Operation Manual

45
De onderwerpstand gebruiken
Onderwerpafhankelijke opnamestanden
5 Nadat u alle foto's hebt gemaakt, drukt u op
k.
De camera keert terug naar stap 2.
B Panorama assist
Stel de flits-stand, de zelfontspanner, de macro-stand en de belichtingscompensatie in voordat u de
eerste foto gaat maken. Deze instellingen kunnen niet worden gewijzigd nadat de eerste foto is
gemaakt. Het is niet mogelijk om foto's te verwijderen, de zoomstand te wijzigen of de instelling
Beeldkwal./form (A 74) aan te passen nadat de eerste foto is gemaakt.
De reeks foto's voor het panorama wordt beëindigd als de camera tijdens de opname stand-by
wordt gezet via de functie Automatisch uit (A 99). Het wordt aanbevolen om de tijdsduur waarna
de functie Automatisch uit wordt ingeschakeld, te verlengen.
D Opmerking over R
Bij gebruik van de stand Panorama assist hebben alle foto's die zijn
gemaakt in een panoramareeks dezelfde instellingen voor
witbalans, belichting en scherpstelling als de eerste foto die is
gemaakt.
Nadat de eerste opname is gemaakt, wordt R
weergegeven om aan te geven dat belichting, witbalans en
scherpstelling zijn vergrendeld.
D Panorama Maker
Installeer Panorama Maker vanaf de meegeleverde Software Suite-cd.
Zet foto's over naar een computer (A 59) en gebruik Panorama Maker (A 63) om ze samen te
voegen tot één panorama.
D Meer informatie
Zie "Namen voor beeldbestanden en -mappen" (A 111) voor meer informatie.