Naslaggids (volledige instructies)

74
Opnamefuncties
Scherpstellen
AF met doelopsporing gebruiken
Als AF-veldstand (A140) is ingesteld op AF met doelopsporing in de stand A, B, C of
D, of in de creatieve stand, stelt de camera scherp op de wijze zoals hieronder beschreven
als u de ontspanknop half indrukt.
De camera detecteert het hoofdonderwerp en stelt
hierop scherp. Zodra het onderwerp scherp is, wordt
het scherpstelveld in groen weergegeven. Als een
menselijk gezicht wordt gedetecteerd, stelt de
camera hierop automatisch de scherpstelprioriteit
in.
Wanneer geen hoofdonderwerp wordt
gedetecteerd, selecteert de camera automatisch
een of meer van de negen scherpstelvelden met het
onderwerp dat zich het dichtst bij de camera
bevindt. Wanneer het onderwerp scherp is, worden
de scherpstelvelden die scherp zijn in groen
weergegeven.
B Opmerkingen over AF met doelopsporing
Afhankelijk van de opnameomstandigheden kan het onderwerp dat de camera als
hoofdonderwerp bepaalt, variëren.
Het hoofdonderwerp wordt mogelijk niet herkend bij gebruik van bepaalde instellingen in
Witbalans of effectengroepen in de creatieve stand.
De camera kan in de volgende situaties het hoofdonderwerp mogelijk niet detecteren:
- Wanneer het onderwerp zeer donker of helder is
- Wanneer het hoofdonderwerp geen duidelijk gedefinieerde kleuren heeft
- Als de opname zodanig is gekadreerd dat het onderwerp zich aan de rand van het scherm
bevindt
- Wanneer het hoofdonderwerp bestaat uit een terugkerend patroon
F 3 . 4
F3.4
1 / 2 5 0
1/250
Scherpstelvelden
F 3 . 4
F3.4
1 / 2 5 0
1/250
Scherpstelvelden