Installation Instructions

Instellingen 6
MBC 5 • 6 720 618 517 (2013/07) 21
6.3 Instellingen “Regeling Ketelsturing” (vervolg)
Aanvoertemp
voetpunt 20°C
Verschijnt alleen als gekozen is voor een buitentemperatuur-opnemer en de gewenste
aanvoer niet wordt bepaald door een 0-10 V extern signaal.
Bij radiatoren verwarming is deze waarde meestal gelijk aan de buitentemperatuur voetpunt.
Bij convectoren is een hogere waarde aan te bevelen (zie
in afb. 11).
Buitentemp klimaat-
punt -10°C
Verschijnt alleen als gekozen is voor een buitentemperatuur-opnemer en de gewenste
aanvoer niet wordt bepaald door een 0-10 V extern signaal.
Stel hier de conditietemperatuur (klimaatzone) in waarop de installatie is ontworpen (zie
in afb. 11).
Aanvoertemp klimaat-
punt 80°C
Verschijnt alleen als gekozen is voor een buitentemperatuur-opnemer en de gewenste
aanvoer niet wordt bepaald door een 0-10 V extern signaal.
Stel deze waarde in op de selectiewaarde van de radiatoren e.d. (zie
in afb. 11).
Kromming stooklijn
1,33
Verschijnt alleen als gekozen is voor een buitentemperatuur-opnemer en de gewenste
aanvoer niet wordt bepaald door een 0-10 V extern signaal.
Zie
in afb. 11.
Richtwaarde krommingsfactor:
– radiatoren: 1,25-1,35
– convectoren: 1,40
– vloerverwarming: 1,1.
Aanvoertemp
minimum 1°C
Stel hier de minimale gewenste aanvoertemperatuur in.
Alleen actief tijdens warmtewens (zie "a" in afb. 11).
Aanvoertemp
maximum 90°C
Stel hier de maximale gewenste aanvoertemperatuur in (zie "b" in afb. 11).
Spanning extern
minimum 0.0V
Verschijnt alleen indien gebruik gemaakt wordt van een 0-10 V DC signaal t.b.v. bepaling
gewenste aanvoertemperatuur.
Stel de minimumwaarde van het 0-10 V ingangssignaal in.
Extern = 0.0V
aanvoertemp 0°C
Verschijnt alleen indien gebruik gemaakt wordt van een 0-10 V DC signaal t.b.v. bepaling
gewenste aanvoertemperatuur.
Stel de gewenste aanvoertemperatuur in die overeenkomt met de minimumwaarde van het
0-10 V ingangssignaal.
Spanning extern
maximum 10.0V
Verschijnt alleen indien gebruik gemaakt wordt van een 0-10 V DC signaal t.b.v. bepaling
gewenste aanvoertemperatuur.
Stel de Maximumwaarde van het 0-10 V ingangssignaal in.
Extern = 10V
aanvoertemp 80°C
Verschijnt alleen indien gebruik gemaakt wordt van een 0-10 V DC signaal t.b.v. bepaling
gewenste aanvoertemperatuur.
Stel de gewenste aanvoertemperatuur in die overeenkomt met de maximumwaarde van het
0-10 V ingangssignaal.