Operation Manual

Terug naar eerste pagina
42
Camera Control Pro gebruiken BijlagenOverzicht
Camera Control Pro 2
Livebeeld 4/7
Livebeeld voor camera’s uit de D3-serie, D700 en D300-serie: Uit de hand

Beeldveld
Toont het beeld door de cameralens, geüpdatet in realtime, met het huidige
scherpstelpunt (
) over het beeld weergegeven.
Navigatieveld
Wanneer er ingezoomd is op het livebeeld, toont het navigatieveld de positie
van het deel dat momenteel wordt weergegeven op de monitor.
Vergrotingsverhouding
Kies een zoomverhouding om de weergave in het beeldveld in of uit te zoomen.
Draaiknoppen Hiermee kun u het livebeeld in het beeldveld draaien.
“Auto Rotate
(Automatisch draaien)
Als deze optie geselecteerd is, wordt het livebeeld automatisch meegedraaid
met de camera.
Livebeeldstand Kies uit Hand-held (Uit de hand) en Tripod (Statief).
“Focus Point
(Scherpstelpunt)
Klik op de pijlen om het scherpstelpunt te verplaatsen.
AF-knop
De belichting instellen en de camera scherpstellen met normale (fasedetectie) AF.
Rasterknop Hiermee kunt u een raster weergeven of verbergen.
AF-veldknop Hiermee kunt u het scherpstelveld weergeven of verbergen.
Knop voor virtuele
horizon
Hiermee kunt u een virtuele horizon weergeven of verbergen. Beschikbaar op de
D3 vanaf fi rmwareversie 2.00 en op de D3X, D3S, D700 en D300S.
“Shoot (Opnemen) Hiermee kunt u een foto maken.
“AF and Shoot
(AF en opnemen)
Scherpstellen en vervolgens een foto maken. Er wordt geen foto gemaakt als
de camera niet kan scherpstellen.
“Lv” (Livebeeld) Klik hierop om het livebeeld te starten of stoppen.