Installation Instructions

17
KS 0105 ... 0150 • 7 747 009 916 (2013/03)
Inbedrijfstelling 6
6.2.7 Toepassing - installaties met twee boilers en één pomp en
één ventiel (boilerwarmtewisselaar Ø  DN 25, b.v. SL-boi-
ler)
Bij installaties met twee boilers, die via één pomp en één 3-weg-klep [3]
worden bediend, moet iedere afzonderlijke verbruiker opeenvolgend
worden gespoeld.
3-weg-klep overeenkomstig schakelen
Afb. 25 Spoelen van installaties met twee verbruikers en 3-weg-klep -
hier: spoelen van boiler 2
[1] Linker kogelkraan geopend
[2] Rechter kogelkraan gesloten
[3] 3-weg-klep (zwart = open)
[4] Boiler 1
[5] Boiler 2
6.2.8 Filter monteren (accessoires)
Om nog beter te waarborgen dat er geen grove vuildeeltjes in de pomp
terecht komen, kan een filter worden gemonteerd.
Bevestigingsbeugel [2] in het gat van het vulstation bevestigen.
Filter [1] op de buisklem monteren. Daarbij moet de bediening van de
kogelkraan aan de voorzijde mogelijk zijn.
Meegeleverde slang [3] tussen het filter en de bovenste container-
aansluiting monteren.
Retourslang ¾ " [4] tussen het filter en de doorstroombegrenzer van
het solarstation monteren.
Afb. 26 Filter op het vulstation
[1] Filter
[2] Leidingklem
[3] Slang naar filter
[4] Retourslang ¾ "
[5] Perslang ½ "
6.2.9 Vulstation op het zonnesysteem aansluiten
Sluit de persslang ½ " met het T-stuk [1] op de vul- en aftapkraan van
de veiligheidsgroep en op de pomp [4] aan.
Sluit de retourslang ¾ " met kogelkraan tussen doorstroombegrenzer
[2] en container boven [3] aan.
Afb. 27 Pers- en retourslang aansluiten
[1] Persslang
[2] Retourslang
[3] Container boven
[4] Aansluiting op pomp
Houdt bij het spoelen paragraaf 6.2.8 t/m 6.2.13 aan.
7747006489.45-1.SD
4
5
2
20
0
40
60
°C
80
100
120
1
20
0
40
60
°C
80
100
120
3
2
1
3
45
7747006489.27-1.SD
7747006489.28-1.SD
2
3
4
1