Naslaggids (volledige instructies)
Table Of Contents
- Inleiding
- Onderdelen van de camera
- De opname voorbereiden
- Basisbewerkingen voor opname en weergave
- Opnamefuncties
- Autom. scènekeuzekn.-stand
- Onderwerpstand (Opname voor vastgestelde onderwerpen)
- Stand speciale effecten (effecten toepassen tijdens opname)
- Stand Slim portret (Menselijke gezichten verbeteren bij opname)
- Auto-stand
- Flitsstand
- Zelfontspanner
- Macro-stand (nemen van close-upfoto's)
- Belichtingscompensatie (Helderheid aanpassen)
- Standaardinstellingen (flitser, zelfontspanner enz.)
- Scherpstellen
- Functies die bij opname niet tegelijk kunnen worden gebruikt
- Weergavefuncties
- Zoomweergave
- Miniatuurweergave/Kalenderweergave
- Stand Sorteer op datum
- Beelden bewerken (foto's)
- Voor beelden worden bewerkt
- Sneleffecten: Tint of stemming wijzigen
- Snel retoucheren: Contrast en verzadiging verbeteren
- D-Lighting: Helderheid en contrast verbeteren
- Rode-ogencorrectie: Rode ogen corrigeren bij opname met flitser
- Glamour-retouchering: Menselijke gezichten verbeteren
- Kleine afbeelding: Het beeldformaat verkleinen
- Uitsnede: Een uitgesneden kopie maken
- Films opnemen en weergeven
- Menu's gebruiken
- De camera aansluiten op een televisie, printer of computer
- Technische opmerkingen
42
Opnamefuncties
Onderwerpen die niet geschikt zijn voor Autofocus
De camera stelt in de volgende situaties mogelijk niet scherp zoals verwacht. In
uitzonderlijke gevallen wordt het onderwerp mogelijk niet scherpgesteld ondanks
het feit dat het scherpstelveld of de scherpstelaanduiding in groen wordt
weergegeven:
• Het onderwerp is zeer donker.
• Er zijn voorwerpen met sterk verschillende helderheid in het onderwerp (bijv.
wanneer de zon achter het onderwerp staat en het onderwerp daardoor zeer
donker wordt).
• Er is geen contrast tussen het onderwerp en de omgeving (bijv. wanneer de
persoon op de foto een wit overhemd draagt en voor een witte muur staat).
• Meerdere voorwerpen bevinden zich op verschillende afstanden van de camera
(bijv. wanneer het onderwerp in een kooi zit).
• Onderwerpen met terugkerende patronen (vensterjaloezieën, gebouwen met
meerdere rijen ramen met dezelfde vorm enz.).
• Het onderwerp beweegt snel.
Druk in bovengenoemde situaties de ontspanknop enkele malen half in om
opnieuw scherp te stellen, of stel scherp op een ander onderwerp dat zich op
dezelfde afstand van de camera bevindt als het gewenste onderwerp, en gebruik de
scherpstelvergrendeling (A43).