Installation Instructions

Diagnose6
Nefit B.V. • http://www.nefit.nl Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden!
34 Service-instructie Nefit SmartLine HR(C) en Nefit SmartLine Basic HR(C) • uitgave 06/2008
Stap 50 z Controleer de volgende onderdelen op verontreiniging en/of beschadiging:
- de toevoerleiding voor de verbrandingslucht;
- de luchtaanzuigbuis;
- de gasinspuiter (indien aanwezig volgens frame 370 of 371);
- de ventilator;
- de verbinding tussen ventilator en brander;
- de brander;
- de warmtewisselaar;
- de rookgasafvoerleiding.
Stap 51 Zijn de hierboven genoemde onderdelen schoon en onbeschadigd? Ja:
stap 53
Nee:
stap 52
Stap 52 Diagnose: de hierboven genoemde onderdelen zijn vervuild of beschadigd.
Remedie: reinig en/of vervang de betreffende onderdelen.
frame 66
Stap 53 z Controleer de statische en dynamische gasvoordruk volgens frame 284 t/m 286.
Stap 54 Is de statische en dynamische gasvoordruk in orde? Ja:
stap 56
Nee: stap 55
Stap 55 Diagnose: de statische en/of dynamische gasvoordruk is niet in orde. Als de benodigde statische en dyna-
mische gasvoordruk niet aanwezig is, dient met de verantwoordelijke gasleverancier overleg te worden
gepleegd.
frame 66
Stap 56 z Controleer de gas-/luchtverhouding volgens frame 287 t/m 292.
Stap 57 Is de gas-/luchtverhouding in orde? Ja:
stap 59
Nee: stap 58
Stap 58 Diagnose: de gas-/luchtverhouding is niet in orde. Remedie: stel de gas-/luchtverhouding in volgens
frame 287 t/m 292.
frame 66
Stap 59 z Controleer of de driewegklep wordt aangestuurd. Voor de interne driewegklep, zie frame 236 t/m 240 en voor
de externe driewegklep, zie frame 266 t/m 270.
Stap 60 Wordt de driewegklep aangestuurd? Ja:
stap 61
Nee: stap 62
Stap 61 Diagnose: de servomotor van de driewegklep is defect. Remedie: vervang de servomotor van de drieweg-
klep. Voor een interne driewegklep, zie frame 241 en voor een externe driewegklep zie frame 271 t/m 273.
frame 66
Stap 62 z Controleer de bekabeling van de driewegklep. Voor een interne driewegklep zie frame 242 t/m 245 en voor
een externe driewegklep zie frame 274.
Stap 63 Is de bekabeling van de driewegklep in orde? Ja:
stap 68
Nee:
stap 64
Stap 64 Diagnose: de kabelboom is defect. Remedie: vervang de kabelboom of het desbetreffende gedeelte ervan. frame 66
Stap 65 z Controleer het waterzijdig deel van de externe driewegklep.
Stap 66 Is het waterzijdig deel van de externe driewegklep in orde? Ja:
stap 47
Nee:
stap 67
Stap 67 Diagnose: het waterzijdig deel van de externe driewegklep is defect. Remedie: vervang het waterzijdig deel
van de externe driewegklep.
frame 66
Stap 68 z Controleer de bekabeling van de externe driewegklep tussen de contacten van de aansluitkast en de
montagevoet van de branderautomaat volgens frame 282 en 283.
Stap 69 Is de bekabeling in orde? Ja:
frame 65
Nee: stap 70
Stap 70 Diagnose: de kabelboom is defect. Remedie: vervang de kabelboom of het desbetreffende gedeelte ervan.
frame 66
frame 34 (vervolg)