Operation Manual
216
Technische opmerkingen
Afstandsbediening ML-L7
6 Houd de hoofdschakelaar op de afstandsbediening ingedrukt
(minstens drie seconden).
• De koppeling start voor de camera en de afstandsbediening. Terwijl het proces wordt
uitgevoerd, knippert het statuslampje op de afstandsbediening ongeveer elke
0,5 seconde.
• Wanneer de koppeling voltooid is, wordt er een
verbinding tot stand gebracht tussen de camera en de
afstandsbediening. Wanneer u naar de zoomstand
gaat, wordt het Z-pictogram weergegeven in het
opnamescherm.
• Als een bericht verschijnt dat de koppeling mislukt is,
voert u de procedure opnieuw uit vanaf stap 5.
De verbinding overschakelen naar een smartapparaat
• Schakel de verbinding van Afstandsbediening naar Smartapparaat in Verbinding
kiezen in het netwerkmenu van de camera (A161, 215).
• Wanneer de SnapBridge-app op uw smartapparaat wordt gestart en een verbinding tot
stand is gebracht tussen de camera en het smartapparaat, wordt het s-pictogram
weergegeven in het opnamescherm.
• Raadpleeg de bijgeleverde “SnapBridge Verbindingsgids” wanneer u voor het eerst een
draadloze verbinding met een smartapparaat tot stand brengt.
1 4 0 0
1400
2 5 m 0s
25m 0s
1 / 2 5 0
1/250
F 5 . 6
F5.6