Naslaggids (volledige instructies)
99
Films
Basishandelingen bij het opnemen en afspelen van films
B Opmerkingen over opgenomen films
• Wanneer de digitale zoom wordt gebruikt, kan de beeldkwaliteit lichtjes dalen.
• Het geluid van de zoomknop, het zoomen, bewegingen van de objectiefaandrijving tijdens
autofocus, filmvibratiereductie en diafragma wanneer de helderheid wijzigt, kan worden
opgenomen.
• De volgende fenomenen kunnen op het scherm worden vastgesteld terwijl films worden
opgenomen. Deze fenomenen worden opgeslagen in de opgenomen films.
- In beelden die werden gemaakt bij TL-licht, kwikdamplampen of natriumdamplampen kan er
bandvorming optreden.
- Onderwerpen die zich snel van de ene kant van het beeld naar de andere kant verplaatsen, zoals
een trein of wagen, kunnen er scheef uitzien.
- Het volledige filmbeeld kan scheef zijn wanneer de camera wordt gezwenkt.
- Verlichting of andere heldere gebieden kunnen spookbeelden geven wanneer de camera
wordt verplaatst.
• Afhankelijk van de afstand tot het onderwerp of de intensiteit van de toegepaste zoom kunnen
onderwerpen met terugkerende patronen (stoffen, vensters met lattenwerk enz.) gekleurde
strepen vertonen tijdens de filmopname en -weergave. Dit doet zich voor wanneer het patroon
in het onderwerp en de indeling van de beeldsensor elkaar storen; dit is geen defect.
B Opmerkingen over vibratiereductie tijdens filmopname
• Wanneer Film VR (A151) in het filmmenu is ingesteld op Aan (hybride), wordt de beeldhoek
(m.a.w. het gebied dat zichtbaar is in het beeld) smaller tijdens filmopname.
• Als van een statief gebruik wordt gemaakt om de camera tijdens opname te stabiliseren, stelt u
de Film VR in op Uit om eventuele fouten door deze functie te voorkomen.
B Opmerkingen over autofocus voor filmopname
De autofocus levert mogelijk niet het gewenste resultaat (A76). Indien dit gebeurt, stel dan
scherp via de handmatige scherpstelling (A63, 64) of probeer het volgende:
1. Stel Autofocus-stand in het filmmenu in op Enkelvoudige AF (standaardinstelling) voordat de
filmopname wordt gestart.
2. Kadreer een ander onderwerp dat zich op dezelfde afstand van de camera bevindt als het
daadwerkelijke gewenste onderwerp, druk op de b (e) knop om de opname te starten en pas
de compositie aan.