Operation Manual
Table Of Contents
- Uw camera optimaal benutten
- Inhoudsopgave
- Voor uw veiligheid
- Kennisgevingen
- Inleiding
- Automatische stand
- Creatieve stand
- Stand Beste moment vastleggen
- Stand Bewegingssnapshot
- Films opnemen en bekijken
- Meer informatie over fotografie
- Meer informatie over weergave
- Verbindingen
- Het weergavemenu
- Het opnamemenu
- Opname-opties herstellen
- Belichtingsstand
- Beeldkwaliteit
- Beeldformaat
- Aantal opgesl. opnamen
- Film voor/na
- Bestandsindeling
- Lichtmeting
- Autom. vertekeningscorr.
- Kleurruimte
- Actieve D-Lighting
- Ruisonderdr. lange belich.
- Optische VR
- Elektronische VR
- Scherpstelstand
- AF-veldstand
- Gezichtprioriteit
- Ingeb. AF-hulpverlichting
- Flitscorrectie
- Het filmmenu
- Het beeldverwerkingsmenu
- Het setup-menu
- Technische opmerkingen

69
t
Zelfontspannerstanden
De zelfontspanner kan worden gebruikt om cameratrilling te
verminderen of voor zelfportretten.
1 Geef de opties voor de ontspanstand weer.
2 Selecteer de gewenste zelfontspanneroptie.
3 Monteer de camera op een statief.
Monteer de camera op een statief of plaats de camera op een
stabiele, vlakke ondergrond.
4 Kadreer en maak de foto.
Druk de ontspanknop half in om scherp
te stellen en druk vervolgens de knop
volledig in. Het zelfontspannerlampje
begint te knipperen en er klinkt een
geluidssignaal. Twee seconden voordat
de foto wordt gemaakt, stopt het
zelfontspannerlampje met knipperen en
volgen de geluidssignalen elkaar sneller
op.
Druk op 4 (C) om de opties voor de
ontspanstand weer te geven.
Gebruik de multi-selector om E 10 s,
E 5s of E 2s en druk op J.