijvoorbeeld warmwatertemperatuur, tijdstip voor thermische
desinfectie en configuratie van de circulatiepomp.
26
Instellingen zwembad Instellingen voor configuratie van de zwembad-verwarming controleren en eventueel aanpassen. 27
Instellingen zonne Wanneer een zonnesysteem is geïnstalleerd: zie technische documenten van de zonnemodules. 27
Hybride systeem Energie-prijsverhouding instellen. 28
Blokkeerbeveiliging: Starttijd voor de kortstondige activering van pompen en ventielen instellen, om het blokkeren van deze componen-
ten te voorkomen.
28
In bedrijf. afgesloten Instellingen bevestigen en opslaan. 28
Diagnose Diagnose van de installatie:
Voer de functietest van de afzonderlijke actoren (bijvoorbeeld pompen).
Vergelijk de streefwaarde met de werkelijke waarde.
Roep actuele storingen en de storingshistorie op.
Roep de softwareversies van de BUS-deelnemers op.
Overige functies:
Invoeren contactadres.
Resetten van verschillende instellingen.
Tijd kalibreren.
28
Tabel 9 Overzicht van het servicemenu