Installation Instructions

19
KS 0105 ... 0150 • 7 747 009 916 (2013/03)
Inbedrijfstelling 6
Zonnepomp op de hoogste snelheid instellen en minimaal 15 minuten
laten draaien, zodat de nog resterende lucht zich in de luchtafschei-
der kan verzamelen.
Luchtafscheider [5] ontluchten en evt. de bedrijfsdruk corrigeren.
Afb. 31 Vul- en aftapkraan sluiten en openen
[1] Kogelkraan op de thermometer op 0 ° instellen (terugslagklep be-
drijfsgereed)
[2] Vul- en aftapkraan op de veiligheidsgroep
[3] Vul- en aftapkraan op retourslang
[4] Vul- en aftapkraan op de doorstroombegrenzer
[5] Ontluchtingsschroef op de ontluchting
6.2.13 Controleer of het zonnesysteem vrij is van lucht
Zonnepomp(en) handmatig in- en uitschakelen.
Controleer tijdens het schakelen de zwarte wijzer van de manometer
[1] op de veiligheidsgroep.
Afb. 32 Manometeraanwijzing controleren
[1] Manometer
6.2.14 Vulstation demonteren
Vul- en aftapkraan [2] op de aftakking van het T-stuk van de persslang
openen.
Voor het legen van de pomp de kogelkraan [4] op de aanzuigslang slui-
ten.
Vul- en aftapkraan [5] van de pomp openen en de persslang leeg laten
lopen (in opvangbak).
Vul- en aftapkraan [5] sluiten
Sluit beide vul- en aftapkranen [1, 2] op het T-stuk van de persslang
en demonteer de persslang.
Sluit de vul- en aftapkraan [6] op de doorstroombegrenzer en maak
de retourslang los.
Retourslang [3] leeg laten lopen en van de container afschroeven.
Afb. 33 Slangen legen en vulstation demonteren
[1] Vul- en aftapkraan op de persslang
[2] Vul- en aftapkraan op de aftakking van het T-stuk van de persslang
[3] Retourslang
[4] Kogelkraan op aanzuigslang
[5] Vul- en aftapkraan van de pomp
[6] Vul- en aftapkraan op de doorstroombegrenzer
Resterende solarvloeistof in het vat opvangen.
De lege container weer in het vulstation plaatsen en de retour- en
persslang monteren.
Wanneer de zwarte wijzer van de manometer [1] bij het
in- en uitschakelen van de zonnepomp drukvariaties aan-
geeft, dan moet het zonnesysteem verder worden ont-
lucht.
7747006489.32-1.SD
1
3
20
0
40
60
°C
80
100
120
20
0
40
60
°C
80
100
120
2
4
5
7747006489.33-1.SD
1
Laat de solarvloeistof in een opvangbak lopen, om deze
daarna in de container van het vulstation of in een vat op
te slaan.
7747006489.34-1.SD
2
1
3
4
5
6