Naslaggids (volledige instructies)
174
Technische opmerkingen
Accessoires
6 Druk op de aan/uit-knop op de afstandsbediening en houd deze
ingedrukt (minimaal 3 seconden).
• De koppeling wordt gestart voor de camera en afstandsbediening. Tijdens het proces,
knippert het statuslampje op de afstandsbediening ongeveer elke 0,5 seconden.
• Als de koppeling is voltooid, wordt een verbinding tot
stand gebracht tussen de camera en de
afstandsbediening. Als u de opnamestand inschakelt,
wordt M weergegeven op het opnamescherm.
• Als een melding wordt weergegeven dat de koppeling
is mislukt, voert u de procedure opnieuw uit vanaf stap
5.
De verbinding overschakelen naar een smartapparaat
• Schakel Verbinding kiezen (A130) in het netwerkmenu over van
Afstandsbediening naar Smartapparaat.
• Gekoppelde smartapparaten worden met de camera verbonden via Bluetooth als de
SnapBridge-app wordt gestart. L wordt weergegeven op het opnamescherm van de
camera.
• Voor verbindingen met smartapparaten, raadpleegt u de meegeleverde “SnapBridge
Verbindingsgids” en de SnapBridge online help.
5 0 0
500
2 5 m 0s
25m 0s