Naslaggids (volledige instructies)
Table Of Contents
- Inleiding
- Onderdelen van de camera
- De opname voorbereiden
- Basisbewerkingen voor opname en weergave
- Opnamefuncties
- Autom. scènekeuzekn.-stand
- Onderwerpstand (Opname voor vastgestelde onderwerpen)
- Stand speciale effecten (effecten toepassen tijdens opname)
- Stand Slim portret (Menselijke gezichten verbeteren bij opname)
- Auto-stand
- Flitsstand
- Zelfontspanner
- Macro-stand (nemen van close-upfoto's)
- Belichtingscompensatie (Helderheid aanpassen)
- Standaardinstellingen (flitser, zelfontspanner enz.)
- Scherpstellen
- Functies die bij opname niet tegelijk kunnen worden gebruikt
- Weergavefuncties
- Zoomweergave
- Miniatuurweergave/Kalenderweergave
- Stand Sorteer op datum
- Beelden bewerken (foto's)
- Voor beelden worden bewerkt
- Sneleffecten: Tint of stemming wijzigen
- Snel retoucheren: Contrast en verzadiging verbeteren
- D-Lighting: Helderheid en contrast verbeteren
- Rode-ogencorrectie: Rode ogen corrigeren bij opname met flitser
- Glamour-retouchering: Menselijke gezichten verbeteren
- Kleine afbeelding: Het beeldformaat verkleinen
- Uitsnede: Een uitgesneden kopie maken
- Films opnemen en weergeven
- Menu's gebruiken
- De camera aansluiten op een televisie, printer of computer
- Technische opmerkingen
39
Opnamefuncties
Het scherpstelveld is afhankelijk van de opnamestand.
Gezichtsherkenning gebruiken
In de volgende opnamestanden gebruikt de
camera gezichtsherkenning om automatisch
scherp te stellen op menselijke gezichten.
• Stand e/b Portret, h/c Nachtportret of
d Tegenlicht in x (autom. scènekeuzekn.)
(A19)
• Onderwerpstand Portret of Nachtportret
(A20)
• Slim portret-stand (A28)
• Wanneer AF-veldstand (A67) in de stand A (auto) (A30) is ingesteld op
Gezichtprioriteit.
Wanneer de camera meer dan één gezicht herkent, wordt een dubbele rand
weergegeven rond het gezicht waarop de camera scherpstelt, en wordt een enkele
rand weergegeven rond de andere gezichten.
Als de ontspanknop half wordt ingedrukt wanneer geen gezichten worden herkend:
• In de stand x (autom. scènekeuzekn.) verandert het scherpstelveld afhankelijk
van het onderwerp.
• In de onderwerpstanden Portret en Nachtportret of in de stand Slim portret
stelt de camera scherp in het midden van het beeld.
• In de stand A (auto) selecteert de camera het scherpstelveld met het onderwerp
dat zich het dichtst bij de camera bevindt.
B Opmerkingen over gezichtsherkenning
• De mate waarin de camera gezichten kan detecteren, is afhankelijk van diverse factoren,
waaronder de richting waarin de gezichten kijken.
• In de volgende situaties kan de camera geen gezichten detecteren:
- Als een gezicht deels verscholen gaat achter een zonnebril of een ander voorwerp
- Als een gezicht te veel of te weinig ruimte beslaat in het beeld
Scherpstellen
8
m
0s
8
m
0s
1400
1400