Operation Manual

36
De onderwerpstand gebruiken
Onderwerpafhankelijke opnamestanden
Functies
Voor beschrijvingen in dit gedeelte zijn de volgende pictogrammen gebruikt:
X = flits-stand (A 30); n = zelfontspanner (A 32); p = macro-stand (A 33);
o = belichtingscompensatie (A 34).
* U kunt ook andere instellingen selecteren.
* U kunt ook andere instellingen selecteren.
b Portret
Gebruik deze stand voor het maken van portretten waarin de
hoofdpersoon duidelijk in beeld is.
Als de camera een gezicht detecteert, wordt automatisch
scherpgesteld op dit gezicht. Zie "Gezichtsherkenning"
(A 24) voor meer informatie.
Wanneer meer dan één gezicht wordt herkend, wordt
scherpgesteld op het gezicht dat zich het dichtst bij de camera bevindt.
Wanneer geen gezichten worden gedetecteerd, wordt scherpgesteld op het midden van
het beeld.
Digitale zoom is niet beschikbaar.
m V* n Uit* p Uit o 0,0*
c Landschap
Gebruik deze stand voor levendige landschappen en
stadsgezichten.
De camera stelt scherp op oneindig. Het scherpstelveld of
de scherpstelaanduiding (A 8) brandt altijd groen
wanneer de ontspanknop half wordt ingedrukt. Houd er
echter rekening mee dat voorwerpen op de voorgrond
mogelijk niet altijd scherp zijn.
De AF-hulpverlichting (A 97) brandt niet.
m W n Uit* p Uit o 0,0*