GE Security NX-10 Gebruikershandleiding NX-10-alarmsysteem GE imagination at work
De Europese richtlijn 2002/96/EG "Afgedankte elektrische en elektronische apparatuur" (AEEA) is er op gericht om de impact van het afval van elektrische en elektronische apparatuur op het milieu en de gezondheid van de mens te minimaliseren. Om aan deze richtlijn te voldoen, mag elektrische apparatuur die met dit symbool is gemarkeerd, niet worden verwerkt in Europese openbare afvalsystemen.
Inhoud Menustructuur ............................................................................................4 Instellingen van het codeklavier ........................................................22 LCD codeklavier .........................................................................................6 Instellingen LCD-display aanpassen ...............................................23 Codeklaviertoetsen ..................................................................................
Menustructuur Gebruikersmenu Zone Blokkeren Groepsblokkage Logboek Alarmgeheugen Check Service Gebruikers (1) Zone 1 (2) Zone 2 (3) Zone 3... Zone 1-8 Zone 9-16 Zone 17-24 Zone 25-32 Zone 33-40 Zone 41-48 Gebruikers 1-10 Gebruikers 11-20 Gebruikers 21-30... Code instellen Code wissen Autorisaties Uitg. Gebruikt? Uitgangen Partities Taal Naam NX-17xx Lezer* Uitgang 1 Uitgang 2 Uitgang 3 ... In na sluiting? Enkel inschak.? In/Uitsch.
Menustructuur Gebruikersmenu Looptest Volume zoemer Contrast LCD Helderheid LCD LCD & Man. Test Multipart. Mode Stille uitgangstijd Reset Brand Verlichting altijd aan Datum/tijd X-10 Modules Module 1 Module 2 Module 3 ... Telefoonnummers Telefoonnr. 1 Telefoonnr. 2 Telefoonnr.
LCD codeklavier Status LED (Aan, Uit, Gereed, Niet Gereed) LCD -display: Hier wordt informatie over de status van het systeem, menuopties en andere informatie die wordt ingevoerd, weergegeven. Alfanumerieke display Statuspictogrammen (icons), zie pagina 8. Vier vooraf ingestelde functietoetsen: In/ Afwezig, In/Aanwezig, Uitschakelen, Blokkage, zie pagina 7. NO [NEE]: Toets om data invoer te annuleren en om in het systeemmenu te navigeren.
Codeklaviertoetsen In/Afwezig Druk op deze toets om het systeem in de AFWEZIG mode in te schakelen. In/Aanwezig Druk op deze toets om het systeem in de AANWEZIG mode in te schakelen. Druk als het menu is geopend op deze toets om de cursor naar links te verplaatsen. Uitschakelen Druk op deze toets om de geselecteerde partitie uit te schakelen. Deze toets functioneert alleen in multi-partitie weergave. Druk als het menu is geopend op deze toets om de cursor naar rechts te verplaatsen.
LCD-pictogrammen (icons) Voeding Blokkeren Als de netspanning is ingeschakeld, wordt het linker pictogram weergegeven. Als de netspanning is weggevallen, wordt het rechter pictogram weergegeven. Als het klavier zich in multi-partitie weergave bevindt, wordt het linker pictogram weergegeven als EEN zone in de partitie wordt geblokkeerd. Als het klavier zich niet in multi-partitieweergave bevindt, wordt het rechter pictogram weergegeven zodra EEN zone wordt geblokkeerd.
De NX-10 menu's gebruiken Gebruikersmenu (Quick User menu) Navigeren in de menu's Het gebruikersmenu (Quick User menu) bevat een aantal menuopties die u kunt gebruiken zonder een gebruikerscode in te voeren. Druk op OK en vervolgens -toetsen om het gebruikersmenu (Quick User menu) te openen en op de er doorheen te bladeren. Druk op deze navigatietoetsen om tussen de verschillende menuopties te bladeren.
Uw systeem voorbereiden Voordat u uw systeem kunt inschakelen moeten alle sensors in rust zijn. Als het systeem niet gereed is om te worden ingeschakeld, wordt er een bericht hierover in de LCD-display weergegeven en verdwijnt het V-pictogram uit de display. 1. Als uw systeem NIET gereed is om te worden ingeschakeld, controleert u of er een venster of deur open staat. 2. Druk op • Alle open zones worden weergegeven. Sluit alle zones voordat u het systeem inschakelt.
