Voor de gebruiker Gebruikersinstructie Hoog Rendement Gaswandketel Nefit SmartLine HR(C)
Belangrijke algemene aanwijzigingen Het cv-toestel uitsluitend conform de voorschriften en met inachtneming van de gebruiksersinstructie gebruiken. Onderhoud en reparatie mogen uitsluitend door bevoegd personeel worden uitgevoerd. Het apparaat uitsluitend in de combinaties en met de hulpstukken en de reserveonderdelen die in de gebruikersinstructie beschreven staan, gebruiken.
Veiligheidsvoorschriften 1 Veiligheidsvoorschriften A VOORZICHTIG! Bij gaslucht: I AANWIJZING! Sluit in andere gevaarlijke situaties direct de gashoofdkraan en onderbreek de stroomtoevoer van het cv-toestel. 1. Geen open vuur! Niet roken! 2. Vermijd vonken! Gebruik geen elektrische schakelaars, geen telefoon of deurbel! Beroer de netstekker niet! 3. Sluit de gashoofdkraan! 4. Zet ramen en deuren open! 5. Waarschuw de medehuisbewoners en verlaat het gebouw! 6.
Richtlijnen 2 Richtlijnen 2.1 CE-norm F 2.2 Het cv-toestel voldoet aan de Europese norm (CE). Een verklaring van overeenstemming volgens de EG-richtlijn is achterin dit document opgenomen. Gaskeurlabels (zie afb. 1, 2, 3 en tabel 1) De Hoog Rendement Gaswandketels Nefit SmartLine HR(C) dragen een Gaskeurlabel. Dit is een onafhankelijk prestatielabel dat door de keuringsinstantie Gastec N.V.
Richtlijnen HR-label HR = Hoog Rendement verwarming De Hoog Rendement Gaswandketels Nefit SmartLine HR(C) zijn geclassificeerd met het HR-label 107. Dit houdt in dat het rendement van het toestel tijdens cv-bedrijf 107 % (onderwaarde) is. Dit betekent dat het cv-toestel zuinig is met energie, dus lagere energiekosten en beter voor het milieu. Deze waarde (107 %) mag ook gebruikt worden bij een EPN-berekening. 3 Afb. 2 Gaskeurlabel SmartLine HRC 24/ CW3 (uitgebreid) Afb.
Richtlijnen CW-label CW = Comfort Warm Water De Nefit SmartLine HR(C) en combinaties van de Nefit SmartLine HR met een indirect gestookte cv-boiler van Nefit dragen een CW-label. Dit is een prestatielabel dat aangeeft dat het cv-toestel bij de bereiding van warm water voldoet aan bepaalde toepassingsklassen voor Comfort Warm Water. 3: - een CW-tapdebiet van tenminste 6 l/min. van 60 °C, - een douchefunctie vanaf 3,6 tot tenminste 6 l/min. van 60 °C (dit komt overeen met 6 tot 10 l/min.
Richtlijnen - een CW-tapdebiet van tenminste 7,5 l/min. van 60 °C, gelijktijdig met een douchefunctie vanaf 3,6 l/min. tot tenminste 7,5 l/min. van 60 °C (dit komt overeen met 6 tot 12,5 l/min. bij 40 °C), - het vullen van een bad met 150 liter water van 40 °C gemiddeld, binnen 10 minuten, gelijktijdig met een CW-tapdebiet van tenminste 7,5 l/min. van 60 °C. - het vullen van een bad met 200 liter water van 40 °C gemiddeld, binnen 10 minuten zonder gelijktijdigheid met een andere functie.
Richtlijnen Indien de Nefit SmartLine HRC 24/CW4 is voorzien van een thermostatisch mengventiel vóór het toestel, mag deze niet lager dan 60 °C worden ingesteld. Indien de Nefit SmartLine HRC 24/CW4 wordt gebruikt als naverwarmer voor een zonneboilersysteem, is het niet meer geschikt voor circulatiesystemen. Tijdens de zomerperiode mag de naverwarmer niet worden uitgeschakeld. De maximale inlaattemperatuur bedraagt 85 °C. Raadpleeg de zonne-energiesysteem instructie voor meer details.
