Installation Instructions

16
KS 0105 ... 0150 • 7 747 009 916 (2013/03)
Inbedrijfstelling6
6.2.4 Toepassing - parallel geschakelde collectorvelden
Bij parallel geschakelde collectorvelden moet ieder afzonderlijk collec-
torveld worden gespoeld.
Monteer in de aanvoerleidingen glycol- en temperatuurbestendige af-
sluiters [1].
Afb. 22 Spoelen van parallel geschakelde collectorvelden
[1] Afsluitkraan
6.2.5 Toepassing - twee collectorvelden (boilerwarmtewisselaar
Ø  DN 25, b.v. SL-boiler)
Bij installaties met twee collectorvelden (b.v. oost/west) moet ieder af-
zonderlijk veld via de eigen retour worden gespoeld.
Afb. 23 Spoelen van twee collectorvelden - hier: spoelen van het linker
collectorveld
[1] Kogelkraan gesloten
[2] Linker kogelkraan geopend
[3] Rechter kogelkraan gesloten
6.2.6 Toepassing - installaties met twee boilers en twee pompen
(boilerwarmtewisselaar Ø  DN 25, b.v. SL-boiler)
Bij installaties met twee boilers, die via twee pompen worden bediend,
moet iedere afzonderlijke verbruiker via de eigen retour worden ge-
spoeld.
Afb. 24 Spoelen van installaties met twee verbruikers en twee pompen -
hier: spoelen van boiler 2
[1] Kogelkraan gesloten
[2] Linker kogelkraan geopend
[3] Rechter kogelkraan gesloten
[4] Boiler 1
[5] Boiler 2
Houdt bij het spoelen paragraaf 6.2.8 t/m 6.2.13 aan.
WAARSCHUWING: Schade aan de installatie door af-
sluiten retourleiding
Monteer afsluitarmaturen alleen in de aanvoer, zodat
de overstort niet wordt geblokkeerd.
Houdt bij het spoelen paragraaf 6.2.8 t/m 6.2.13 aan.
7747006489.42-1.SD
1
1
Houdt bij het spoelen paragraaf 6.2.8 t/m 6.2.13 aan.
7747006489.43-1.SD
3
20
0
40
60
°C
80
100
120
2
20
0
40
60
°C
80
100
120
20
0
40
60
°C
80
100
120
1
7747006489.44-1.SD
4
5
3
20
0
40
60
°C
80
100
120
2
20
0
40
60
°C
80
100
120
1
20
0
40
60
°C
80
100
120