Naslaggids (volledige instructies)
68
Opnamefuncties
Belichtingscorrectie (Helderheid aanpassen)
Als de opnamestand is ingesteld op de A (auto) stand, de onderwerpstand, de creatieve
stand of korte filmvoorstelling, kunt u de helderheid (belichtingscorrectie) instellen.
1 Druk op de multi-selector K (o).
2 Selecteer een compensatiewaarde en
druk op de k knop.
• Om het beeld lichter te maken, stelt u een
positieve (+) waarde in.
• Om het beeld donkerder te maken, stelt u een
negatieve (–) waarde in.
• De compensatiewaarde wordt toegepast, zelfs
zonder de k knop in te drukken.
• Wanneer de onderwerpstand Slim portret als
opnamestand wordt gebruikt, wordt het scherm
Glamour-retouchering weergegeven in plaats van
het belichtingscorrectiescherm (A45).
C Belichtingscorrectiewaarde
• Belichtingscorrectie kan niet worden gebruikt in de volgende opnamestanden:
- Time-lapse-film (tijdens Nachtlucht (150 minuten) of Sterrensporen (150 min.))
- Vuurwerk
- Meerv. belicht. Lichter
• Als de belichtingscorrectie wordt ingesteld tijdens gebruik van een flitser, wordt de compensatie
toegepast op de achtergrondbelichting en de flitssterkte.
C Het histogram gebruiken
Een histogram is een grafiek die de toonverdeling van een beeld weergeeft. U kunt het histogram
gebruiken als leidraad wanneer u belichtingscorrectie gebruikt en opnames maakt zonder de
flitser.
• De horizontale as toont de pixelhelderheid, met links de donkere tonen en rechts de lichte tonen.
De verticale as toont het aantal pixels.
• Als u de belichtingscorrectiewaarde verhoogt, wordt de verdeling van toonwaarden naar rechts
verplaatst. Bij een verlaging wordt de verdeling naar links verplaatst.
Belichtingscorrectie (Helderheid aanpassen)
Uitvoeren
Belichtingscorrectie
Histogram
Schuifknop