Operation Manual

25
z
3
Kadreer de foto.
4
Stel scherp.
Druk de ontspanknop half in om scherp
te stellen. Als het onderwerp slecht
belicht wordt, gaat mogelijk de
AF-hulpverlichting (0 2) branden om te
helpen bij de scherpstelbewerking.
Als de camera kan scherpstellen, wordt het
geselecteerde scherpstelveld groen
gemarkeerd en klinkt een signaal (er
klinkt mogelijk geen signaal als het
onderwerp beweegt).
Als de camera niet kan scherpstellen, wordt
het scherpstelveld rood weergegeven.
Zie pagina 54.
Terwijl de ontspanknop half wordt
ingedrukt, toont de weergave het aantal
opnamen dat in het buffergeheugen kan worden opgeslagen
(“r”; 0 121).
Plaats uw onderwerp in het midden van
het beeld.
A
Gezichtprioriteit-AF
De camera detecteert en stelt scherp op
portretonderwerpen voor de camera
(gezichtprioriteit-AF). Een dubbele gele rand
wordt weergegeven wanneer de camera
een portretonderwerp voor de camera
detecteert (wanneer de camera meerdere
gezichten, maximaal vijf, detecteert,
selecteert de camera het onderwerp dat het
dichtst bij is). Druk de ontspanknop half in om scherp te stellen op het
onderwerp in de dubbele gele rand. De rand verdwijnt uit het
weergavescherm wanneer de camera niet langer in staat is het
onderwerp te detecteren (omdat het onderwerp bijvoorbeeld wegkijkt).
Scherpstelveld
Buffercapaciteit