Richtlijnen Praktijk1) waarden 2) CW klasse Nefit SmartLine Gaskeur waarden CW 2003 Taphoeveelheid bij 60 °C (∆T = 50 K) [l/min] Taphoeveelheid bij 40 °C (∆T = 30 K) [l/min] CW tapdebiet Badvulling [l/min] [l/min] Effectieve toestelwachttijd [s] Tapwaterzijdig drukverschil [kPa] HR 11 ≤1 ≤1 HR 11 + 80 l boiler 5 9 15 7.5 17.2 HR 11 + 120 l boiler 6 14 24 7.5 24.0 HRC 24/CW3 (uitgebreid) 3 6 11 6.0 11.7 4.3 38 HRC 24/CW4 (uitgebreid) 4 8 13 7.8 12.8 4.
Opstellingsruimte/stookruimte 4 Opstellingsruimte/stookruimte A VOORZICHTIG! De toe- en afvoeropeningen mogen niet kleiner gemaakt worden of afgesloten worden. A VOORZICHTIG! Ontvlambare materialen of vloeistoffen mogen niet in de buurt van het cv-toestel worden opgeslagen of gebruikt. I AANWIJZING! Om schade aan het cv-toestel te voorkomen, dient verontreiniging van de verbrandingslucht door halogeenkoolwaterstoffen (bijv.
Werkzaamheden aan het cv-toestel 5 Werkzaamheden aan het cv-toestel A VOORZICHTIG! De montage, het aansluiten van de gastoevoerleiding en de afvoer, de eerste ingebruikname, het aansluiten op het elektriciteitsnet alsmede het onderhoud mogen alleen door een erkend installateur worden uitgevoerd. Werkzaamheden aan gasleidingen moeten door een erkend installateur worden uitgevoerd. I AANWIJZING! Onderhoud en reiniging van het cv-toestel dient minimaal eenmaal per twee jaar te geschieden.
Inbedrijfstelling 6 Inbedrijfstelling 6.1 Inleiding in werking en bediening De installateur moet de gebruiker uitgebreid informeren over de werking en de bediening van de verwarmingsinstallatie en hem de technische gegevens ter beschikking stellen. 6.1.1 Waterdruk controleren z Steek de stekker van het cv-toestel in de wandcontactdoos. z Open het klepje aan de voorzijde van het cv-toestel door op het symbool aan de bovenzijde van het klepje te drukken (afb. 4). z Zet de aan-/uitschakelaar (afb. 5, pos.
Inbedrijfstelling 6.2 Bijvullen en ontluchten van de cv-installatie 5 De Nefit SmartLine toestellen zijn uitgevoerd met een automatische ontluchter die dient voor ontluchting van het toestel. A LET OP! Het cv-toestel komt pas in bedrijf, als de installatiedruk meer dan 0,5 bar is. 3 4 PII Om de cv-installatie met water bij te vullen moeten de volgende handelingen uitgevoerd worden: z Steek de stekker van het cv-toestel in de wandcontactdoos.
Inbedrijfstelling z Serviceknop aantal keren indrukken tot de drukweergave (bijv.: P1.1 - zie afb. 5, pos. 4) wordt weergegeven. z Sluit een slang aan op de watertapkraan en laat deze vol lo- pen met water, zodanig dat er geen lucht meer in de slang zit. z Sluit de slang aan op de vulkraan van het cv-toestel (afb. 6 of afb. 7). z Draai de waterkraan volledig open en de vulkraan slechts z z z z z z 14 gedeeltelijk open. Op deze manier zal de cv-installatie correct gevuld worden.
Inbedrijfstelling Wanneer het cv-toestel ongeveer een week in bedrijf is geweest en het display een druk lager dan 1,0 bar weergeeft moet de installatie bijgevuld worden. Het dalen van de druk in een cv-installatie wordt veroorzaakt door het ontsnappen van luchtbellen via koppelingen en (automatische) ontluchters. Ook zuurstof dat opgelost is in het verse cv-water, zal naar verloop van tijd uit het cv-water trekken en ervoor zorgen dat de druk in de cv-installatie daalt.
Inbedrijfstelling 6.3 Ingebruikname 5 z Steek de stekker van het cv-toestel in de wandcontactdoos. 4 z Open het klepje aan de voorzijde van het cv-toestel door op het symbool aan de bovenzijde van het klepje te drukken (afb. 4). 888 z Zet de aan-/uitschakelaar (afb. 8, pos. 1) in stand "1". z Controleer de waterdruk (zie hoofdstuk 6.2). Indien de druk lager is dan 1,0 bar dient er water bijgevuld te worden en de installatie ontlucht te worden. De maximale waterdruk bedraagt 2,0 bar.
