Operation Manual

Terug naar eerste pagina
44
Camera Control Pro gebruiken BijlagenOverzicht
Camera Control Pro 2
Livebeeld voor camera’s uit de D90, D7000 en D5000
Beeldveld
Toont het beeld door de cameralens, geüpdatet in realtime, met het scherpstel-
punt (
) over het beeld weergegeven. U kunt het scherpstelpunt verplaatsen
door in het beeldveld te klikken. In gezichtprioriteit-AF worden gezichten die door
de camera gedetecteerd worden, aangeduid met een kader (
) en het huidige
scherpstelpunt met een
-pictogram.
Navigatieveld
Wanneer er ingezoomd is op het livebeeld, toont het navigatieveld de positie
van het deel dat momenteel wordt weergegeven op de monitor.
Vergrotingsverhouding
Kies een zoomverhouding om de weergave in het beeldveld in of uit te zoomen.
Draaiknoppen Hiermee kun u het livebeeld in het beeldveld draaien.
“Auto Rotate
(Automatisch draaien)
Als deze optie geselecteerd is, wordt het livebeeld automatisch meegedraaid
met de camera.
AF-servostand Kies een AF-servostand voor livebeeld of fi lmopname (enkel D7000).
Autofocusstand
Kies een autofocusoptie voor livebeeldautofocus. AF met onderwerp volgen
(enkel D7000 en D5000) wordt niet ondersteund.
“Adjust Focus”
(Scherpstelling
aanpassen)
Klik op deze knoppen om de scherpstelling aan te passen met de hoeveelheid
geselecteerd met behulp van de schuifbalk. Klik op + om het scherpstelpunt
weg van de camera te verplaatsen en op om het naar de camera toe te ver-
plaatsen.
AF-knop
Klik hierop om de autofocus met contrastdetectie te starten; klik nogmaals om de
autofocus te beëindigen.
Rasterknop Hiermee kunt u een raster weergeven of verbergen.
Livebeeld 6/7