Naslaggids (volledige instructies)
61
Opnamefuncties
Functies die niet tegelijk kunnen worden gebruikt met het maken van
opnamen
Bepaalde instellingen kunnen niet worden gebruikt met andere menu-instellingen.
Functies die niet tegelijk kunnen worden
gebruikt met het maken van opnamen
Beperkte functie Instelling Beschrijving
Flitsstand
Continu (A108)
Wanneer een andere instelling dan Enkelvoudig
wordt geselecteerd, kan de flitser niet worden
gebruikt.
Knipperdetectie
(A116)
Als Knipperdetectie is ingesteld op Aan, kan de
flitser niet worden gebruikt.
Zelfontspanner AF-veldstand (A111)
Als Onderwerp volgen is geselecteerd, kan de
zelfontspanner niet worden gebruikt.
Macro-stand AF-veldstand (A111)
Als Onderwerp volgen is geselecteerd, kan de
macro-stand niet worden gebruikt.
Beeldmodus Continu (A108)
Beeldmodus wordt als volgt ingesteld
afhankelijk van de instelling voor
continu-opname:
• Vooropnamecache: q (beeldformaat:
1600 × 1200 pixels)
• Continu H: 120 bps: O (beeldformaat:
640 × 480 pixels)
• Continu H: 60 bps: M (beeldformaat:
1280 × 960 pixels)
Witbalans
Kleurtoon (met de
creatieve instelknop)
(A25)
Als de tint wordt aangepast bij gebruik van de
creatieve instelknop, kan Witbalans niet worden
ingesteld in het opnamemenu. Als u Witbalans
wilt instellen, selecteert u g in het scherm voor
het instellen van de creatieve instelknop om de
helderheid, levendigheid, tint en actieve
D-Lighting opnieuw in te stellen.
Continu-opname
Zelfontspanner
(A49)
• Als de ontspanknop wordt losgelaten nadat
het aftellen van de zelfontspanner is gestart,
maakt de camera geen continue opname, zelfs
als Continu H of Continu L is geselecteerd.
• De camera neemt niet continu op, zelfs als
Vo
oropnamecache is geselecteerd.
ISO-gevoeligheid Continu (A108)
Als Vooropnamecache, Continu H: 120 bps of
Continu H: 60 bps is geselecteerd, wordt
ISO-gevoeligheid vast ingesteld op
Automatisch.