Installation Instructions

20
KS 0105 ... 0150 • 7 747 009 916 (2013/03)
Inbedrijfstelling6
6.2.15 Vulstation reinigen
Om de pomp, slangen en container tegen slijtage te beschermen, moe-
ten deze worden gereinigd.
Retourslang op waterkraan aansluiten en de container vullen met ca
25 liter water.
Persslang uit laten lopen in een afvoer.
Open de kogelkraan op de aanzuigslang [1] en wacht tot de pomp is
volgelopen.
Schakel de pomp in om de onderdelen te reinigen.
Schakel de pomp uit, wanneer het niveau “Min.” is bereikt.
Netstekker losmaken en de pomp via de vul- en aftapkraan [2] leeg la-
ten lopen.
Container afzonderlijk reinigen.
Afb. 34 Pomp en container reinigen
[1] Kogelkraan op aanzuigslang
[2] Vul- en aftapkraan van de pomp
6.3 Spelen en vullen met handpomp (ontluchting op het
dak)
6.3.1 Leidingen spoelen
Sluit op de vul- en aftapkraan van de veiligheidsgroep een slang [1]
aan, die verbonden is met het waterleidingnet.
Op de vul- en aftapkraan van de doorstroombegrenzer een slang [2]
aansluiten, die het water afvoert.
Afb. 35 Solarstation met kogelkranen en terugslagkleppen in de thermo-
meters
[1] Slang voor watertoevoer
[2] Slang voor waterafvoer
Alle afsluiters openen.
Sluit de rechter kogelkraan [2] op het solarstation en de kogelkraan
op de ontluchter ( fig. 37, [3]).
Spoel het leidingsysteem en waarborg daarbij, dat de maximale be-
drijfsdruk hierbij niet wordt overschreden.
Watertoevoer sluiten.
Vul- en aftapkraan [3] in het solarstation sluiten.
Afb. 36
[1] Linker kogelkraan geheel geopend (0 °)
[2] Rechter kogelkraan gesloten (90 °)
[3] Vul- en aftapkraan in het solarstation
VOORZICHTIG: Vorstschade!
Let erop dat er geen water in de pomp achterblijft.
VOORZICHTIG: Schade aan de collector!
Bij vacuümcollectoren uitsluitend met persvulling
werken, omdat de collectoren niet met water gevuld
mogen worden ( par. 6.2).
Wanneer een voorschakelvat is gemonteerd:
voorschakelvat tijdens de spoeling van de zonnecol-
lectorcircuit losgekoppelen, zodat het eventueel in het
voorschakelvat resterende water zich niet met de so-
larvloeistof kan vermengen.
7747006489.35-1.SD
1
2
7747006489-21.1SD
2
1
7747006489.20-1.SD
7747006489.20-1.SD
3
3
20
0
40
60
°C
80
100
120
1
2
20
0
40
60
°C
80
100
120