Operation Manual

64
n
Dit hoofdstuk geeft een overzicht van de foutmeldingen die in de
weergave verschijnen.
Foutmeldingen
Bericht Oplossing
Draai aan de zoomring om
het objectief uit te
schuiven.
Een objectief met de knop van de intrekbare
objectiefcilinder wordt bevestigd met een
ingetrokken objectiefcilinder. Druk op de knop
van de intrekbare objectiefcilinder en draai aan
de zoomring om het objectief te verlengen.
Controleer objectief. Er
kunnen alleen foto’s
worden gemaakt als een
objectief is bevestigd.
Bevestig een objectief.
Opstartfout. Zet de camera
uit en weer aan.
Schakel de camera uit, verwijder en vervang de
batterij en schakel de camera weer in.
De klok is opnieuw
ingesteld.
Stel de cameraklok in.
Geen geheugenkaart.
Zet de camera uit en controleer of de
geheugenkaart correct is geplaatst.
Deze geheugenkaart kan
niet worden gebruikt. Kaart
is mogelijk beschadigd.
Plaats andere kaart.
Gebruik een goedgekeurde kaart (0 50).
Formatteer de kaart (0 5). Als het probleem
aanhoudt, is de kaart mogelijk beschadigd.
Neem contact op met een door Nikon
geautoriseerde servicevertegenwoordiger.
Plaats een nieuwe geheugenkaart.
Deze geheugenkaart is niet
geformatteerd.
Geheugenkaart
formatteren?
Selecteer
Ja
om de kaart te formatteren of zet de
camera uit en plaats een andere geheugenkaart.
Geheugenkaart is
vergrendeld (tegen
schrijven beveiligd).
Zet de camera uit en schuif de
schrijfbeveiligingsschakelaar van de kaart naar
de positie “schrijven”.
Geheugenkaart is vol.
Als de beeldkwaliteit wordt verlaagd of het
beeldformaat verkleind, kunt u mogelijk extra
beelden opnemen.
Ongewenste beelden wissen.
Plaats een andere geheugenkaart.