Naslaggids (volledige instructies)
48
Opnamefuncties
Onderwerpstand (opname maken in specifieke opnameomstandigheden)
3 Neem een foto.
• Wanneer u de ontspanknop indrukt, start een
aftelling (ongeveer vijf seconden) en wordt de
sluiter automatisch ontspannen.
• De camera ontspant de sluiter automatisch voor
de resterende foto’s. Een aftelling start ongeveer
drie seconden voor de opname.
• Het aantal opnamen wordt aangegeven met U op
het scherm. Het wordt tijdens opname geel
weergegeven en wijzigt naar wit na de opname.
4 Selecteer Ja en druk op de k knop op het weergegeven scherm
wanneer de camera stopt met het maken van het gespecificeerde
aantal foto’s.
• Het collagebeeld wordt opgeslagen.
• Elk geregistreerd beeld wordt opgeslagen als een individueel beeld, afzonderlijk van het
collagebeeld. De beelden worden gegroepeerd als een reeks en een collagebeeld van één
beeld wordt als hoofdfoto (A86) gebruikt.
• Wanneer Nee is geselecteerd, wordt het collagebeeld niet opgeslagen.
B Opmerkingen over Zelf-collage
• Als u de onderstaande bewerkingen uitvoert voordat de camera het opgegeven aantal opnamen
heeft gemaakt, wordt de opname geannuleerd en wordt er geen collagebeeld opgeslagen. De
foto’s die genomen werden voor de opname geannuleerd werd, worden opgeslagen als
afzonderlijke afbeeldingen.
- Druk de ontspanknop in.
- Klap de flitser in of uit.
• Als beelden worden opgenomen met Datumstempel (A166), worden de datum en tijd alleen
gestempeld in de rechterbenedenhoek van het samengestelde beeld. De datum en tijd kunnen
niet op elk beeld binnen het samengestelde beeld worden gestempeld.
• Deze functie kan mogelijk niet worden gebruikt in combinatie met andere functies (A80).
2