Quick Start Guide

24
Technische opmerkingen
Schakel de camera uit voordat u de batterij verwijdert, de
lichtnetadapter loskoppelt of de geheugenkaart verwijdert
Verwijder de batterij niet terwijl de camera aanstaat of terwijl beelden worden opgeslagen of
gewist. Het onderbreken van de stroom kan in dit geval leiden tot gegevensverlies of beschadiging
van de geheugenkaart of de inwendige circuits.
Opmerkingen over de monitor
Monitoren (met inbegrip van elektronische zoekers) worden met een extreme mate van precisie
gemaakt; minimaal 99,99 % van de pixels zijn werkende, en minder dan 0,01 % ontbreekt of is
defect. Het kan voorkomen dat deze schermen pixels bevatten die altijd oplichten (wit, rood,
blauw of groen) of altijd uitstaan (zwart); dit is geen defect en heeft geen effect op de
afbeeldingen die zijn vastgelegd door het apparaat.
Bij helder licht zijn de beelden op de monitor mogelijk niet goed te zien.
Oefen geen druk op de monitor uit, want dit kan beschadiging of een functiestoring van de
camera tot gevolg hebben. Als de monitor beschadigd raakt, dient u erop te letten dat u zich niet
verwondt aan de glassplinters en te voorkomen dat de vloeibare kristallen in de monitor in
aanraking komen met uw huid, ogen of mond.
De batterij
Voorzorgsmaatregelen voor gebruik
Neem in acht dat de batterij na gebruik heet kan zijn.
Gebruik de batterij niet als de omgevingstemperatuur lager is dan 0 °C of hoger dan 40 °C,
aangezien dit beschadiging of een functiestoring tot gevolg kan hebben.
Wanneer u afwijkingen, zoals overmatige hitte, rook of een ongebruikelijke geur vanaf de batterij
opmerkt, stop dan onmiddellijk met het gebruik van de batterij en neem contact op met uw
leverancier of met een door Nikon geautoriseerde servicevertegenwoordiger.
Nadat u de batterij uit de camera of optionele batterijlader verwijderd heeft, dient u de batterij
ter bescherming in een plastic tas etc. te doen.
De batterij opladen
Controleer het batterijniveau voordat u de camera gaat gebruiken en laad de batterij zo nodig op.
Laad de batterij vóór gebruik binnen op bij een omgevingstemperatuur tussen 5 °C en 35 °C.
Een hoge temperatuur van de batterij kan ertoe leiden dat de batterij niet goed of niet helemaal
wordt opgeladen en de prestaties ervan negatief worden beïnvloed. Neem in acht dat de batterij
na gebruik heet kan zijn; wacht tot de batterij afgekoeld is voordat deze opgeladen wordt.
Wanneer de batterij die in deze camera is geplaatst, wordt geladen met behulp van de
lichtnetlaadadapter of een computer, wordt de batterij niet geladen bij batterijtemperaturen
lager dan 0 °C of hoger dan 50 °C.
Verwijder de batterij uit de lader zodra ze volledig is opgeladen. Doet u dat niet, dan is dat
nadelig voor de prestaties van de batterij.
De temperatuur van de batterij kan tijdens het opladen toenemen. Dit is echter geen
functiestoring.