Inbedrijfstelling z Open de gaskraan door de knop van de gaskraan zodanig te verdraaien dat deze evenwijdig staat ten opzichte van de gasleiding (afb. 8, pos. 3) z Stel de kamertemperatuur met behulp van de kamerthermostaat op hoogste waarde in. Na ca. 30 sec. ontsteekt de brander. Indien dit niet het geval is raadpleeg dan het hoofdstuk 6.5 "Bedrijfs- en storingsmeldingen" of probeer het cv-toestel als volgt te resetten. z Druk de resetknop (afb. 8, pos. 2) in.
Inbedrijfstelling Regeling Installatie ModuLine of aan-/uitregeling Vloerverwarming Radiatoren Convectoren Tabel 1 Cv-watertemperatuur 40 °C 75 °C - 90 °C 90 °C Cv-watertemperatuur alleen voor combi Tapwatertemperatuur Gering comfort, gering warmteverlies ECO Matig comfort, matig warmteverlies 40 °C Optimaal comfort, normaal warmteverlies 60 °C Tabel 2 18 Tapwatertemperatuur
Inbedrijfstelling 6.4 Bevriezingsgevaar Indien er sprake is van bevriezingsgevaar voor de cv-installatie of delen daarvan, moet de nadraaitijd van de pomp worden gewijzigd. Ga hierbij als volgt te werk: z Steek de stekker van het cv-toestel in de wandcontactdoos. z Open het klepje aan de voorzijde van het cv-toestel door op het symbool aan de bovenzijde van het klepje te drukken (afb. 9). z Zet de aan-/uitschakelaar (afb. 10, pos. 1) in stand "1".
Inbedrijfstelling z Druk nogmaals op de serviceknop, totdat de tekst "F05" in 4 het display van de BC10 (afb. 10, pos. 4) verschijnt. De nadraaitijd van de pomp is fabrieksmatig ingesteld op 5 minuten ("F05"). De nadraaitijd van de pomp is instelbaar van 5 tot 60 minuten (F05..F60) of hij kan op 24 uur (F1d) ingesteld worden. Kies bij bevriezingsgevaar van de cv-installatie voor een nadraaitijd van de pomp van 24 uur (F1d). z Bevestig de gekozen instelling door de serviceknop (afb. 10, pos.
Inbedrijfstelling 6.5 Bedrijfs- en storingsmeldingen De bedrijfstoestand of een eventuele storing worden op het display (afb. 11, pos. 1) weergegeven. In bedrijfstoestand wordt in het display van de BC10 de cv-watertemperatuur weergegeven. Door het één of meerdere malen indrukken van de servicetoets verschijnt de bedrijfstoestand of een eventuele storing in het display van de BC10. De melding bestaat uit twee tekens. 1 888 Alle meldingen die niet in tabel Symptomen voorkomen, dient u te noteren.
Inbedrijfstelling 6.6 1 2 Menu normaal bedrijf 24 Actuele gemeten cv-aanvoerwatertemperatuur in °C. Ja: Verdergaan met menu in normaal bedrijf? Nee: 3 4 5 6 7 8 22 Druk de toets P 1.6 in. Actuele gemeten waterdruk van de cv-installatie in bar. Druk de toets H . → stap 3 → stap 1 in. Bedrijfsscode. Zie ook tabel Symptomen op blz. 25. In dit geval: cv-toestel in cv-bedrijf. Werd er gedurende minimaal 5 minuten geen toets bediend of de netspanning onderbroken? Druk de toets in.
Inbedrijfstelling 6.7 Displaywaardes Displaywaarde 24 P 1.6 6.8 Betekenins van het displaywaarde Eenheid Actuele cv-aanvoerwatertemperatuur °C Actuele druk van de cv-installatie bar Bereik 9 P 0.0 – 13 0 – P 4.0 Displaycodes Een displaycode geeft de actuele toestand van de Nefit SmartLine HR 11/24, HRC 24/CW3 (uitgebreid) en HRC 24/CW4 (uitgebreid) weer. De displaycode verschijnt automatisch of kan door indrukken van de toets “Service“ opgeroepen worden. Er verschijnen twee displaycodes.
