Naslaggids (volledige instructies)

209
Technische opmerkingen
Accessoires
6 Druk op de aan/uit-knop op de afstandsbediening en houd deze
ingedrukt (minimaal 3 seconden).
De koppeling voor de camera en afstandsbediening wordt gestart. Tijdens dit proces
knippert het statuslampje op de afstandsbediening ongeveer elke 0,5 seconde.
Als de koppeling is voltooid, wordt een verbinding
tot stand gebracht tussen de camera en de
afstandsbediening. Als u de opnamestand
inschakelt, wordt M weergegeven op het
opnamescherm.
Als een bericht wordt weergegeven dat de
koppeling is mislukt, voert u de procedure
opnieuw uit vanaf stap 5.
De verbinding overschakelen naar een smartapparaat
Schakel de verbinding over van Afstandsbediening naar Smartapparaat in
Verbinding kiezen in het netwerkmenu van de camera (A158, 208).
Als de SnapBridge-app wordt geopend op uw smartapparaat en een verbinding tot
stand wordt gebracht tussen de camera en het smartapparaat, wordt L weergegeven op
het opnamescherm.
Als voor het eerst een draadloze verbinding tot stand wordt gebracht met een
smartapparaat raadpleegt u de meegeleverde “SnapBridge Verbindingsgids”.
1 / 2 5 0
1/250
F 3 . 4
F3.4
5 0 0
500
2 5 m 0s
25m 0s
0 . 0
0.0
1 0 0
100