Operation Manual

Video's opnemen van camera's en andere externe opname-apparatuur
Nero Video
34
Afhankelijk van het vastlegapparaat geldt de modus camera of videorecorder.
In de modus camera worden er voortdurend videosignalen van het vastlegappa-
raat naar de computer verzonden en kunt u het actieve videosignaal bekijken in
het voorbeeldvenster. Bij een DV-camera wordt het gehele beeld van de video-
camera in het voorbeeldvenster weergegeven.
Voor een tv-kaart geldt altijd de modus Camera, omdat het inkomende videosig-
naal constant is en u het signaal niet kunt onderbreken, niet terug of vooruit kunt
spoelen of opnieuw starten.
In de modus Videorecorder bestaat de video al op band (of op een ander medi-
um). Om deze video vast te leggen, moet u de band afspelen in het videoappa-
raat. U kunt de band ook terug- en vooruitspoelen om bepaalde passages af te
spelen..
U kunt digitale videocamera's op beide modi (camera of viderecorder) instellen.
Lees in de handleiding hoe u dit kunt doen.
Analoge videocamera's staan altijd in de modus videorecorder.
Afhankelijk van de modus van het vastlegapparaat (camera of videorecorder)
zijn bepaalde knoppen wel of niet beschikbaar.
4. Rechtsboven in het venster kunt u kiezen uit de optievelden Oorspronkelijke opname-
instellingen en Aangepaste opnamesjabloon.
Met de optie Oorspronkelijke vastleggingsinstellingen wordt de video zonder
gegevensverlies overgedragen in de indeling die is opgegeven in het vastlegap-
paraat.
In de standaardinstellingen is het optieveld Oorspronkelijke opname-
instellingen geselecteerd. Het wordt aangeraden de optie Oorspronkelijke
vastleggingsinstellingen te gebruiken.
5. Als het keuzerondje Aangepaste opnamesjabloon is geselecteerd:
1. Selecteer de gewenste indeling in de vervolgkeuzelijst.
De vervolgkeuzelijst Profiel wordt weergegeven in het gebied Details.
2. Selecteer het gewenste Profiel.
De instellingen voor het uitvoerbestand worden weergegeven in het gebied Details
onder Uitvoerbestand.
3. Als u specifieke instellingen wilt configureren, klikt u op de knop Configureren.
Er verschijnt een dialoogvenster.
4. Geef de gewenste specifieke instellingen op en klik op de knop OK.
De instellingen voor het uitvoerbestand worden gewijzigd.
6. Als u een analoog opnameapparaat gebruikt, start u de weergave op het opnameapparaat.
Als u een digitaal opnameapparaat gebruikt en dit in VCR-modus is, kunt u de cassette be-
dienen via de bovenstaande knoppen.
De afgespeelde scène wordt weergegeven in het voorbeeldvenster.