Operation Manual
23ModuLine 400 • 71638200 (2013/08)
Menu 3 – Servicemenu 9
De volgende instellingen kunnen worden gedaan:
Op basis van het geselecteerde afgiftesysteem wordt het eind-
punt van de stooklijn bepaald.
9.4.2 Type regeling
Afb. 54 Type regeling
Selecteer hier het gewenste type regeling:
• ruimteregeling (fabrieksinstelling);
• weersafhankelijke regeling.
9.4.3 Type thermostaat
Afb. 55 Type thermostaat
Menu 3.4-6 zijn alleen zichtbaar bij meer dan 1 cv-groep
Bij gebruik van meerdere cv-groepen kan per cv-groep een
thermostaat worden toegewezen. Hierbij kan de keuze worden
gemaakt tussen een ModuLine 400
1)
en een ModuLine 300.
9.4.4 Maximale aanvoertemperatuur
Afb. 56 Maximale aanvoertemperatuur
Voor iedere cv-groep kan een maximale aanvoertemperatuur
worden ingesteld. De aanvoertemperatuur zal voor de cv-groe-
pen 2, 3 en 4 (gemengd) dan in geen geval de hier ingestelde
Het instellen van het afgiftesysteem is alleen
van toepassing op een weersafhankelijk inge-
stelde regeling ( § 9.4.2).
Systeem Instelling Bereik
radiatoren
1)
1) fabrieksinstelling
75 °C 40 - 90 °C
convectoren 75 °C 40 - 90 °C
vloerverwarming 45 °C 25 - 60 °C
of: cv-groep deactiveren
Tabel 7
Servicemenu
--------
3.3
Welk type regeling is
gewenst?
Ruimteregeling
1) fabrieksinstelling.
De ModuLine 300 kan worden toegepast voor
het regelen van 1 specifieke cv-groep en kan
daarom maar voor 1 cv-groep worden geselec-
teerd.
Servicemenu
--------
3.3
Welke thermostaat
voor cv-groep 1?
ModuLine 400
Servicemenu
--------
3.3
Maximale aanvoer-
temperatuur?
90°C