Inbedrijfstelling Onder normale bedrijfsomstandigheden is het alleen mogelijk, om niveau 4 via de ModuLine-regeling of een Service Tool op te roepen. Indien de displaycode een storingscode is, wordt deze storingscode oftewel knipperend (vergrendelende storingscode) of niet knipperend (blokkerende storingscode) in het display weergegeven. Alleen bij een vergrendelende storingscode (knipperend) is een reset van het cv-toestel nodig. De oorzaak van de fout moet van tevoren opgeheven worden.
Inbedrijfstelling Symptomen Displaywaarde Niveau 1 Niveau 2 Displaycode Niveau 3 Niveau 4 Betekenis van de displaycodes Bedrijfsfase: Communicatietest tijdens het opstarten. Deze displaycode knippert ter controle van de communicatie tussen de UBA 3 en de basiscontroller BC10 vijf keer gedurende 5 seconden tijdens het opstarten. Indien er een nieuwe UBA 3 of een nieuwe KIM gemonteerd is, knippert deze displaycode maximaal 10 seconden. 24 P 1.6 H . 24 P 1.
Inbedrijfstelling Symptomen Displaywaarde Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 24 P 1.6 H 24 P 1.6 0A * niet direct zichtbaar 26 Displaycode Niveau 4 Betekenis van de displaycodes Bedrijfsfase: Nadraaitijd van de pomp via de boiler gedurende 130 seconden op minimaal toerental. De LED “Brander (aan/uit)” is uit. Bedrijfsfase: Het antipendelprogramma is geactiveerd.
Inbedrijfstelling Symptomen Displaywaarde Niveau 1 Niveau 2 Displaycode Niveau 3 24 P 1.6 0C 24 P 1.6 0H 24 P 1.6 0L Niveau 4 Betekenis van de displaycodes Voorbereidingsfase: Het cv-toestel bereidt zich voor op een branderstart na het ontstaan van een warmtevraag cv of een warmtevraag tapwater. Standby: Het cv-toestel staat standby. Er is geen warmtevraag. Ontstekingsfase: Het gasblok wordt aangestuurd.
Inbedrijfstelling Symptomen Displaywaarde Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Niveau 4 Betekenis van de displaycodes 24 P 1.6 0U Opstartfase: Het cv-toestel wordt opgestart na het inschakelen van de netspanning of na het uitvoeren van een reset. Deze displaycode wordt gedurende maximaal 4 minuten op het display weergegeven. 24 P 1.
Inbedrijfstelling Symptomen Displaywaarde Niveau 1 Displaycode Niveau 2 Niveau 3 Niveau 4 P 1.6 1C 210 2E 207 * 24 P 1.6 * * 888 Betekenis van de displaycodes Storing: De rookgasthermostaat heeft een temperatuur gemeten hoger dan 105 °C, en staat geopend. Reset noodzakelijk. LED op UBA 3 knippert 1 Hz. Overige symptomen: Geen cv-bedrijf en geen warm tapwater. Storing: De waterdruk in de cv-installatie is te laag (lager dan 0,2 bar). Overige symptomen: Geen cv-bedrijf en geen warm tapwater.
Inbedrijfstelling Symptomen Displaywaarde Niveau 1 Displaycode Niveau 2 Niveau 3 P 0.4 H 7 24 P 0.4 H 7 * * rE * niet direct zichtbaar 30 Niveau 4 Betekenis van de displaycodes Bedrijfsfase: De waterdruk in de cv-installatie is te laag (lager dan 0,8 bar). Overige symptomen: Eventueel geen cv-bedrijf en geen warm tapwater. Bedrijfsfase: De waterdruk in de cv-installatie is te laag (lager dan 0,8 bar). Overige symptomen: Eventueel geen cv-bedrijf en geen warm tapwater.
Buitenbedrijfstelling 7 Buitenbedrijfstelling z Open het klepje aan de voorzijde van het cv-toestel (afb. 9). z Zet de aan-/uitschakelaar (afb. 12, pos. 1) in stand "0". z Sluit de gaskraan door de knop van de gaskraan zodanig te 888 verdraaien dat deze haaks staat ten opzichte van de gasleiding (afb. 12, pos. 2). z Sluit het klepje aan de voorzijde van het cv-toestel. z Sluit bij langdurige afwezigheid tevens de watertoevoerleiding af.
716.208A - 4200 - 03/2005 Nefit B.V., Postbus 3, 7400 AA Deventer. Consumenten Infolijn: 0570 - 67 85 00. Fax: 0570 - 67 85 86. Internet: www.nefit.nl E-mail: techdoc@nefit.