Installation Instructions
Instellingen 6
MBC 5 • 6 720 618 517 (2013/07) 23
6.5 Instellingen “Regeling Ketelsturing” (vervolg)
Opstooktijd
minimum 15min
Verschijnt alleen als er een weekklok aanwezig is en de gewenste aanvoertemperatuur niet
wordt bepaald door een 0-10 V extern signaal.
De regelaar schakelt vervroegd in met minimaal de ingestelde tijd.
Opstooktijd
maximum 360min
Verschijnt alleen als er een weekklok aanwezig is en de gewenste aanvoertemperatuur niet
wordt bepaald door een 0-10 V extern signaal.
De regelaar schakelt niet eerder in dan de ingestelde waarde voor aanvang dag.
Ruimtefactor op-
stoken 30min/K
Verschijnt alleen als er een weekklok aanwezig is en de gewenste aanvoertemperatuur niet
wordt bepaald door een 0-10 V extern signaal.
De tijd die nodig is om de temperatuur in de ruimte 1 graad te doen stijgen.
De buitentemperatuur heeft hierop geen invloed.
Buitenfactor op-
stoken 0,02/K
Verschijnt alleen indien er een weekklok beschikbaar is.
De correctie op de ruimtefactor om de invloed van een lage buitentemperatuur te
compenseren.
Voorbeeld bij default opstook instellingen:
Gewenste ruimte dag 20 °C, in de ruimte is het 15 °C en buiten 10 °C.
Opstoken ruimte: (20 - 15) * 30 = 150 minuten.
Met buitencompensatie: 150 * (1 + (20 - 10) * 0,02) = 180 minuten.
Gewenst vermogen
P-factor 5,0%
Stel hier de proportionele factor PID-regeling in.
Gewenst vermogen
I-factor 1,0%
Stel hier de integrerende factor PID-regeling in.
Gewenst vermogen
D-factor 0,0%
Stel hier de differentiërende factor PID-regeling in.
Wachttijd eerste
ketel 10min
De eerst in te schakelen ketel dient minimaal de ingestelde tijd uit bedrijf te zijn geweest. De
wachttijd wordt automatisch afgebroken indien de aanvoertemp. meer dan 10K te laag is.
Wachttijd ketel
3min
Na het inschakelen van een ketel duurt het minimaal de ingestelde tijd voordat er een ketel
bij geschakeld wordt.
Timertijd
0h
Als de timer ingang geopend wordt, blijft de regeling nog gedurende de ingestelde tijd in de
bedrijfstoestand dagbedrijf.