Systeem zonder partities in- en uitschakelen U kunt een codeklavier programmeren als een partitieklavier (voor enkele partitie) of als een multipartitieklavier. Met een partitieklavier (weergave van één enkele partitie) kunt u maar één partitie inschakelen, terwijl u met één multipartitieklavier één of meer partities kunt inschakelen. In beide gevallen kunt u zones blokkeren in de partitie(s) die u inschakelt. Zie pagina 17 voor meer informatie over het blokkeren van zones. 1.
In- en uitschakelen met een multipartitieklavier Met een multipartitieklavier kunt u één of meer partities inschakelen. Met de toets In/Afwezig kunt u het hele systeem (uitgezonderd geblokkeerde zones) inschakelen. Met de toets In/Aanwezig kunt u het systeem (uitgezonderd interne en geblokkeerde zones) gedeeltelijk inschakelen wanneer u wilt toestaan dat mensen in het gebouw aanwezig blijven. Zie pagina 17 voor meer info m.b.t het blokkeren van zones. ........ Systeem gereed Aan? Geef code 2.
Het systeem uitschakelen na een alarm Er zijn verschillende alarmtypes. Een inbraak- en sabotagealarm worden d.m.v. een ononderbroken sirenetoon gesignaleerd. Een brandalarm wordt d.m.v. een pulserende sirenetoon gesignaleerd. Bij alle alarmmeldingen gaat het codeklavier snel piepen. Zie pagina 14 voor informatie over hoe te reageren bij een brandalarm. 1. Voer uw gebruikerscode in om het systeem uit te schakelen. ........ 2.
Terugzetten van branddetectoren (reset) Er kan zich een brandalarm voordoen wanneer uw systeem is in- of uitgeschakeld. Bij een brandalarm wordt een pulserende sirene in werking gesteld en gaat het codeklavier piepen. Het brandalarmpictogram wordt weergegeven. Als u het brandalarm wilt stoppen, voert u uw gebruikerscode in. Na een brandalarm moet u de brandmelders ook opnieuw instellen. Daarbij voert u dezelfde stappen uit ongeacht of het brandalarm automatisch of handmatig is geactiveerd. 1.
Gebruik van de paniektoetsen Elk codeklavier is uitgerust met drie paniektoetsen. Met deze paniektoetsen kunt u een brandalarm, medisch alarm en overvalalarm (paniek) handmatig in werking stellen. De paniektoetsen moeten door de installateur worden geprogrammeerd. Brand Druk op de functietoets voor het brandalarm. Er treedt een pulserende sirene in werking, het codeklavier begint te piepen en er wordt een melding naar de alarmcentrale verzonden. ........
De zonestatus weergeven U kunt alle open en geblokkeerde zones opvragen. Zones die niet in de lijst van open of in de lijst van geblokkeerde zones zijn vermeld, zijn gesloten en werken normaal. Als u de geblokkeerde zones en open zones wilt bekijken, drukt u OK. om alle probleemzones weer te geven. ........ 1. Druk op 2. Alle open of gesaboteerde zones worden weergegeven. ........ nnn Open 3. Druk op OK of NO [NEE] om naar het standaardscherm terug te keren. ........
Eén of meerdere zones blokkeren U kunt manueel zones blokkeren. Wanneer u het systeem inschakelt zullen deze zones niet beveiligd zijn. Wanneer u het systeem uitschakelt, wordt de zoneblokkage terug opgeheven. Druk op OK en voer uw gebruikerscode in om het gebruikersmenu te openen en vervolgens zones te blokkeren. naar to Zone Blokkeren en druk op OK. OK 1. Ga met de toetsen 2. De zones worden in groepen van acht weergegeven. Selecteer de groep die de zone bevat, die u wilt blokkeren. ........
Uw gebruikerscode en gebruikersnaam wijzigen Als u uw eigen gebruikerscode of gebruikersnaam wilt wijzigen, drukt u OK en voert u uw gebruikerscode in. Hiervoor hebt u hoofdgebruikersrechten nodig. De normale gebruiker heeft geen rechten om zijn/haar eigen gebruikersnaam of gebruikerscode te wijzigen. De standaard hoofdgebruiker in een nieuw systeem is Gebruiker 1 en de standaard hoofdgebruikerscode is 1234.
De gebruikerscode en -naam van een andere persoon wijzigen Als u de gebruikerscode en gebruikersnaam van een andere gebruiker wilt wijzigen, voert u OK gevolgd door een hoofdgebruikerscode in. Ga met de toetsen naar Gebruikers en druk op OK. 1. Er wordt een lijst met alle gebruikers codes weergegeven. De gebruikerscodes worden in groepen van 10 weergegeven. ........ 2. Selecteer de gebruikersgroep. Ga met de toetsen gebruikersnummer en druk op OK. naar het relevante ........ 3.
