Naslaggids (volledige instructies)
36
Opnamefuncties
Onderwerpstand (aangepast op opname-omstandigheden)
Tips en opmerkingen over de onderwerpstand
y M x Autom. scènekeuzekn.
• Als u de camera op het onderwerp richt, herkent deze automatisch de opname-
omstandigheden en stelt de opname-instellingen dienovereenkomstig af.
• Onder bepaalde opname-omstandigheden is het mogelijk dat de camera niet altijd de
gewenste instellingen kiest. Selecteer in dat geval een andere opnamestand (A33).
• Als gezichten van mensen worden herkend tijdens het maken van een foto, dan
verzacht de camera de huid van de gezichten met behulp van de functie huid
verzachten (A42).
y M d Sport
• Als de ontspanknop volledig wordt ingedrukt, worden continu foto's gemaakt.
• De camera kan maximaal ongeveer 7 foto's continu maken bij een snelheid van
ongeveer 7 bps (indien ingesteld op Normal (beeldkwaliteit) en a 5184×3888
(beeldformaat)).
• Het aantal beelden per seconde bij continu-opnamen kan laag zijn, afhankelijk van de
instelling voor beeldkwaliteit en beeldformaat, de gebruikte geheugenkaart of
opname-omstandigheden.
• Scherpstelling, belichting en kleurtoon voor de tweede en opeenvolgende foto's
worden vast ingesteld op de waarden die zijn vastgesteld bij de eerste foto.
e Portret (voor het maken van close-up portretten van een of twee personen)
b
Portret (voor het maken van portretten van veel mensen of foto's waarbij de
achtergrond een groot deel van het beeld in beslag neemt)
f Landschap
h Nachtportret (voor het maken van close-up portretten van een of twee personen)
c
Nachtportret (voor het maken van portretten van veel mensen of foto's waarbij de
achtergrond een groot deel van het beeld in beslag neemt)
g Nachtlandschap
i Close-up
j Tegenlicht (voor het maken van foto's van andere onderwerpen dan mensen)
d Tegenlicht (voor het maken van portretfoto's)
d Overige opname-omstandigheden