Operation Manual

Table Of Contents
193
n
Belichting
Lichtmeting DDL-meting met behulp van beeldsensor
Lichtmeetmethode Matrix
Centrumgericht: meet een cirkel van 4,5 mm in het
midden van het beeld
Spot: meet een cirkel van 2 mm in het geselecteerde
scherpstelveld
Stand P automatisch programma met flexibel programma;
S sluitertijdvoorkeuze; A diafragmavoorkeuze;
M handmatig; h auto onderwerpselectie
Belichtingscorrectie –3+3 LW in stappen van
1
/
3 LW
Belichtingsvergrendeling Lichtwaarde vergrendeld bij gemeten waarde
wanneer ontspanknop half wordt ingedrukt
ISO-gevoeligheid
(aanbevolen
belichtingsindex)
ISO 1606400 in stappen van 1 LW; automatische
instelling ISO-gevoeligheid (ISO 160–6400, 160–3200,
160–800) beschikbaar (door gebruiker geregeld in de standen P,
S, A en M)
Actieve D-Lighting Aan, uit
Scherpstelling
Autofocus
Hybride autofocus (fasedetectie/contrastdetectie-AF);
AF-hulpverlichting
Objectiefscherpstelling Autofocus (AF): enkelvoudige AF (AF-S); continue AF
(AF-C); automatische AF-S/AF-C selectie (AF-A);
fulltime-AF (AF-F)
Handmatige scherpstelling (MF)
AF-veldstand Enkel punt, automatisch veld, onderwerp volgen
Scherpstelveld Enkelpunts AF: 135 scherpstelvelden; de middelste
73 velden ondersteunen fasedetectie-AF
Automatisch veld-AF: 41 scherpstelvelden
Scherpstelvergrendeling Scherpstelling kan worden vergrendeld door de
ontspanknop half in te drukken (enkelvoudige AF)
Gezichtprioriteit Aan, uit