Code-autorisaties wijzigen U kunt de code-autorisaties van een gebruiker zodanig instellen dat hij/zij kan inschakelen, uitschakelen, uitgangen kan activeren, meldingen kan verzenden en zones kan blokkeren. U kunt een gebruikerscode ook instellen als hoofdcode en opgeven tot welke partities de gebruiker toegang heeft. Hiertoe drukt u OK en voert u een hoofdgebruikerscode in. In een nieuw systeem is Gebruiker 1 standaard de hoofdgebruiker. Ga met de toetsen naar Gebruikers en druk op OK. 1.
De systeemdatum en systeemtijd instellen As u de systeemdatum en -tijd wilt instellen, drukt u OK en voert u uw gebruikerscode in. Ga met de toetsen 1. Ga naar Datum/tijd en druk op OK. ........ 2. De huidige tijd wordt weergegeven met de dag van de week, het uur en de minuten. Afhankelijk van de door de installateur ingestelde configuratie wordt de klok in 12-uurs of 24-uurs weergave weergegeven. De huidige datum wordt in het formaat dd.mm.jjjj weergegeven. ........ 3.
Instellingen van het codeklavier Naast de taal van het codeklavier kunt u ook het volume van de zoemer van het codeklavier wijzigen. Wanneer u OK, gevolgd door uw gebruikerscode invoert, wordt het menu weergegeven in de taal die aan uw code is gekoppeld. U kunt de taal wijzigen zonder uw code in te voeren. De beschikbare talen worden door de installateur geconfigureerd. De taal van het codeklavier wijzigen 1. Druk op OK. Druk nog een keer op OK om het Quick User menu in een andere taal weer te geven. ...
Instellingen LCD-display aanpassen U kunt het contrast van de LCD-display en de helderheid van de achtergrondverlichting wijzigen. Het LCD-contrast heeft 10 niveaus. Zowel de LCDhelderheid als het volume van het bediendeel hebben 16 niveaus. 1. Druk op OK en voer uw gebruikerscode in. ........ OK 2. Blader naar Contrast LCD en druk op OK. Het huidige LCD-contrast wordt als een horizontaal staafdiagram weergegeven. ........ Contrast LCD 3.
Het logboek lezen Het logboek toont de details van alle gebeurtenissen die plaatsvinden wanneer u het alarmsysteem bedient. De omschrijving van elke gebeurtenis wordt in dit formaat weergegeven: L1: L2: Gebeurtenis: PN: Partitienaam: Zone/Gebruikersnaam: GN/ZN: UU:MM DD/MM LOG: Gebeurtenis PN Partitienaam UU:MM DD/MM GN/ZN Zone/Gebruikersnaam LOG Het type gebeurtenis dat zich heeft voorgedaan. Het nummer van de partitie waarin de gebeurtenis plaatsvond.
Telefoonnummers wijzigen Via dit menu kunt u tot drie telefoonnummers programmeren of wijzigen waarnaar meldingen moeten worden verzonden. De alarmmelding wordt op deze manier gemeld naar uw gsm toestel of naar een vast telefoontoestel. U kunt dit alleen doen indien het systeem ingesteld staat voor doormelding in het sirenetoon-formaat of uitgerust is met een spraakmodule, en de installateur het codeklavier zodanig heeft ingesteld dat de gebruiker het telefoonnummer kan wijzigen. Druk OK en geef uw code in.
X-10 domotica modules instellen (light control) Via het optionele X-10 domoticasysteem kunt u met behulp van uw codeklavier, verlichting of apparaten in uw huis in- en uitschakelen. Om bijvoorbeeld alle lichten op de benedenverdieping in te schakelen, sluit u op elke lichtschakelaar een programmeerbare X-10 ontvanger aan. Daarna stelt u via het codeklavier het "module-" en "huisnummer" in van de X-10 ontvanger. 1. Druk OK en voer uw gebruikerscode in. ........ OK 2.
X-10 domotica modules activeren Via het optionele X-10 domoticasysteem kunt u met behulp van uw codeklavier, verlichting of apparaten in uw huis in- en uitschakelen. X-10 modules ontvangen de commando's over het lichtnet. Druk op OK en vervolgens op de toets om het gebruikersmenu te openen. Ga met de toetsen naar X10 Modules en druk op OK. 1. Er wordt een lijst met alle geconfigureerde X-10 modules in uw systeem weergegeven. Elke X-10 module heeft een unieke code. ........ 2.
