Operation Manual
Terug naar eerste pagina
56
Camera Control Pro gebruiken BijlagenOverzicht
Camerabediening 11/ 12
De tab Image Processing (Beeldverwerking)
De volgende instellingen kunnen vanuit de tab Beeldverwerking worden gewijzigd:
Image Optimize
(Beeld optimaliseren)
D70SD200 D70
D50
Hiermee kunt u instellen hoe u het beeld wilt optimaliseren.
Raadpleeg voor meer informatie de handleiding van de ca-
mera.
Sharpening (Verscherping)
Deze optie regelt in welke mate de camera de con tou ren in
het beeld verscherpt. Zie de ge bruiks hand lei ding bij de ca-
mera voor meer in for ma tie.
Tone Comp (Tooncompensatie)
Hiermee past u het contrast aan. Raadpleeg de handleiding
van de camera voor meer informatie. Als u “Eigen” of “Eigen
1–3” (alleen D2Xs) kiest en op Edit (Bewerken) klikt, wordt het
dialoogvenster “Edit Camera Curves (om cameracurven
dialoogvenster “Edit Camera Curves (om cameracurven
te bewerken)”
te bewerken)”, weergegeven.
Color space (Kleurruimte )
D200
D2XsD2X
Kies een kleurruimte. Raadpleeg de handleiding van de ca-
mera voor meer informatie.
Color Mode (Kleurstand )
D2-serie
D1H D100
D1X
D200 D50D70
D70S
Kies een kleurstand. Raadpleeg de handleiding van de camera
voor meer informatie. Bij de D1 worden kleuren geoptimali-
seerd voor de NTSC-kleurruimte, ongeacht de gekozen optie.
Saturation (Verzadiging )
D200 D50D70D70S
Stel de intensiteit van kleuren in voordat u een foto maakt.
Raadpleeg voor meer informatie over kleurverzadigings-in-
stellingen de bij uw camera geleverde documentatie.