Operation Manual

BRAND
BRAND
STOFFEN
STOFFEN
DE TOEGELATEN BRANDSTOFFEN
Uw apparaat werd ontworpen voor de verbranding van verschillende brandstoffen:
>
Hout
>
Lignietbriketten
>
Artifi ciële houtblokken
>
Anthraciet met een minimumkaliber van 20/30
>
Eierkolen van minimaal 20 g
>
Steenkoolbriketten
DE KEUZE VAN HET BRANDHOUT
Het beste brandhout blijft volkomen droog hout, dat gemakkelijk aan te steken is en dat minder teervorming in de
schoorsteen veroorzaakt. Idealiter zou hout
meer dan
18 maanden
beschut moeten kunnen drogen
,
en zelfs in dit
geval bevatten de houtblokken nog 20 % vocht!
Vochtig hout heeft niet alleen een lagere verbrandingswaarde, waardoor de verbrandingstemperatuur lager is, en
bijgevolg ook het rendement. Het is ook moeilijk te ontsteken, het brandt slecht en het ontwikkelt rook. Bovendien
versterkt de verbranding van vochtig hout de vorming van afzettingen in de rookgeleidingen (teer- en roetafzetting) van
de schoorstenen.
Bepaalde houtsoorten zijn t.o.v. vuur reactiever dan andere. De soorten die het langst meegaan zijn:
haagbeuk, beuk en eik. Ratelpopulier, berk en linde branden gemakkelijk, maar minder lang. Hierna volgen
de zachte loofbomen en de naaldbomen. De diameter van een houtblok is belangrijk voor de verwarming.
Toch is deze classifi cering louter indicatief, want het beste brandhout blijft het droogste brandhout.
Hout dat wordt geleverd tijdens het gebruik en dat onmiddelllijk wordt opgeslagen op een beschutte, verluchte plaats,
zal sneller drogen dan hout dat in bulk, in stères wordt bewaard. Kwartjes drogen sneller dan rondhout. Hout dat te klein
is om nog gespleten te worden, moet ingekerfd worden. Een deel van de schors verwijderen.
De droogtijd voor brandhout moet ten minste 18 maanden tot 2 jaar bedragen. Deze termijn wordt korter (12 tot
15 maanden) als het hout tijdens het verbruik wordt versneden en onmiddellijk daarna opgeslagen wordt op een
beschutte, verluchte plaats.
Let op!: geen afval, vuilnis of ontvlambare vloeistoffen (benzine, oplosmiddelen, motorolie...) verbranden.
TEERAFZETTING EN VLEKKENVORMING
Als de rookgassen met een lage temperatuur aankomen in de schoorsteen zal een gedeelte van de waterdamp die ze
bevatten condenseren. De zwaarste bestanddelen zullen afgezet worden in de rookgasleiding. Dit is TEERVORMING.
De lucht oxideert het mengsel en doen bruine vlekken ontstaan. Dit is VLEKVORMING.
Om dit te voorkomen moet aan vier voorwaarden voldaan worden: droog hout gebruiken, een schoorsteen gebruiken
met een dikke wand en met een regelmatige doorsnede (schoorsteenelementen van 20 x 20 cm worden hiervoor vaak
gebruikt) en de aansluitleidingen zo kort mogelijk houden.
Tijdens de verwarmingsperiode moet de schoorsteenleiding frequent gecontroleerd worden, om na te gaan of er zich
geen creosootafzetting heeft gevormd. Als er een creosootafzetting
van
1/8” (3 mm) of meer gevormd is, moet die
verwijderd worden om
het gevaar
voor een
schoorsteenbrand te elimineren.
24