Gegevens up-/downloaden De installateur kan uw systeem vanaf een computer op afstand programmeren met behulp van upload-/downloadsoftware. Omwille van veiligheidsredenen kan de installateur dit echter niet doen zonder uw toestemming. Als u de installateur wilt toelaten om gegevens te uploaden, stelt u de centrale zodanig in dat deze een upload-/downloadoproep van de computer van de installateur beantwoordt.
Uw systeem testen U kunt verschillende systeemtesten uitvoeren om te controleren indien uw alarmsysteem correct werkt. Als u een servicecontrole wilt uitvoeren (indien een servicemelding optreedt), hoeft u alleen maar het Gebruikersmenu te openen. Als u een looptest wilt uitvoeren, moet u een hoofdgebruikerscode invoeren. 1. Als u elke sensor in uw systeem wilt testen, selecteert u nadat u de hoofdgebruikerscode hebt ingevoerd de functie Looptest en drukt u OK.
Kaarten/badges toevoegen en verwijderen Als een kaartlezer is geïnstalleerd, kunt u met behulp van een kaart of toegangsbadge verschillende functies van het codeklavier activeren door de kaart voor de lezer te houden. Als hoofdgebruiker kunt u één of meer kaarten aan het systeem toevoegen of bestaande kaarten verwijderen. Hiertoe drukt u OK en voert u een hoofdcode in. Ga met de toetsen naar NX-1701 Kaartlezers en druk op OK. naar Toevoegen één ........ 1.
Servicemeldingen Op het LCD-display kunnen servicemeldingen weergegeven worden indien er zich systeemstoringen voordoen. Als u het probleem niet zelf kunt oplossen, neemt u contact op met de installateur. Wanneer het codeklavier een pieptoon laat horen als gevolg van een foutconditie, druk dan # om meer informatie over de aard van het probleem op te vragen. Reden Actie Centrale Overstroom Een overstroom (vb. kortsluiting) werd gedetecteerd in de voeding van de centrale.
Servicemeldingen Reden Actie Centrale Tijd verloren De voeding van de centrale is volledig spanningsloos geweest en de klok moet opnieuw worden ingesteld. Zie pagina 21 voor informatie over het instellen van de systeemklok. Centrale Voedingsfout Er is geen netspanning aanwezig op de centrale. Controleer waarom er geen netspanning op de centrale aanwezig is en controleer de netspanningszekering in de centrale.
Servicemeldingen Reden Actie Uitbreiding Batterijfout De spanning van de noodbatterij van de voeding van een uitbreiding is te laag ofwel is deze noodbatterij niet aangekoppeld. Neem contact op met de installateur. Uitbreiding Sabo behuizing Een behuizing die een optionele module bevat of de behuizing van een codeklavier werd geopend. Controleer of de behuizing is beschadigd. Als er geen schade is, moet u de behuizing goed sluiten.
Woordenlijst Alarmgeheugen Een lijst met alarmen en de locatie waar ze zich hebben voorgedaan sinds het systeem voor het laatst is ingeschakeld. Partitie Een groep zones die als een eenheid functioneren. Een partitie wordt ook wel een area of gebied genoemd. In/Uitschakelen Een menuoptie die aan de geselecteerde gebruiker de autorisatie geeft om het systeem in en uit te schakelen, afhankelijk van de actuele status van het systeem. Ingeschakeld De geselecteerde zones zijn beveiligd.
Woordenlijst Zoemer codeklavier Een geluidssignaal dat door het codeklavier wordt geproduceerd. Dit signaal kan zodanig worden geprogrammeerd dat het op verschillende tijdstippen in werking wordt gesteld. Hoofdcode Een menuoptie die aan de geselecteerde gebruiker een hoofdcode toewijst. Dit is een in/uitschakelcode waarmee andere gebruikerscodes kunnen worden geprogrammeerd op voorwaarde dat de hoofdcode toegang heeft tot dezelfde partities als de gebruikerscode.
Batterijen vervangen Elke gebruiker kan de batterijen die instaan voor de codeklavier achtergrondverlichting en de status LED vervangen. Daarentegen heeft enkel de hoofdgebruiker de mogelijkheid om de batterijen te vervangen die instaan voor de werking van het draadloze codeklavier. De batterijen vervangen voor de status LED en achtergrondverlichting Ga als volgt te werk om de batterijen te vervangen: • Verwijder het draadloze codeklavier van de wand indien dit daar is geplaatst.
Opmerkingen NX-10-gebruikershandleiding 37
1068042